k - ,yk.1BJLJ,
■ITT
No. 14705,
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 augus
tus 1965 (bijlage no. 276);
BESLUIT
gerekend met^ingang van 1 mei 1965, voor het tijdvak eindigende 7
november I960, aan de Friese Coöperatieve Vee-afzetvereniging
("F.C.E."), gevestigd te Leeuwarden, te verhuren, de op de bij dit
besluit behorende tekening met Ka 1 aangeduide kantoorruimte, deel uit
makende van de frontbebouwing van de Frieslandhal aan de Heliconweg,
tegen een huurprijs van 1.500,-- per jaar en verder onder de be
dingen, welke zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende ontwerp-
huurovereenkomst
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorz itter
Secretaris
Demping Vliet.
Bijlage no. 277- Leeuwarden, 30 augustus 1965-
Aan de Gemeenteraad.
Ter gelegenheid van de behandeling van het plan voor de binnenstad
en van het structuurplan voor onze Gemeente is van onze zijde enige malen
gewezen op de noodzakelijkheid van demping van het Vliet. In ons voorstel
van 16 juli j.l. met betrekking tot de 'verbetering van de Franklinstraat
hebben wij voorts reeds vermeid, dat plannen worden voorbereid tot demping
van genoemd vaarwater. Wij mogen U voor een en ander verwijzen naar de bij
lagen nos. 85, 102, 103 en 210 van 1965-
Als voornaamste reden voor de demping hebben wij in de hierboven aan
gehaalde bijlagen aangevoerd het verbeteren van de verbinding tussen de
oostelijke stadswijk(en) en de binnenstad, welke verbinding thans volstrekt
onvoldoende is. Naast de Groningerstraatweg, die thans nog een dubbele
functie vervult, namelijk zowel voor het doorgaande als voor het plaatse
lijke verkeer, dient naar onze mening een tweede, goede verbinding tussen
het stadscentrum en de oostelijke stadswijken tot stand-te worden gebracht.
Vooral wanneer overeenkomstig het door Uw Raad aanvaarde structuurplan ten
oosten van de bestaande bebouwing niéuwe stadswijken zullen verrijzen, zal
de behoefte aan een vlottere verbinding tussen deze wijken en de binnen
stad zich in nog sterkere mate doen gevoelen. Naar onze mening leent het
gedempte Vliet zich uitermate voor dit doel, omdat met gebruikmaking van
de daar aanwezige ruimte een rechtstreekse en een ruime verbinding kan
ontstaan.
Daarnaast hebben wij gesteld, dat demping van het Vliet van belang is
uit een oogpunt van kostenbesparing. Verschillende gedeelten van de wal-
muren van dit vaarwater verkeren namelijk in een zeer slechte staat, zodat
verbetering en/of vernieuwing van deze gedeelten op korte termijn nood
zakelijk wordt. Demping van het vaarwater betekent, dat de Gemeente voor
altijd van een zware financiële last zal zijn bevrijd.
Vervolgens wijzen wij op de wenselijkheid van sanering van verschil
lende langs het Vliet gelegen buurten. Om tot die sanering te kunnen komen
zal het noodzakelijk zijn over te gaan tot demping van genoemd water en
tot het aanleggen ter plaatse van een weg. Aldus zullen de betreffende
buurten veel beter bereikbaar worden dan thans het geval is. Deze betere
bereikbaarheid en de ligging aan of in de onmiddellijke nabijheid van een
belangrijke verkeersweg zal ontegenzeggelijk een vlotte sanering in de hand
werken
Ten slotte herinneren wij U aan Uw besluit van 28 juli j.l., onder
meer strekkende tot het leggen van een dam in het Vliet in het kader van
de voltooiing van de ringweg. Door het Vliet ter plaatse van do huidige
Poppebrug af te sluiten, verliest het gedeelte tussen de Camminghabrug
en de Poppebrug voor de scheepvaart reeds elke betekenis. De betekenis
van het Vliet voor de scheepvaart neemt overigens voortdurend af, mede als
gevolg van het steeds meer uit de vaart nemen van kleinere schepen, schepen
derhalve die in aanmerking komen voor bevaring van het Vliet. Op grond van
deze gewijzigde omstandigheden achten wij het volkomen verantwoord het ge
hele Vliet tussen de Boomsbrug en de Poppebrug te dempen.
Wij hebben ons uiteraard ook beraden over de gevolgen, die demping
van het Vliet uit een oogpunt van stedeschoon zal hebben. Daarbij hebben
wij tevens aandacht geschonken aan de bezwaren, die de Bond Heemschut
en Het Friesch Genootschap ter gelegenheid van de behandeling van het
binnenstadsplan met betrekking tot de demping van het Vliet ter konnis van
Uw Raad hebben gebracht. Adressanten stolden toen, dat de stadswijken, ge
legen ten oosten van de- stadsgracht, reeds op tal van plaatsen verbinding
met de stad hebben. Wij mogen daartegenover stellen, dat deze verbinding
