- 8 -
Overtreedt de erfpachter het verbod toch, dan moet de overdracht o.i.
nel geldig geacht norden; hot karakter van zakelijk recht laat beperking
van het vervrecmdingsrecht met zakelijke working naar onze mening niet toe.
Dit sluit echter obligatoire werking van het verbod (b,v. door een boete
beding) niet uit (vgl. Asser-Beekhuis II, Alg. Deel, p 12).
Het vijfde lid van artikel 20 bepaalt, dat, ingeval van overdracht of
overgang van hot orfpachtsrocht ondor bijzondere titel, de rechtsopvolger
naast do genezen erfpachter verplicht is te voldoen al hetgeen door die
erfpachter negens canon of anderszins mot betrekking tot hot erfpachts-
rccht nog aan de Gemeente verschuldigd is. Do woorden "onder bijzondere
titel" zijn toegevoegd omdat, ingeval van overdracht of overgang ondor al
gemene titel, deze bepaling niet past; do overdracht of overgang zelf be
paalt dan welk gedeelte van de schulden van de gewezen erfpachter op de
rechtsopvolger overgaat.
ïïij hebben ons nog afgevraagd, of het wel noodzakelijk is ook van
rechtsovergang onder bijzondere titel te spreken. Onze conclusie is, dat
dit wel wenselijk is en wel op de volgende gronden. Aan deze kwestie ligt
ton grondslag de strijdvraag, of het legaat (want daaraan moot hier worden
gedacht) een zakelijk dan wel een persoonlijk recht geeft. Is het eerste
het geval dan vormt hot legaat een wijze van oigondomsvorkrijging, zodat
levering door de erfgenaam aan de legataris niet nodig is. In deze opvat
ting is er sprake van "rochtsovorgang ondor bijzondere titel". Dit is de
opvatting, waarvoor de Hoge Raad zich (zij hot in de vorige eeuw) heeft
uitgesproken.
Langzamerhand heeft de gedachte veld gewonnen, dat do legataris door
hot overlijden van do testateur een persoonlijk recht heeft, schuldeiser
wordt en geen eigenaar van de gelegateerde zaak. De erfgenaam moet deze
dus daarna nog overdragen. Volgens deze opvatting zou mot "overdracht" in
artikel 20, vijfde lid, kunnen worden volstaan.
Zolang de Hoge Raad zich niet met deze nieuwe leor hoeft verenigd,
moet o.i. mot de oude rekening worden gehouden.
Do woorden "naast do gewezen erfpachter" zijn ingevoegd omdat het on
zeker is of alles wat "anderszins met betrekking tot hot orfpachtsrocht
nog aan do Gemeente verschuldigd is", wel als een kwalitatieve (dus ipso
facto overgedragen of overgegane) schuld kan worden beschouwd. Ingevolge
de voorgestelde bepaling kan de Gemeente nu in elk geval de gewezen erf
pachter wegens do schuld aanspreken.
X. Het eindigen van het erfpachtsrocht (artikel 21 tot en met 26).
Artikel 21 noemt drie wijzen waarop het orfpachtsrocht te niet kan
gaann1
a. verloop van de termijn, waarvoor de grond in erfpacht is uitgegeven;
b. beëindiging om redenen van algemeen belang of wegens onbowoonbaarver-
klaring;
c. vervallenverklaring.
ad a. (artt. 22 en 23) Wanneer het orfpachtsrocht eindigt door verloop van
de termijn, waarvoor de grond in erfpacht is uitgegeven, bepaalt - tenzij
heruitgifte aan do erfpachter plaats heeft - oen commissie van drie des
kundigen het bedrag, dat de Gemeente aan de erfpachter verschuldigd is als
vergoeding van do waarde van de opstallen. Aanvankelijk hadden wij de
commissie willen doen samenstellen door zowel do Gemeente als do erfpachter
een lid daarvan te laten benoemen en do benoeming van het derde lid op te
dragon aan de twee aldus benoemden. Aangezien ei" rekening moe moet worden
gehouden, dat gehele complexen erfpachtsterroinon togilijk weer vrij
vallen, lijkt het ons raadzamer, dat een commissie voor allo aan do orde
zijnde gevallen gezamenlijk kan worden benoemd in plaats van voor elk go-
val oen aparte commissie
- 9 -
Het bedrag van de vastgestelde waarde wordt, na aftrek van de taxatie
kosten en van hetgeen do erfpachter terzake van het erfpachtsrocht nog aan
de Gemeente verschuldigd is, aan de erfpachter uitgekeerd. Indien na het
eindigen van het orfpachtsrocht de grond en de daarop gestichte opstallen
niet goedschiks worden ontruimd, kan do Gemeente, daartoe uitdrukkelijk en
onherroepelijk gemachtigd bij de erfpachtsakte, do ontruiming op kosten van
de erfpachter doen "bewerkstelligen door middel van de .grosse der akte van
uitgifte in erfpacht.
ad b. (artt. 24 en 25) Wanneer naar het oordeel van de Gemeenteraad de Ge
meente, om redenen van algemeen belang, de beschikking over de in erfpacht
uitgegeven grond of oen deel daarvan dient te verkrijgen, kan bij besluit
van de Gemeenteraad het erfpachtsrecht op die grond of op dat deel daarvan
v/orden beëindigd. Wanneer het gedeelte van de grond, waarover de Gemeente
de beschikking dient te verkrijgen, bebouwd is of tenminste l/3 doel van
hot gehele desbetreffende perceel grond omvat, besluit do Gemeenteraad, in
dien de erfpachter het verlangen daartoe kenbaar maakt, tot beëindiging van
het erfpachtsrecht op dat gehele perceel grond.
Hot kan voorkomen, dat onbewoonbaarverklaring van een op erfpachts-
grond gestichte woning moot plaats hebben voordat de erfpachtstermijn is
verstreken. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Zo kunnen er sterke ver
anderingen plaatsgrijpen in do maatschappelijke opvattingen omtrent bewoon
baarheid; er kan een sterkere divergentie ontstaan tussen de technische en
de economische levensduur van een woning. Het lijkt ons van belang in der
gelijke gevallen do erfpacht te kunnen beëindigen. Hot dorde lid van
artikel 24 voorziet hierin.
Indien het erfpachtsrecht op een perceel grond of oen gedeelte daarvan
op een van deze wijzen eindigt, bepaalt een commissie van drie deskundigen;
a. do door de Gemeente aan de erfpachter te vergoeden waarde van de op het
perceel of op het desbetreffende gedeelte daarvan aanwezige opstallen;
b. of de erfpachter door de tussentijdse beëindiging van het erfpachtsrecht
schade lijdt en, zo ja, het door de Gemeente te vergoeden bedrag daarvan.
ad c. (art. 26) Vervallenverklaring van het erfpachtsrecht kan de Gemeente-
raad ingevolge het ontworpen artikel 26 uitspreken, wanneer;
1o de erfpachter langer dan zes maanden in gebreke is de canon te voldoen;
2. do erfpachter niet nakomt enige bepaling, gesteld of toepasselijk ver
klaard bij de uitgifte in erfpacht;
3. aan do in erfpacht uitgegeven grond aanmerkelijke schade is toegebracht
of van die grond grovelijk misbruik wordt gemaakt.
De sub 2 weergegeven bepaling lijkt op het eerste gezicht wol wat
streng. Hot komt ons echter voor dat de Gemeente in geval van zeer ernstige
wanprestatie toch wol tot vervallenverklaring moet kunnen overgaan, wanneer
ook het opleggen van een boete (art. 27) niet tot hot gewenste resultaat
leidt of kan leiden. Waarborgen voor oen redelijk toepass:.ng van deze be
paling zijn gelegen in het tweede lid. (waarschuwing, binnen minstens drie
maanden waarna geen vervallenverklaring kan worden uitgesproken) en het
zesde lid (zie hierna) van artikel 26.
Recht op schadeloostelling bestaat bij vervallenverklaring uiteraard
niet. Wel zal de Gemeente aan de erfpachter de waarde van de opstallen moe
ten vergoeden, tenminste als zij er oen gegadigde voor vindt. Hot zesde
lid van artikel 26 bepaalt hieromtrent dat de Gemeente hot desbetreffende
perceel opnieuw in erfpacht moet uitgeven voor het resterende gedeelte van
hot oorspronkelijke tijdvak. Het bedrag waartegen de uitgifte geschiedt
wordt, na aftrok van do kosten van heruitgifte en van hetgeen do gewezen
erfpachter terzake van hot erfpachtsrecht nog aan de Gemeente verschuldigd
is, aan die erfpachter uitgekeerd. De horuitgifte geschiedt t.a.v. bebouwde
percelen steeds, t.a.v. onbebouwde grond zo nodig, in het openbaar. Slaagt
de Gemeente niet in heruitgifte, dan is zij tot generlei uitkering ver
plicht