Om voor rijkssubsidie in aanmerking te komen is een gemiddelde klas sebezetting vereist van 18 leerlingen. Zoals uit het uitvoerig gemoti- veerde verzoek blijkt, meent het bestuur te mogen verwachten, dat het vereiste aantal leerlingen gemakkelijk zal kunnen worden bereikt. Men is er hierbij van uitgegaan, dat de gehele provincie Friesland tot het voedingsgebied van de school z.al behoren; zulks is thans ook reeds het geval met de bestaande school. Op verzoek van het bestuur heeft het Economisch Technologisch In stituut voor Friesland een onderzoek ingesteld naar de bestaansmogelijk- heden van een dergelijke school alhier. De conclusie van dit rapport, dat bij de stukken ter inzage is gelegd, is, dat stichting van een op leiding voor de detailhandel op middelbaar niveau in Friesland noodza kelijk mag v/orden geacht. In het rapport wordt opgemerkt, dat do bestaan de school, bij realisering van de plannen van het bestuur, vermoedelijk een deel van haar leerlingen zal verliezen aan de middelbare opleiding. Anderzijds bestaat de mogelijkheid, dat de bestaande school juist aan aani-rekkelijkheid zal Yfinnen, doordat de mogelijkheid bestaat de oplei ding op middelbaar niveau voort te zetten. Eet E.T.I.F. heeft becijferd, dat de bestaande school op ongeveer 170 h 200 leerlingen zal mogen blijven rekenen. Op grond van de overgelegde bescheiden en de verstrekte inlichtingen menen wij, dat er alleszins aanleiding is het verzoek van adressant in to willigen. V/ij achten het verheugend, dat pogingen in het werk worden gesuold ook alhier een middelbare opleiding voor deze tak van onderwijs in het leven te roepen. Wij menen, mede gelet op de tot dusver gebleken belangstelling voor het detailhandelsonderwijsdat de te stichten school in een behoefte zal voorzien. Onder overlegging van de bijbehorende stukken geven wij U daarom in overweging te oesluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ont\?erp. ./ij merken tenslotte nog op, dat van de kosten, die met de stichting van deze school gepaard gaan, ingevolge de bepalingen van de Nijverheids- onderwijswet 30^ ten laste van de gemeente komt. In de Financic'le- 1erhoudingsvet 19c0 is evenwel bepaald, dat jaarlijks aan elke gemeente ten laste van s Rijks kas een uitkering wordt gedaan, gelijk aan het voor rekening van de Gemeente komende gedeelte van de nettckosten van het nijver heidsonderwijs. De voorgenomen schoolstichting zal derhalve voor de Gemeente geen kosten meebrengen. Burgemeester en Wethouders van Leeuv/arden, A.A.M. van der Moulen, Burgemeester de Jong, Secretaris Ho. 16089. SE. RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het schrijven d.d. 1 juli 1965 van het bestuur van de Stichting Vakschool voor de Detailhandel in Friesland, gevestigd te Leeuwarden, houdende verzoek te v/iilen verklaren, dat de op richting en instandhouding van een middelbare school voor de de tailhandel te Leeuv/arden nodig wordt geoordeeld; gezien het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 21 sep tember 1965 (bijlage no. 309); gelet op artikel 25, 2e lid, der Nijverheidsonderwijswet BES LUIT: te verklaren, dat de oprichting en instandhouding van een middel bare school voor de detailhandel te Leeuwarden, uitgaande van de Stichting Vakschool voor de Detailhandel in Friesland, gevestigd te Leeuwarden, nodig wordt geoordeeld. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 144