ïèl No. 20597. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 decem ber 1965 (bijlage no. 595); BESLUIT gerekend met ingang van 1 augustus 1965 te verhuren aan W. Kooistra, wonende in een woonwagen bij de 2e Korte Houtstraat, alhier, een perceel grond, gelegen tussen de IJsbaanstraat en de 2e Korte Hout straat, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E, nos. 1534? 1555, 1556, 1557, 1558, 1540, 1541, 1542, 1545 en 1544, ter grootte van plm. 450 m2zoals op de bij dit besluit behorende tekening rood- omlijnd is aangegeven, tegen een huurprijs van 225,-- per jaar en voorts onder de bedingen, welke zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende ontwerp-huurovereenkomst Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris, Aan de Gemeenteraad. Gedeputeerde Staten dezer Provincie hebben een ontwerp-besluit tot wijziging van de "Jaarwedderegeling secretarissen en ontvangers Friesland 1954" toegezonden met betrekking tot een herziening van de bezoldiging van de secretarissen van de gemeenten in deze provincie. Dit ontwerp is verge zeld van drie bijlagen, bevattende achtereenvolgens de salarissen per 1 januari 1964» 1 januari 1965 en 1 juli 1965. Bedoelde herziening is gebaseerd op een rapport van een commissie, ingesteld door het interprovinciaal overleg inzake personeelsaangelegen heden, en komt in hoofdzaak neer op een verhoging van de salarissen van de secretarissen van gemeenten tot en met 10,000 inwoners, terwijl deze functionarissen tevens een diploma-toelage kunnen ontvangen van 45? per maand. Voorts wordt voorgesteld aan alle secretarissen een ambtstoe lage toe te kennen van 2jf/o van het maximum-salaris In de bovenbedoeld ontwerp-besluit begeleidende brief van Gedeputeerde Staten wordt mededeling gedaan van het voornemen van de colleges van Gedeputeerde Staten om een interprovinciale commissie in te stellen, welke kan adviseren op verzoeken van gemeentebesturen tot hogere indeling van hun gemeente. Op kosten van de aanvragende gemeente zal vooraf door een of meer door het I.P.O. aan te wijzen vaste deskundigen een beschrijving van de functie van de desbetreffende functionaris worden opgemaakt. Ook van de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten om aan een secretaris op grond van persoonlijke kwaliteiten, een vaste of tijdelijke toelage te verlenen. al eerst gebruik worden gemaakt, na advies eveneens zal dienen te ontvangst van een gunstig advies van geroemde commissie, wélke naar baseren op een ondersoek door een deskundige. De hieraan verbonden kosten komen ook ten laste van de aanvragende gemeente. Ons College is van gevoelen dat, daar de taak van de secretarissen van de middelgrote gemeenten zwaarder is ^an die van de secretarissen van gemeenten tot en met 10.000 inwoners, er geen reden is het doorvoeren van een salarisverhoging te beperken tot laatstbedoelde groep van gemeente secretarissen. Wij zijn dan ook van oordeel, dat de thans voorgestelde 2-g^o niet in de vorm van een ambtstoelage, maar in de vorm van een salaris verhoging aan de secretarissen van gemeenten boven 10.000 inwoners behoort te worden toegekend. Tegen eerstgenoemde vorm hebben wij mede bezwaar, omdat zij geen practische consequenties heeft ten opzichte van de salaris sen van andere diensthoofden. Een salarisverhoging van 2i/o weikt echter wel door in de salarissen van de gemeentelijke hoofdambtenaren (de eerste ambtenaar ter Secretarie en de met hem in salariëring gelijkgestelden worden bezol digd naar 80^ van de secretaris-wedde). Wij achten het ook onjuist, dat voor Gedeputeerde Staten de mogelijk heid zou worden geopend aan een secretaris, die bijzondere persoonlijke eigenschappen bezit, welke voor de vervulling van zijn ambt van belang zijn, een vaste of tijdelijke toelage te verlenen. De salariëring dient immers niet, ook niet voor een gedeelte, te worden bepaald naar de persoonlijke eigenschappen van de functionaris, maar naar de zwaarte van zijn functie. Wat het voornemen betreft om bij het raadplegen van een interprovinciale commissie de kosten van de in te schakelen deskundigen ten laste van de gemeenten te doen komen, merken wij op, dat het naar ons oordeel, eveneens onjuist is deze financiële lasten op de gemeenten af te wentelen. Voorts zou het o.i. aanbeveling verdienen, dat in deze commissie enkele gemeen telijke vertegenwoordigers zitting zouden kunnen nemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1965 | | pagina 465