I
ft,'
I
- 6 -
fonds, die betrekking heeft op het lager onderwijs (g.l.o., v.g.l.o.,
u.l.o. en b.l.o.). Hier kan van een parallel tussen kostenstijging
en verhoging der uitkering in veel mindere mate worden gewaagd.
De in de begroting voor 19^5 geraamde onderwijsuitkering uit het
gemeentefonds was ongeveer 160.000,-- hoger dan de er mee corres
ponderende uitgaven. Voor 1966 is er een nadelig verschil van onge
veer 160.000,-- tussen uitkering en uitgaven.
Op het gebied van de verfijningen heeft het afgelopen jaar
weinig nieuws gebracht. Wel is onlangs een verfijning voor monumen
ten vastgesteld, doch deze zal, naar wij veronderstellen, geen
extra uitkeringen van belangrijke omvang voor onze Gemeente opleve
ren. Het is de bedoeling, dat de Gemeenten een jaarlijkse uitkering
zullen ontvangen ten bedrage van 2$ van de als subsidiabel aange
merkte kosten van rnet Rijkssteun gedurende een periode van 25 jaar
uitgevoerde restauraties van monumenten. Een ontwerp-besluit inzake
een verfijning met betrekking tot rioleringen is nog in studie bij
de Raad voor de gemeontefinanciën.
De kans op een spoedige uitbreiding van het gemeentelijke
belastinggebied lijkt ons zeer klein. De memorie van antwoord op het
voorlopige verslag naar aanleiding van het desbetreffende wetsont
werp is nog steeds niet verschenen. De nieuwe Regering wenst deze
zaak opnieuw te bezien. Wij betreuren het zeer, dat de indertijd
als "onmisbaar sluitstuk van de nieuwe regeling der Financiële
Verhouding" betitelde uitbreiding van het gemeentelijke belasting
gebied zolang op zich laat wachten.
Ook met het in de aanbiedingsbrief bij de ontwerp-begrotingen
voor 1965 vermelde onderzoek, dat de vorige Regering hoeft toege
zegd, inzake de mogelijkheid van studie over het structurele patroon
van de uitgaven van het Rijk enerzijds en van de Gemeenten ander
zijds, schijnt, blijkens een mededeling, die de Minister van
Financiën onlangs in de Tweede Kamer heeft gedaan, niet veel voort
gang te zijn gemaakt.
Financieel perspectief voor 1965 en 1966
Ha het verhogen van de gemeentefondsuitkering op de wijze, die
wij hiervoor onder "Financiële Verhouding" hebben uiteengezet, na
het ramen van kredieten voor kapitaalslasten van aanvullende
investeringen en na een beschikking over l/30 van de algemene reser
ve, zal de gemeentebegroting voor 1965 een tekort van omstreeks
1,1 miljoen aanwijzen, dat kan worden gedekt door verhoging van
de straatbeiasting, de huisvuilrechten en invoering van rioolbe
lastingen overeenkomstig het voorlopig dekkingsplan 19^5 Gezien