- 46 -
gecoördineerd optreden de bouw van scholen in nieuwe wijken zo snel
en doeltreffend mogelijk kan worden gerealiseerd. Dit overleg heeft
inmiddels geresulteerd in ons voorstel van 7 januari 1965 (bijlage
5) en het naar aanleiding daarvan genomen besluit van IJw Raad van
20 januari 1965 no. 157c. Wij kunnen met voldoening constateren, dat
de samenwerking met de besturen van de bijzondere scholen zich
op bevredigende wijze blijft ontwikkelen. Of de scholenbouw in het
lelan inderdaad in het gewenste tempo voortgang zal hebben, zal
afhangen van de mate, waarin de Rijksoverheid, door het tijdig ver
strekken van urgentieverklaringen en rijksgoedkeuringen, aan de
verwezenlijking van de plannen zal meewerken. Hieromtrent bestaat
thans nog geen zekerheid.
Wat het buitengewoon lager onderwijs aangaat moeten wij helaas
vaststellen, dat in de wel zeer onvoldoende huisvesting van de
openbare school voor debiele kinderen nog steeds geen verbetering kon
worden gebracht. Wij menen thans echter de verwachting te mogen
uitspreken, dat de rijksgoedkeuring voor de verbouw van het voor be
doelde school bestemde schoolgebouw aan de Arendstuin, in het be
gin van 1966 tegemoet mag worden gezien. Bij een vlotte realisering
van de plannen kan het huisvestingsprobleem van de Prinsentuinschool
dus wellicht in het komende jaar zijn oplossing vinden.
Voor de bouw van een nieuwe Prot. Christelijke school voor
imbeciele kinderen, ter vervanging van het gebouw in de Speelmans
straat, is thans een urgentieverklaring afgegeven, zodat met de
voorbereiding van de plannen een aanvang kon worden gemaakt. Voor
de stichting van een nieuw gebouw voor de bijzondere school voor
kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, die eveneens zeer
onvoldoende is gehui-svestkon nog geen urgentieverklaring worden
verkregen
Met het voorbereiden en uitvoeren van plannen voor de verbete
ring van bestaande schoolgebouwen wordt binnen het raam van de
aanwezige mogelijkheden voortgegaan. In dit opzicht wordt geleide
lijk een verbetering in de situatie bereikt.
Leer- en hulp- In de aanbiedingsbrief bij de begroting voor 1965 deelden wij
middelen. n i i
mede, een met-onbelangnjke verhoging van het bedrag per leerling
voor de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen, schoolbehoeften en
ontwikkelingsmateriaal, nodig te achten. Ook na deze verhoging moe
ten de voor de verschillende soorten van onderwijs, beschikbare
bedragen, in vergelijking tot hetgeen in andere gemeenten doorgaans
beschikbaar wordt gesteld en gelet op de terzake door de inspectie
van het lager onderwijs gehanteerde normen, nog aan de lage kant