a - 15 - 10. Zijn Burgemeester en Wethouders Dit is zeker het geval, ook overtuigd van de noodzaak om andere dan de in de aanbie dingsbrief genoemde buurten te saneren, vroeg een lid. Als voorbeelden werden genoemd: WerkmanslustHollanderhof, Tulpenburg. Dit lid drong aan op een voort varender saneringsbeleid. Reinigings- en Ontsmettingsdienst 1. Een lid merkte op verheugd te zijn, dat als plaats voor een nieuwe brandweerkazerne wordt gedacht aan een terrein bij de Aldldnsdyk. Is het standpunt van het College gewijzigd en geeft het niet langer de voorkeur aan een plaats in de binnenstad? 2. Enige leden vroegen of Burge meester en Wethouders al medede lingen kunnen doen over de wijze, waarop de vuilafvoer na 1 novem ber 1966 - de datum waarop de huidige voorlopige regeling af loopt - kan worden verzekerd. Zij pleitten voor het treffen van van een regeling, die het pro bleem van de vuilafvoer voor een lange periode oplost. 3. Enige leden drongen er op aan, dat Burgemeester en Wethouders de mogelijkheden onderzoeken van samenwerking met andere gemeenten bij de vuilverwerking. Er wordt gezegd, dat deze samen werking afstuit op onwil van de gemeente Leeuwarden. Hebben Burgemeester en Wethou ders stappen gedaan in deze richting, vroegen deze leden. 4. Een lid vroeg zich af, of het verhogen van de reinigingsrech ten niet tot gevolg zal hebben, dat er op den duur meer vuil op de straten en in de grachten terecht komt. 5. Moeten in het algemeen de dien sten van de Reinigings- en Ont smettingsdienst niet als ser vice van de Gemeente worden beschouwd? V/at is de mening van het College hierover? Reeds uit de memorie var antwoord op het sectieverslag betreffende de ontwerp-begroting voor het dienst jaar 1964 (blz. 15) moge blijken, dat wij al geruime tijd hebben ge zocht naar een geschikte vestigings plaats voor de Brandweer in combi natie met de Reinigings- en Ontsmet tingsdienst in de omgeving van de ringweg. Dit valt te verklaren uit het feit, dat in de binnenstad geen geschikte vestigingsplaats te vinden is. Het onderzoek naar een mogelijke op lossing van het vuilafvoerprobleem voor een lange periode wordt voort gezet. Zolang hieromtrent geen definitief plan is ontwikkeld, zal vermoedelijk de met de N.V. "De Toekomst Wilnis" gesloten overeenkomst kunnen worden verlengd. Hierover zijn besprekingen gaande. Wij verwijzen naar hetgeen is meege deeld in de memorie van antwoord op het sectieverslag betreffende de ontwerp-begroting voor het dienst jaar 1964, blz. 10, waarbij de correspondentie betreffende de samen werking met de gemeenten Smallinger- land en Tietjerksteradeel voor de Raadsleden ter inzage heeft gelegen. Van onwil onzerzijds is geen sprake. Wij zien geen direct verband tussen verhoging van de reinigingsrechten en verdergaande vervuiling van stra ten, grachten, pleinen en terreinen. De financiële positie van de Gemeente laat niet toe deze en dergelijke diensten kosteloos te verlenen. Wij verwijzen hierbij ook naar het antwoord op bladzijde bij vraag 9»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 409