R
g
fi
- 7 -
13. Enkele leden stelden vragen
over de in te voeren rioolbe
lasting.
Zullen eigenaars en bewoners
even zwaar worden belast en
zal een eigenaar-bewoner dus
een dubbele aanslag ontvangen?
14* Is het bedrag van 650.000,--
afgeleid uit de kosten der tot
en met 1966 tot stand te bren
gen voorzieningen of is ook al
rekening gehouden met de kos
ten van in latere jaren uit
te voeren werken?
15» Zal de toekenning van rijksbij
dragen voor de rioolwaterzuive
ringsinstallatie en/of van ver
fijningsuitkeringen voor de
riolering er toe leiden, dat met
een lagere opbrengst dan
650.000,-- uit de rioolbelas
tingen kan worden volstaan?
Financiering der investeringen.
1Een lid vroeg of het bevredi
gende verloop van de financie
ring der investeringen moet
worden toegeschreven aan het
toeval of aan het beleid dat de
Gemeente heeft gevoerd.
2. Een ander lid vroeg of het
College al maatregelen heeft
getroffen voor het opvangen van
de behoefte aan financierings-
middelen, die zal ontstaan als
in 1966 de in 1951 opgenomen
woningbouwlening moet worden
afgelost
Personeelsaangelegenheden.
1. Een lid deelde mede te hebben
gehoord, dat na het opdragen
van de salarisadministratie
aan de Centrale voor Elektro
nische Administratie aanvanke
lijk nogal eens fouten in
salarisberekeningen werden ge
constateerd.
Verloopt de salarisberekening
thans geheel naar behoren of
heeft het nieuwe systeem niet
aan de verwachtingen beantwoord.
lasting door de Kroon als normaal
beschouwd. Thans wordt ook de heffing
van een hoger aantal opcenten wel
goedgekeurd.
Wij zijn voornemens U voor te stellen
eigenaar en bewoner (ongeveer) even
zwaar te belasten. De eigenaar-bewo
ner krijgt dus 2 aanslagen, als ons
voorstel wordt aanvaard.
Met de in latere jaren te investeren
bedragen is nog geen rekening gehou
den. Indien belangrijke financiële
steun uit het gemeentefonds of
's Rijks kas uitblijft, zal de be
lastingopbrengst zeer waarschijnlijk
hoger moeten worden.
Gezien de hoogte van de nog te inves
teren bedragen zal vermoedelijk niet
met een lagere opbrengst dan
65O.OOO,-- kunnen worden volstaan.
Wij streven al geruime tijd naar
tijdige financiering der investe
ringen met langlopende geldleningen.
De huidige bevredigende situatie is
hiervan het gevolg.
Wij veronderstellen, dat ter ver
vanging van de in 1966 geheel af te
lossen burgerzinlening (groot
2,4 miljoen) ten laste van het
voor de gemeenten in onze provincie
beschikbare contingent een vervangen
de lening zal kunnen worden aange
trokken.
De hier gesignaleerde omstandigheid
heeft zich inderaaad voorgedaan.
Hieromtrent heeft een gesprek plaats
gehad met de directie van de C.E.A.
Daarbij bleek, dat de oorzaken ge
zocht moesten worden in interne moei
lijkheden bij de C.E.A.enerzijds
als gevolg van een sterkere uitbrei
ding van het aantal opdrachten dan
was voorzien, anderzijds als gevolg
van een tekort aan bekwaam personeel.
De directie had inmiddels reeds maat
regelen getroffen om de moeilijkheden
op de kortst mogelijke termijn te
ondervangen. Deze maatregelen hebben
het gewenste effect gesorteerd;
fouten doen zich thans vrijwel niet
meer voor.