C'j 7
No. 20909.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen een op 27 september 1965 ingekomen verzoek van het be
stuur der Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs alhier, om gel
den uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de ombouw op aardgas
van de centrale verwarmingsinstallaties in de scholen voor gewoon
lager onderwijs aan de Fonteinstraat (de Koningin Wilhelminaschool)
aan de Leeuwerikstraat (de W.C. van Munsterschoolaan de Robert
Kochstraat (de Juliana van Stolbergschool)aan de Pieter Feddes-
straat (de Rehobothschoolalsmede van die in het schoolgebouw aan
de Margaretha de Heerstraat, waarin o.a. enkele klassen van de
Christelijke school voor v.g.l.o. zijn ondergebracht, en van die in
de Christelijke schippersschool "Eben Haezer" aan de Pieter Feddes-
straat
overwegende, dat de aanvrage voldoet aan de in artikel 75 der
Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen;
dat door inwilliging van de aanvrage de normale eisen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen, niet zuilen worden overschreden
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 10 decern
ber 1965 (bijlage no. 403);
BESLUIT
de gevraagde medewerking te verlenen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter
Secretaris.
v ju:
MKf
Vaststellen kostenbedrag als bedoeld in artikel 33, 1e lid, van het Besluit
buitengewoon lager onderwijs 1949 over 1964»
Bijlage no. 404«
Leeuwarden, 13 december 1965
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 33? 1e lid, van het Besluit buitengewoon lager
onderwijs 1949 moet de Gemeenteraad het bedrag bepalen, dat in 1964 is
uitgegeven voor elke soort van de in de gemeente bestaande openbare scho
len voor buitengewoon lager onderwijs. Tevens moet Uw vergadering voor
elk der genoemde soorten van onderwijs het bedrag vaststellen, dat voor
1964? met inachtneming van het werkelijk aantal leerlingen en het ingevolge
artikel 32 per leerling bepaalde bedrag, beschikbaar is gesteld voor het
openbaar onderwijs en, indien de hiervoren vermelde bedragen verschillen,
het bedrag van het verschil.
Leze vaststelling is niet zo zeer van betekenis voor het openbaar
onderwijs, doch wel voor het bijzonder onderwijs, aangezien de vast te
stellen bedragen de grondslag vormen voor het bepalen van de aan de school
besturen uit de gemeentekas toekomende exploitatievergoeding.
Op grond van de cijfers uit de gemeenterekening over 1964 is de
volgende berekening opgezet. Voor een nadere specificatie verwijzen wij U
naar de bij de stukken ter inzage gelegde staat.
Zwakzinnige
Schippers
Kinderen
Woonwagen
Omschrijving der kosten
kinderen
kinderen
met leer-
en opvoe
dingsmoe i-
kampkinderen
U
lijkheden
Instandhouden van gebouwen en
terreinen
Onderhoud van schoolmeubelen,
aanschaffing en onderhoud van
schoolboeken, leermiddelen en
schoolbehoeften en schoolbi
bliotheken
Verlichting, verwarming en
schoonhouden
Andere uitgaven ter verzeke
ring van de goede gang van
het onderwijs
13.566,71 1.959,42 1.406,66 1.436,38
4-357,10
27.910,58
5.996,63
478,52
3. 559, 61 11
3.097,18 304,59
7.512,79 2.644,92
186,12 25.370,34 126,55
To tal en
Aftrek wegens gebruik school
lokalen voor andere doeleinden
51.831,02
716,67
6.183,67 35.386,97 f 4-512,44
Blijft
Kosten van instandhouding
Zonder kosten van instand
houding dus
51 i14,35
13.566,71
37.547,64.
Het krachtens artikel 32 van genoemd Besluit beschikbaar gestelde
bedrag is voor het jaar 1964 bij Uw besluit van 19 februari 1964, no* 2038,
vastgesteld op 208,80 voor het onderwijs aan zwakzinnige kinderen,
152,22 voor dezelfde soort, doch zonder de kosten van instandhouding,
129,62 voor het onderwijs aan schipperskinderen,
242,95 voor het onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk
heden en
118,-- voor het onderwijs aan woonwagenkampkinderen.