m Beroep van S. Zittema te Leeuwarden tegen de weigering van een door hem gevraagde "bouwvergunning voor de vernieuwing van de woning Wergeasterdyk 41onder Goutum. Bijlage no, 79» Leeuwarden, 4 maart 1966. Aan de Gemeenteraad. Be heer S. Zittema te Leeuwarden heeft bij een op 18 februari 1966 ingekomen schrijven bij Uw Raad beroep ingesteld tegen ons besluit van 10 januari 1966no. B 2895? waarbij wij op zijn verzoek om vergunning voor het geheel vernieuwen, veranderen en uitbreiden van de woning Wer geasterdyk 41 onder Goutum afwijzend hebben beschikt. Genoemd schrijven, alsmede onze afwijzende beschikking met bijbehorende bescheiden, liggen bij de stukken voor U ter inzage. Ingevolge het bepaalde in artikel 51 van de Woningwet moet het ver zoek om voorziening tegen de weigering van een bouwvergunning binnen een maand na de dag, waarop het afschrift van het besluit is verzonden, bij de gemeenteraad worden ingediend. Het desbetreffende afschrift is op 4 februari j.l. verzonden, zodat het verzoek om voorziening tijdig is ingediend en appellant in zijn beroep kan worden ontvangen. Be woning, die de heer Zittema wenst te vernieuwen, is gelegen in het gebied waarop het plan in hoofdzaken van de gemeente Leeuwarderadeel van toepassing is. Ter plaatse van de woning is de grond bestemd voor landbouw, tuinbouw en veeteelt met de daarbij behorende bedrijfsgebouwen. Het bouwplan is derhalve in strijd met het ter plaatse geldende uitbreidingsplan (thans bestemmingsplan), terwijl ook de bij het plan behorende overgangsbepaling niet voorziet in een verbouw als door de heer Zittema wordt voorgestaan. Toor een juiste beschrijving van de bestemming en de bij het plan behorende overgangsbepaling mogen wij IJ verwijzen naar de tekening met toelichting, welke eveneens voor U bij de stukken ter inzage ligt. Be gevraagde vergunning is dan ook op grond van het bepaalde in ar tikel 48 der Woningwet terecht geweigerd. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 24? vijfde lid, van de bouwverordening is appellant in de gelegenheid gesteld het beroepschrift mondeling toe te lichten. Het proces-verbaal van de daartoe gehouden zitting ligt eveneens voor U ter inzage. Op de zitting zijn geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht. Aangezien ook overigens geen gronden zijn aangevoerd die tot een andere beschikking zouden kunnen leiden als door ons genomen, stellen wij IJ voor de gevraagde voorziening ongegrond te verklaren. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. Tiekstra 1.-Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 143