- 2 -
woning aangegeven als "niet te handhaven bebouwing", omdat zij gelegen was
op een terreingedeelte, dat was bestemd voor de bouw van een rij woningen
met een onderdoorgang, welk bouwblok de verbinding zou vormen tussen de
bouweenheden 47 en 49- Door de goedkeuring van ons besluit tot het verle
nen der bouwvergunning hebben Gedeputeerde Staten blijk gegeven ons stand
punt te delen. Wij handhaven dan ook ons toen ingenomen standpunt en
menen, dat het bezwaarschrift van mejWartena ongegrond dient te worden
verklaard.
Onder mededeling, dat de Commissie voor Openbare Werken zich met het
ontworpen uitbreidingsplan kan verenigen, stellen wij U voor te besluiten
zoals in concept hierbij is aangegeven.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Heulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
No16033
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Overwegende, dat vanaf 11 juni 1965 gedurende vier weken voor een
ieder ter Gemeente-secretarie ter inzage heeft gelegen het ontwerp-uit-
breidingsplan in onderdelen "Lekkumerend" met de daarbijbehorende
ontwerp-bebouwingsvoorschrif ten
dat daartegen, naar volgorde van binnenkomst, bezwaren zijn inge
diend door;
1. J. Vierkant e.a., eigenaren/bewoners van een vijftal percelen aan
de Groningerstraatweg, ingekomen 30 juni 1965;
2. mej. J. Wartena, wonende te Heerenveen, eigenaresse van het pand
Lekkumerweg no. 57ingekomen 7 juli 1965;
3. S. van der Veen, Groningerstraatweg no. 213, alhier, ingekomen
6 augustus 1965»
dat de adressanten sub 1 en 2 belanghebbenden zijn in de zin van
artikel 37 van de Woningwet 1901 en hun bezwaren binnen de gestelde
termijn hebben ingediend, zodat zij in hun bezwaren kunnen worden
ontvangen
dat de bezwaren van de hiervoor onder 3 genoemde adressant niet
tijdig zijn ingediend, terwijl deze bezwaren tot Burgemeester en
Wethouders in plaats van tot de Raad zijn gericht;
dat deze adressant op grond van het bovenstaande dan ook niet in
zijn bezwaren kan worden ontvangen;
dat de bezwaren van J. Vierkant en anderen zich richten tegen het
feit, dat zij, ten behoeve van de realisering van de in het ontwerp-plan
vastgelegde profielverbreding van de Groningerstraatweg, te zijner tijd
een strook, voortuin ter breedte van plm. 3 meter zullen moeten afstaan,
waardoor, naar zij vrezen hun woningen een niet onbelangrijke waarde
vermindering zullen ondergaan;
dat de bovenbedoelde strook voortuin voor een juiste uitvoering
van de in het plan neergelegde profielverbreding van de Groningerstraat
weg niet kan worden gemist;
dat bovendien bij aankoop of onteigening van de benodigde tuin
grond rekening zal worden gehouden met een eventuele waardevermindering
der woningen;
dat deze bezwaren derhalve ongegrond moeten worden geacht;
dat de bezwaren van mej» Wartena zich richten tegen de op het haar
in eigendom toebehorende kadastrale perceel sectie H, no. 1025, gelegde
bestemmingen bijzondere bebouwing, weg en voetpad, waardoor de op dit
perceel staande woning zal moeten verdwijnen;
dat deze woning in het geldende plan in hoofdzaken 1,1 t Ielan" is
aangegeven als"niet te handhaven bebouwing";
dat belanghebbende door vaststelling van het ontworpen plan der
halve niet meer wordt gedupeerd dan onder vigeur van het geldende plan
het geval is;
dat de bezwaren van mej. Wartena dan ook ongegrond moeten worden
verklaard;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 20 sep
tember 1965 (bijlage no. 308);