- 2 -
gelet op artikel 11 van de Overgangswet ruimtelijke ordening en
volkshuisvesting, juncto artikel 36 van de Woningwet 1901;
BESLUIT;
li de door de hiervoor sub 3 genoemde adressant ingediende bezwaren
niet-ontvankelijk te verklaren?
II. de door de sub 1 en 2 genoemde adressanten ingediende bezwaren
ongegrond te verklaren;
III. vast te stellen een uitbreidingsplan in onderdelen "Lekkumerend"
overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig ge
waarmerkte kaart;
IV. vast te stellen de
volgende
BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN BEHORENDE
BIJ HET UITBREIDINGSPLAN IN ONDER
DELEN "LEKKUMEREND".
- 3 -
Hoofdstuk I.
Algemene bepalingen
Artikel 1
Deze voorschriften verstaan onder:
1het plan; het uitbreidingsplan in onderdelen voor gron
den, gelegen ten oosten van de Dokkumer Ee,
ten zuiden van de Bonkesloot en ten noorden -
en gedeeltelijk ten zuiden van Prof.Mr.P.S.
Gerbrandyweg en vervolgens ten noord-westen
van de Groningerstraatweg.
2. de kaart; de bij het plan behorende gewaarmerkte kaart.
3. gebouw; elke opstal, voor het oprichten waarvan een
vergunning ingevolge de Woningwet is vereist.
4. woningeen complex van ruimten, dat krachtens inde
ling geschikt en bestemd is voor de huisves
ting van één gezin.
5. eengezinshuiseen gebouw of een gedeelte van een gebouw,
bestaande uit één woning.
6. bungalow: een woning, waarvan alle vertrekken op de be
gane grond zijn gelegen.
7. meergezinshuiseen gebouw, niet zijnde een rij van aaneen ge-
bouY/de eengezinshuizen, in welk gebouw meer
dere woningen zijn ondergebracht in dier
voege, dat de woningen elk in één of meer
bouwlagen zijn gelegen en dat de -woningen ge
heel of gedeeltelijk boven, respectievelijk
onder elkaar zijn gelegen.
8. onderbouw: de onderbouw, bedoeld in artikel 89 van de
Bouwverordening voor het Stadsgebied, Yiaarin
tevens bergingen, autoboxen of voor andere
doeleinden bestemde ruimten kunnen worden on
dergebracht
9. bouwlaagelke ruimte tussen twee vloeren van een gebouw
waarin voor bewoning bestemde ruimten zijn ge
legen, de onderbouw daaronder niet begrepen,
alsmede de ruimte tussen de hoogst gelegen
vloer en het platte of nagenoeg platte dak
of de zolderverdieping.
10. autobox: een besloten ruimte, kennelijk bestemd voor de
berging van ten hoogste twee vierwielige mo
torrijtuigen in de zin van de Wegenverkeerswet.
11. bebouwingsprofielde vertikale doorsnede over de bebouwing,
loodrecht op de voorgevel.
12. bebouwingsstrookde op de kaart met een dikke getrokken lijn
omgeven grondstrook.
13. grenslijn der bebouwing:de lijn, -welke bij het'bouwen, het geheel ver
nieuwen of het uitbreiden van gebouwen niet
mag worden overschreden.
Artikel 2.
Burgemeester en Wethouders kunnen:
a. al dan niet onder door hen te stellen nadere eisen ten aanzien van
plaats en afmetingen, toestaan, dat niet voor bewoning bestemde ge
bouwen van geringe omvang ten dienste van het algemeen nut, zoals
transformatorhuisjes, wachthuisjes voor verkeersdiensten, telefoon
cellen en dergelijke worden gebouwd in afwijking van de in het plan aan