6.
7*
lè\
ik
ES.
Hy fr~
No. 20553*
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 decem
ber 1965 (tijlage no. 393);
BESLUIT
in te trekken zijn besluit van 29 september 19^5? no. 15800g, in
zake het aankopen van een strook grond, gelegen langs de Legedyk
te Wirdum, van B. Pennema e.c., aldaar;
ten behoeve van de verbetering van de Legedyk te Wirdum aan te
kopen van J.A. Adema en diens echtgenote J. Wesselius, beiden wo
nende te Wirdum, Legedyk 44 een zuidelijk, langs de Legedyk ge
legen gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Wirdum,
sectie B, no. 1674groot plm, 5 ni2, voor eep. prijs van in totaal
1,-- en voorts onder de volgende bedingens
1. de aan de zuidzijde van het perceel aanwezige sloot wordt van
Gemeentewege gedempt; de van het te slopen brugje afkomende
materialen worden desgewenst aan de gezamenlijke eigenaren van
het brugje ter beschikking gesteld;
de bestaande in de te dempen sloot uitmondende rioleringen wor
den van Gemeentewege op het nieuw aan te leggen gemeenteriool
aangesloten;
op de nieuwe eigendomsgrens wordt van Gemeentewege een afras
tering geplaatst, bestaande uijfc een ligusterhaag, voorlopig be
schermd door houten paaltjes met draad; deze afrastering gaat
na plaatsing in eigendom, onderhoud en beheer over aan de ver
kopers
indien nodig wordt het aan de verkopers verblijvende gedeelte
van het voorerf van Gemeentewege met goede grond opgehoogd en
wordt het toegangspad van Gemeentewege herlegd en aangesloten
op het aan te leggen trottoir;
de grond wordt overigens overgedragen met alles wat daarop of
daarin aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaar
heden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur
en hypotheek;
de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte
van overdracht;
van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen,
welke van het over te dragen perceelsgedeelte geheven worden,
voor rekening van de gemeente Leeuwarden;
8. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
9. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbin-
2.
ding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het
Burgerlijk Wetboek;
■bp .mm
