m - 8 - Conclusies Handhaving Het vorenstaande overwegende meent ons College zijn voor- ziening grond- v/aarde I.logeli,ikheid tot koop. Doelstelling en erfpacht- stelsei voorstel her- stel van 6 mei j.l. ("bijlage nr. 130), o.m. strekkende tot her nieuwde vaststelling van de grondwaarden van de tot 1990 uitgegeven erfpachtsgronden, onverkort te moeten handhaven. Meerderheidsstandpunt De meerderheid van ons College acht, eveneens op grond van hetgeen hiervoor reeds werd meegedeeld, de motie Heidinga/Sante- ma onaanvaardbaarZou voor erfpachters de mogelijkheid worden geopend de percelen, waarop hun erfpachtsrecht "betrekking heeft, te.kopen, dan wordt een wezenlijk element van het erfpachtstel sel daaraan ontnomen. Zij meent goed te doen nog eens duidelijk samen te vatten welke naar haar' mening' de belangrijkste oogmer ken zijn, die aan het hanteren van dit stelsel ten grondslag liggen 1. Waardevermeerdering van de grond, die een gevolg is van al lerlei door de Gemeente getroffen Voorzieningen of van de groei van de stad, althans niet te danken is aan activi teiten van degene, die een zakelijk recht daarop heeft, be hoort ten goede te komen aan de gemeenschap, i.e. de Gemeen te 2. Bij een juist en consequent doorvoeren van het stelsel kan worden bewerkstelligd, dat in saneringsrijpe buurten de grond weer ter vrije beschikking van de Gemeente wordt gesteld, hetgeen een vlotte, systematische amovering en vernieuwing van de bebouwing stellig zal bevorderen; 3. Het is mogelijk door tussentijdse beëindiging van het erf pachtsrecht (met schadeloosstelling) op korte termijn te beschikken over percelen, die nodig zijn voor de verwezen lijking van plannen voor openbare v/erken of andere voorzie ningen in het algemeen belang. De mogelijkheden tot ontei gening voorzién niet steeds in alle gevallen, waarin het wen selijk is grond voor genoemde doeleinden te verkrijgen. Bovendien betekent onteigening veelal een langdurige proce dure, terwijl de voorziening, waarom het gaat, dikwijls spoedeisend is. Als zeer frappant voorbeeld van de mate waarin grond een waardevermeerdering kan ondergaan brengen wij U in herinnering, dat üw Raad op 27 september 1961 zich zag genoodzaakt tot aan koop. van de Wilhelminabaan van de II. V. De Friesche Sportclub tegen een grondprijs van ruim f.10.- per m2In 1906 had deze II. V. dit terrein gekocht voor f.0,70 per m2 'Dij het ónder 2 gestelde moet de hier aan het woord zijnde meerderheid dadelijk toegeven, dat helaas uit een oogpunt van praktisch beleid wel bepaalde afwijkingen van het stelsel moeten v/orden aanvaard. Deze kunnen echter naar haar mening nimmer lei den tot het overboord zetten van het gehele stelsel als zodanig, nu de gemeentelijke belangen naar haar overtuiging in het alge meen met handhaving van het erfpachtsysteem het beste worden ge diend. Men moet er nu eenmaal oog voor hebben, dat zich gevallen kunnen voordoen, waarin zwaarder wegende belangen er toe nopen een gedragslijn, die in het algemeen als de juiste wordt be schouwd, ter zijde te stellen; het zou van streng dogmatisme en "Prinzipienreitereigetuigen als men dan nog aan die gedrags lijn sou vasthouden. Daaraan mag men echter naar haar oordeel in geen geval de consequentie verbinden, dat het systeem dan ook maar moet worden prijs gegeven daar, waar die zwaarder wegende motieven niet gelden. Als voorbeelden van afwijkingen van het stelsel als boven bedoeld vermelden wij hier

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 108