van de vraag of het minimum-inkomen al dan niet wordt bereikt, mede
moet worden uitgegaan van de looncompensatie voor de huurverhogingen.
Een wijziging van artikel 17 met terugwerkende kracht tot 1 januari
1964 is daarom noodzakelijk. Teneinde tevens te laten uitkomen dat
genoemd minimum-inkomen hij nevenfuncties naar evenredigheid wordt
betaald, is een nieuw tweede lid ontworpen. Het huidige tweede lid
is vernummerd tot derde lid. Met ingang van 1 januari 1965 wordt het
minimum-loon gesteld op 478,90»
e. De verhoging van de huwelijkstoelage houdt in dat het nieuwe plafond
voor de som van wedde en huwelijkstoelage gerekend met ingang van
1 januari 1965 zal bedragen 521,-- in plaats van 479,--.
Het ligt voor de hand, dat de bovenomschreven salarismaatregelen,
welke mede tot gevolg zullen hebben dat de salarisbedragen voor de
referendaris A, inspecteur Lichamelijke Opvoeding en schoolarts, voorzover
deze bij overgangsbepaling zijn vastgesteld, opnieuw moeten worden aange
past, voor het personeel dezer Gemeente op overeenkomstige wijze worden
geregeld.
Het maximum-salaris van de eerste ambtenaar ter Secretarie zal,na
de i'/ijziging der salarissen per 1 januari 196 52.129,-- gaan bedragen.
Aangezien genoemd maximum 80 van het salaris van de Gemeente-secretaris
mag bedragen en laatstbedoeld salaris als gevolg van de realisering van
de laatste fase van de gedifferentieerde salarisverhoging de 80 fó
verhouding enigszins heeft verstoord, kan het nieuwe maximum van de
eerste ambtenaar ter Secretarie, opgenomen in schaal 27 van bijlage A
van de Bezoldigingsverordening 196O, worden "bepaald op 2.161
Doze salariëring dient uiteraard ook te gelden voor do overige
functionarissen, genoemd in schaal 27.
Als gevolg van een reorganisatie is, zoals Uw Raad bekend is, de
functie van Commandant van de Beroepsbrandweer, niet meer in handen van
de Commissaris van Politie, doch gecombineerd met de functie van direc
teur van de Reinigings- en OntsmettingsdienstWij achten het billijk aan
de functie van Commandant Brandweer een salaris te verbinden van
208,-- per maand.
voorts berichten wij U dat wij het gewenst achten voor het bode- en
conciergepersoneel van het Raadhuis, evenals zulks het geval is voor de
concierges en de concierges-schoonmakers van de bedrijven, een zekere
promotielijn te scheppen. In verband met het feit dat het punt "re
presentatie" duidelijk zwaarder ligt dan bij eerdergenoemde concierges,
is bij het ontwerpen van de nieuwe schalen uitgegaan van een verschil
ten bedrage van één periodieke verhoging ten opzichte van deze concierges.
Gelet op het bovenstaande stellen wij voor bijlage A van de
Bezoldigingsverordening 196O aan te vullen en te wijzigen als volgt;
in schaal 2 wordt opgenomen het ambt van hulpbode;
in schaal 4 worden O pg en omen de ambten raadsdienaar en concierge —bode
Raadhuis
in schaal 7 worden opgenomen de ambten raadsdienaar A en concierge-bode
A Raadhuis
in schaal 10 wordt voor hoofd bodekamer Raadhuis gelezen; chef-raadsdienaar
Tenslotte doen wij U hierbij toekomen de bijlagen A, B en E per
1 juii 1905Ir. deze bijlagen zijn de nieuwe salarisbedragen opgenomen
welke noodzakelijk zijn geworden teneinde opheffing te verkrijgen van de
achterstand in salariëring van 0,3 c/o ten opzichte van degenen, die
werkzaam zijn in het particuliere bedrijfsleven. De achterstand welke
reeds bestond vanaf januari 1964is over de periode januari 1964 -
1 juli 1965 opgeheven door middel van een uitkering-ineens van O.36 ^0
tot welke uitkering Uw Raad besloot in zijn vergadering van 16 juni
1965
De Commissie voor Georganiseerd Overleg kon zich blijkens naar dij
de stukken overgelegde advies verenigen met de ontworpen wijzigingen van
de Bezoldigingsverordening i960. Mitsdien stellen wij U voor te beslui
ten tot vaststelling van het hierna afgedrukte ontwerp-besluit
A.A.M. van der Heulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
- 2 -
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,