- - 22 - Sociale Dienst. Afgezien van het feit, dat dit gebouw zich daartoe niet leent, zou het kiezen van deze oplos sing weer problemen scheppen voor de huisvesting van enige thans in het gebouw gevestigde instellingen. Is het niet moge lijk een geheel nieuw gebouw voor de Sociale Dienst te stichten? In verband met de opmerking in de aanbiedingsbrief, dat het aantal aanvragen om bijstand sinds 1- januari 1965 is toege nomen, vroegen enige leden of de verlening van immateriële hulp gelijke tred houdt met de bijstandverlening. Zijn er ook in dit opzicht meer aanvragen dan voorheen? 3. Er worden talrijke klachten ge hoord over de toepassing van de Algemene Bijstandswet in andere gemeenten. Kunnen Burgemeester en Wethouders, vroegen enige leden, meedelen of er in Leeuwar den ook klachten zijn en kunnen zij in het algemeen inlichtin gen verstrekken, omtrent de op gedane ervaringen? Is het ook van belang de toe gepaste normen te publiceren, zo werd gevraagd. 4. Zijn de gemeentebesturen vrij bij het bepalen van de normen vroeg een lid. 5. Worden de mogelijkheden die de Algemene Bijstandswet biedt wel volledig benut? 6. Verschillende leden hadden de indruk dat er in Leeuwarden geen reden tot kritiek aanwezig is Hoewel cliënten, die behoefte blij ken te hebben aan immateriële hulp, op grond van artikel 2 van de Alge mene Bijstandswet, zoveel mogelijk naar de dienstverlenende instellin gen van het kerkelijk en particulier initiatief worden verwezen, bestaat de indruk, dat de behoefte aan im materiële hulpverlening door de Gemeentelijke Sociale Dienst toeneemt In vele gevallen gaat de wens van de cliënt uitdrukkelijk in die richting; in andere gevallen zijn de problemen zozeer met elkaar verweven, dat de hulpverlening beslist in één hand moet worden gehouden. Van klachten van algemene aard is ons niets gebleken. De opgedane erva ringen zijn over het algemeen gunstig. In verband met het individualiseren de karakter van de hulpverlening achten wij publicatie van de normen niet wenselijk. Overigens zij ver wezen naar de memorie van toelichting op de bedrijfsbegroting volgno. 16, blz9 - 24 en 9 - 25- Behoudens de minimum-normen, vastge legd in het Koninklijk Besluit van 21 december 1964, Stbl. 552, zoals dat per 3 oktober 1965 is gewijzigd, zijn de gemeentebesturen in beginsel vrij bij het bepalen van de normen, of liever bij het interpreteren van de term "noodzakelijke kosten van het bestaan" Dit is het geval. Wij zijn erkentelijk voor deze op merking. .«F

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 416