Kurkemeer achterwege blijven. Alhoewel wij ons nog geen definitief oordeel hebben gevormd over de wijze, waarop de dam en de daarop aansluitende weg in oostelijke richting zullen moeten worden.aangelegd, zijn wij toch van mening, dat het leggen van een dam ongeveer in het verlengde van de Kanaalweg voor onze Gemeente aantrekkelijke perspectieven biedt. Bij onze onderhandelingen met Gedeputeerde Staten hebben wij niettemin rekening gehouden met de mogelijkheid, dat doortrekking van de Kanaal- weg in oostelijke richting toch niet zal plaats vinden en dat derhalve de Esdoornstraat als uitgangspunt moet worden genomen met daaraan ver bonden de bouw van een brug over de Kurkemeer. Omdat de Kurkemeer ten behoeve van het koelwatercircuit moet worden verbreed, zal de te bouwen brug duurder worden dan nodig is bij handhaving van het water op de huidige breedte. Op grond van het bovenstaande hebben wij Gedeputeerde Staten medege deeld bereid te zijn mede te werken aan de realisering van het gewenste nieuwe koelwatercircuit, als bovenomschreven, er daarbij voorshands van uitgaande, dat in het verlengde van de Kanaalweg een dam wordt gelegd. Wij hebben echter gemeend aan die medewerking wel enige voorwaarden te moeten verbinden. In de eerste plaats wijzen wij U op de waarschijnlijk heid, dat - zij het wellicht niet verplicht - schadevergoedingen zullen moeten worden verleend aan bedrijven, die door het maken van een vaste waterkering in het Vliet worden gedupeerd. Voor zover deze bedrijven gevestigd zijn aan het gedeelte van het Vliet, gelegen ten oosten van de Poppcbrug, zouden de schadevergoedingen voor honderd procent ten laste van de Provincie dienen te komen. Aangezien de bedrijven, gelegen aan het Vliet tussen de Camminghabrug en de Poppebrug in hun belangen worden getroffen, zowel door de uitvoering van de werken ten behoeve van het provinciaal electriciteitseedrijf als door de van gemeentewege voorgenomen plannen tot demping van een deel van het Vliet, achtten wij het redelijk, dat de aan deze bedrijven te betalen schadevergoedingen door Provincie en Gemeente ieder voor de helft worden gedragen. Gedeputeerde Staten kunnen zich met deze voorwaarde verenigen. Het lijkt ons voorts redelijk, dat de provincie Friesland bijdraagt in de kosten van het leggen van de dam tussen de Kanaalweg en Schilkampen. De hierover met Gedeputeerde Staten gevoerde onderhandelingen hebben er ten slotte toe geleid, dat Gedeputeerde Staten zich bereid hebben verklaard te bevorderen, dat van provinciewege een bijdrage in de kosten van de dam wordt verleend. Deze bijdrage is vastgesteld op 100.000,-- en zal worden uitbetaald op het moment, dat het openbare water bij Schilkampen is afge sloten. Mocht het leggen van de dam geen doorgang vinden, dan zal, zoals hierboven reeds werd vermeld, wellicht toch nog .moeten worden overgegaan tot het doortrekken van de Esdoornstraat in oostelijke richting en de bouw van een langere brug over de Kurkemeer. Genoemd bedrag moet in dat geval worden aangemerkt als provinciaal aandeel in de meerkosten van de te bou wen brug. Eventueel mag de Gemeente deze bijdrage ook aanwenden voor de kosten van enige andere voorziening, waaraan onze Gemeente de voorkeur mocht geven. Toorts hebben Gedeputeerde Staten zich bereid verklaard te bevorderen, dat bij wijze van voorlopige oplossing -het nieuwe koelwatercircuit zal namelijk vermoedelijk eerder moeten functioneren dan de bovenbedoelde dam met wegzal kunnen worden aangelegd, weshalve voorshands een stalen damwand als afsluiting zal worden geslagen- een nieuwe voetbrug zal worden gebouwd tussen de Vuurdoornstraat en Schilkampen. Wij kunnen thans nog niet overzien, of tengevolge van het leggen van een dam m het verlengde van de Kanaalweg meer voorzieningen moeten worden getroifcn. Wij denken in dit verband aan het maken van een nieuwe zwaaikom bij Schilkampen. Gedeputeerde Staten zijn bereid om een voorziening, welke in enig verband staat met het vorenstaande en welke de industrialisatie van onze Gemeente ten goede mocht komen, desgewenst voor te dragen 'dj de Minis ter van Economische Zaken voor het verkrijgen van een infrastructuursubsi die en deze voordracht te steunen. Ten slotte delen wij U nog mede, dat voor het goed functioneren van het nieuwe koelwatercircuit onder meer het Ouddeel en de Kurkemeer moeten wor den verbreed. Daartoe zullen enkele grondstrookjes van onze Gemeente moeten v/orden gekocht. Anderzijds hebben Gedeputeerde Staten ons voorgesteld de door de Provincie in dat gebied aan te kopen purceelsgedeelten, welke niet voor de verbreding van het circuit nodig zijn, ten behoeve van de Gemeente over te nomen. De prijzen, welke voor de te verkopen en te kopen perceels gedeelten moeten worden betaald, zouden kunnen worden vastgesteld door de Provinciale Friese Taxatiecommissie. Wij hebben medegedeeld, dat wij be reid zijn om, na ontvangst van de gegevens van genoemde taxatiecommissie, een voorstel tot aan en verkoop tot Uw Raad te richten. Een voorstel ter zake kunt U derhalve binnenkort tegemoet zien. Teneinde echter de uitvoe ring van het plan voor het nieuwe koelwatercircuit geen vertraging te doen ondergaan, hebben wij er, na aanvaarding van de hierboven uiteengezette regeling met betrekking tot de afdamming van het Vliet, geen bezwaar tegen gemaakt, dat reeds gemeentelijke grondstroken aan het Ouddeel en de Kurke meer in gebruik worden genomen. Resumerende stellen wij U voor met de bovenomschreven regeling in te stemmen cn een besluit te nemen als in ontwerp hieronder is afgedrukt. Daarcij merken wij op, dat de Commissie voor Openbare V/erken zich met ons voorstel kan verenigen, met dien verstande, dat de Provincie Friesland tot een bevredigende regeling komt met de bedrijven, die door de in verband met het nieuwe koelwatercircuit uit te voeren werken, v/orden getroffen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 123