1 1) Bijlage B. I. Schaal Ambt 1 verplegende 1) 3) 4) schoolverplegende 2 verplegende A 1) 3) waarnemend 1e verplegende 1) 3) 3 1e verplegende 1) 3) schoolverplegen.de A 4 1e verplegende A 1) waarnemend hoofdverplegende 1) 5 hoofdverplegende 2) Salaris in guldens per maand bij een salaris-anciënniteit in jaren van O- 538, 3 4 5 7 586,-- 610,-- 633,-- 656,-- 679,-- 702,-- 725,-- 748,— 632,— 656,-- 679,-- 702,-- 725,-- 748,-- 771,-- 794, 679,-- 702,-- 725,-- 748,-- 771,-- 794,-- 817,-- 840,-- 771794,-- 817,-- 840,-- 863,-- 886,-- 909,-- 932,— 863,-- 886,-- 909,-- 932,-- 956,-- 980,-- 1004,-- 1028,— 2) De aftrek voor kost en inwoning bedraagt 122,04 per maand; de aftrek uitsluitend voor kost bedraagt 60,per maand. De aftrek voor kost en inwoning bedraagt 160,75 per maand; de aftrek uitsluitend voor kost bedraagt 70,-- per maand. 3) Degene die in het bezit is van zowel het diploma ziekenverpleging A als B, geniet een toelage, ter grootte van één periodieke verhoging. Indien betrokkene reeds het maximumsalaris van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, wordt voor de berekening van deze toelagen het naast hogere bedrag uit de daarop volgende salarisschaal in aanmerking genomen. 4) De verplegende, in het bezit van het diploma ziekenverpleging B, en in opleiding voor het diploma zieken verpleging A, wordt gedurende deze opleiding bezoldigd volgens het minimumsalaris van schaal 1. Na het behalen van dit diploma wordt dit salaris vermeerderd met twee extra periodieke verhogingen. Werd reeds een bepaalde anciënniteit in de schaal verworven en achten Burgemeester en Wethouders het behalen van het diploma ziekenverpleging A in het belang van de dienst, dan wordt betrokkene gedurende deze opleiding be zoldigd volgens het bij de aanvang daarvan bereikte salaris. Na het behalen van het diploma ziekenverpleging A wordt dit salaris eveneens vermeerderd met twee extra periodieke verhogingen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 288