te;
- 5 -
uiteindelijk naar 1966 willen
opschuiven.
6. In dit verhand merkte een ander
lid op, verheugd te zijn, dat
de belastingverordeningen hier
niet, zoals in een aantal andere
gemeenten, terstond zijn gewij
zigd, c.q. vastgesteld, omdat
dit, naar inmiddels gebleken is,
vermoedelijk zou hebben geleid
tot een verdere versterking van
de algemene reserve. De eenma
lige beschikking over een deel
van die reserve voor het slui
tend maken van de dienst 1965
beschouwt dit lid als een
welkome correctie op de in voor
gaande jaren, ongewild, ont
stane overschotten.
7. Een lid stelde de vraag of het
niet mogelijk was geweest bij
het samenstellen van de begro
ting al rekening te houden met
meevallers als die, welke in
voorafgaande jaren zijn opgetre
den (gemeentefondsuitkeringen)
en die zich mogelijk ook in 1966
weer zullen voordoen.
Had het onderdeel sociale zorg
van de gemeentefondsuitkering
b.v. niet wat hoger kunnen wor
den geraamd?
8. Een lid vroeg of al nadere mede
delingen kunnen worden gedaan
over de vermoedelijke bedrijfs-
uitkomsten van de Energiebe
drijven over 1965.
9. Een ander lid vroeg of Burge
meester en Wethouders willen
streven naar vaststelling van
zodanige tarieven voor de dienst
verlening door de gemeentelijke
bedrijven en diensten, dat daar
door de kosten van die dienst
verlening volledig kunnen worden
gedekt. Voor minvermogenden zou
eventueel een hardheidsclausule
kunnen gelden.
met het risico, dat in geval van
vroegtijdig treffen der in het voor
lopige dekkingsplan aanbevolen maat
regelen, achteraf zou kunnen blijken,
dat deze voorzieningen voor 1965
(nog) niet noodzakelijk waren. De
aanwezigheid van een algemene reserve
van behoorlijke omvang maakte het
mogelijk de zaak voor 1965 even aan
te zien.
Zowel mee- als tegenvallers zijn mo
gelijk. Rekenen op meevallers is niet
verantwoord. De raming van het onder
deel sociale zorg dient te geschie
den op de in de Financiële Verhou
dingswet i960 voorgeschreven wijze.
Het laat zich aanzien, dat de winst
van het elektriciteitsbedrijf om
streeks 735*000,-- zal bedragen en
die van het gasbedrijf omstreeks
550.000,--. In de primitieve be
groting van de energiebedrijven voor
1965 was terzake respectievelijk
530.300,-- en 241.730,-- geraamd.
Het is niet geheel duidelijk welke
"dienstverleningen" worden bedoeld.
In wezen bestaat de gehele overheids
taak uit "dienstverleningen", waarvan
een aantal wordt verricht door de als
tak van dienst aangewezen onderdelen
van de gemeentehuishouding.
De diensten, welke de Gemeente aan
derden verleent, beogen vaak niet al
leen het welzijn van degene die van
deze diensten, al dan niet gedwongen,