No. 18410.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 november
1965 (bijlage no. 352);
BESLUIT
I. tot het aanleggen van een ontsluitingsweg ten behoeve van het
industriegebied "Schenkenschans" overeenkomstig de bij dit be
sluit behorende tekening no. D - 01 - 01
II. voor de uitvoering van het onder I bedoelde werk een krediet be
schikbaar te sterlen van 396.000,--;
III. voor het aanleggen van de overige op het industriegebied, Schenken
schans" benodigde straten een krediet beschikbaar te'stellen van
548500--
IV. voor het aanleggen van een spooraansluiting ten behoeve van het
industriegebied "Schenkenschans" een krediet beschikbaar te
stellen van 408.000,--.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Subsidie Kinderdagverblijf.
Bijlage no. 353» Leeuwarden, 1 november 1965.
Aan de Gemeenteraad.
In ons voorstel van 21 september 1965, (hijlage no, 311), inzake een
aantal subsidieverhogingen deelden wij U mede, dat enkele subsidieverzoeken,
o.a. dat van het Kinderdagverblijf, nog in behandeling waren. Inmiddels is
het onderzoek omtrent het Kinderdagverblijf afgesloten. Wij kunnen U thans
terzake een voorstel doen.
Het gemeentelijke subsidie is in i960 op 12.000,-- gebracht. Aan
het bestuur is destijds medegedeeld, dat het subsidie niet voor verdere
verhoging in aanmerking zou komen. Uw Raad was namelijk van mening, dat
het belang, dat het Kinderdagverblijf vertegenwoordigdemet een gemeente
lijke bijdrage van 12.000,-- ruimschoots was gehonoreerd.
Het nieuwe bestuur van de vereniging, dat op 1 september 1959 in
functie trad, heeft op basis van een gemeentelijk subsidie van 12.000,--
de exploitatie van het Kinderdagverblijf, die toen op het punt stond te
worden beëindigd, voortgezet. Het is er in geslaagd gedurende vier jaren
de zaak gaande te houden. Een uit de exploitatie over de laatste maanden
van 1959 voortvloeiend tekort van 6.000,-- is gedekt door een extra sub
sidie van de Gemeente en een uitkering uit het Koningin Julianafonds elk
groot 3.000,--.
Thans verkeert de vereniging weer in grote financiële moeilijkheden,
die gedeeltelijk een gevolg zijn van de sedert i960 opgetreden prijsstij
gingen. Verder zijn de moeilijkheden het gevolg van de handelwijze van
enige subsidiënten die meenden, dat er op grond van de invoering van de
Algemene Bijstandswet op 1 januari 1965 aanleiding was hun bijdrageverle-
ning te staken.
Het gevolg van een en ander is, dat over 1965 een tekort van 7.000,--
wordt verwacht, waarbij is gerekend op een opbrengst van 2.500,-- uit de
jaarlijkse collecte.
Het bestuur vraagt echter een extra gemeentelijk subsidie van
9.500,-- omdat het de collecte achterwege wil laten. Het deelt mede,
dat het zich, indien aan zijn verzoek geen gevolg wordt gegeven, genood
zaakt ziet tot sluiting van het Kinderdagverblijf over te gaan.
Ter ondersteuning van het verzoek van het bestuur van het Kinderdag
verblijf hebben vier instellingen zich tot de Gemeente gewend. Dat zijn
het Algemeen Leeuwarder Vrouwencomité "Tot Opbouw", de Leeuwarder Huisart
senvereniging, de Christelijke Industrie- en Huishoudschool "Prinses Ma
rijke" en -bij schrijven van het hoofd van de school- de Gemeentelijke
opleidingsschool voor kleuterleidsters.
Behalve op de belangen van de verpleegde kinderen wordt in bedoelde
brieven gewezen op de functie, die het Kinderdagverblijf vervult als ge
legenheid voor het opdoen van praktijkervaring voor de leerlingen van be
paalde opleidingen. De Leeuwarder artsen wijzen op de mogelijkheid, die
het Kinderdagverblijf biedt voor een verantwoorde verzorging van zwakke
of onevenwichtige baby's en kleuters en van kinderen van een zieke of
overspannen moeder.
Bovendien hebben ruim 45 ouders van verpleegde kinderen in een adres
aangedrongen op handhaving van het Kinderdagverblijf. Zij verklaren zich in
dit adres bereid tot betaling van een hogere dagprijs.
Mede op grond van het voor het wegvallen van belangrijke particuliere
bijdragen aangevoerde motief (invoering van de Algemene Bijstandswet)
hebben wij aan het bestuur van het Kinderdagverblijf verzocht zich te be
raden over invoering van tarieven op kostprijsbasis, met als consequentie
daarvan het op ruime schaal toepassen van de Algemene Bijstandswet.