"Verplaatsen bodecentrum.
Bijlage no. 300. Leeuwarden, 20 september 1965*
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 14 uiei 19^4 besloot Uw Raad na een lange discus
sie over te gaan tot het verplaatsen van het bodecentrum van het Oldehoof-
sterkerkhof naar het terrein van de oude veemarkt aan de Lange Marktstraat.
Daarbij werd echter uitdrukkelijk bepaald, dat de vestiging van het bode
centrum op deze plaats een tijdelijk karakter zou moeten dragen, omdat het
bodecentrum t.z.t. definitief zal moeten worden gevestigd aan de periferie
van de stad. Naar de mening van Uw Raad zou dit laatste moeten geschieden
na verloop van een termijn van 5 a 10 jaren. V/ij hebben toegezegd binnen
twee jaren aan U een voorstel te doen omtrent het aanwijzen van een defini
tieve plaats voor het bodecentrum.
In verband met de bovenbedoelde beslissing hebben wij aan de directeur
der Openbare Werken verzocht een plan te ontwerpen voor het inrichten van
een gedeelte van het oude veemarktterrein tot bodeterrein en tegelijk een
onderzoek in te stellen naar en ons te rapporteren over de mogelijkheden
tot het vestigen van het bodecentrum aan de periferie van de stad.
Bij de uitwerking van de plannen bleek, dat het tijdelijk verplaatsen
van het centrum naar het oude veemarktterrein een zeer belangrijke inves
tering zou vergen en dat de jaarlijkse kapitaaislasten in verband met het
feit, dat voor een groot gedeelte van de kosten een afschrijvingstermijn
van maximaal 10 jaren dient te worden aangehouden, in sterke mate het
gemeentelijke budget zouden beïnvloeden. Daarom hebben wij gemeend te
moeten bevorderen, dat het bodecentrum, zo dit enigszins mogelijk is,
rechtstreeks vanaf het Oldehoofsterkerkhof naar zijn definitieve vesti
gingsplaats wordt overgebracht. Zulks is naar onze mening niet alleen aan
trekkelijk op economische gronden, maar eveneens uit verkeersoogpuntaan
gezien wij verwachten, dat het oude veemarktterrein binnen zeer afzienbare
tijd als parkeerterrein voor personenauto's benodigd zal zijn. Wij zullen
hier binnenkort op terug komen.
De voor- en nadelen van de verschillende terreinen, welke voor een
definitieve vestiging van het bodecentrum in aanmerking kunnen komen,
hebben wij daarna zorgvuldig onderzocht en tegen elkaar afgewogen. Dit
heeft ons tot de conclusie geleid, dat een oostelijk gedeelte van het
parkeerterrein voor personenauto's, gelegen aan de oostzijde van de Heli-
conweg en ten noorden van de Harlingertrekweg, de meest geschikte plaats
is voor het inrichten van een bodeterrein. Het terrein ligt vlak bij de
ringweg en kan een uitweg krijgen op de Harlingertrekweg en op de Tessel-
schadestraathet is vanaf de binnenstad bereikbaar zender dat de ringweg
behoeft te worden gekruist. Het bestuur van de organisatie van de betref
fende ondernemers heeft na raadpleging van de leden van de organisatie ver
klaard zich met de aanwijzing van deze plaats te kunnen verenigen. Ook
voor de handeldrijvende middenstand is deze plaats naar onze mening zeer
wel aanvaardbaar, omdat de afstand tussen het stadscentrum en het bovenbe
doelde terrein via goede verbindingswegen slechts weinig groter is dan de
afstand tussen het stadscentrum en het oude veemarktterrein.
Met gebruikmaking van de ruimte, die thans nog door de Reviusstraat
wordt ingenomen, kan op de door ons gedachte plaats een bodeterrein worden
ontworpen, waarop behalve de nodige rijruimte plaats is voor een bodehuis
ter oppervlakte van plm. 1600 m2, alsmede voor het nodige aantal stand
plaatsen voor bodewragens. Het is mogelijk ter plaatse een zeer overzichte
lijk geheel te creëren, zoals U moge blijken uit de bij de stukken voor U
ter inzage gelegde schetstekening no19-19-01
Zoals gezegd, zal de Reviusstraat bij verwezenlijking van dit plan
worden opgeofferd. Dit levert echter geen bezwaren op omdat het doel,