Verordening inzake tegemoetkoming in studiekosten.
Bijlage no. 88. Leeuwarden, 7 maart 1966.
Aan de Gemeenteraad.
Mede naar aanleiding van een vraag in een vergadering van de Commissie
voer Georganiseerd Overleg hebben wij ons bezonnen op een herziening van
de huidige normen voor toekenning van een tegemoetkoming in studiekosten.
Ofschoon de huidige verordening, welke tot stand is gekomen in 1951
en sindsdien in opzet niet is gewijzigd, over het algemeen goed aan de ver
wachtingen heeft voldaan, heeft ook de ontwikkeling op dit gebied niet stil
gestaan. Wij zijn dan ook tot de conclusie gekomen dat het aanbeveling ver
dient om de mogelijkheden van tegemoetkoming in studiekosten te verruinen.
Ter toelichting van bijgaand ontwerp "Verordening inzake tegemoetkoming
in studiekosten 1966", waarvoor een in 1 962 uitgegeven ontwerp van de Samen
werkende Bonden van Overheidspersoneel ons tot leidraad heeft gediend, dient-
het volgende:
Art1in tegenstelling tot de oude verordening wordt het begrip ambtenaar
gedefinieerd
Art5nu de mogelijkheid meer nog dan voorheen aanwezig is een studiebeurs
te verkrijgen of bedragen te ontvangen van andere instellingen aan
de Gemeente, heeft het zin de ambtenaa.r hieromtrent in zijn verzoek
schrift te laten berichten;
Art. 4« de oude verordening kende een tegemoetkomingspercentage van 75 in de
studiekosten voor studies welke voor de Gemeenre van rechtstreeks
belang zijn.
In het nieuwe ontwerp is een differentiatie opgenomen van 25, 50
en 75afhankelijk van het belang dat de Gemeente bij de studie
heeft, in bijzondere gevallen met ten hoogste 25$ te verhogen, ter
wijl voorts een tegemoetkoming van 100$ kan worden toegekend in kos
ten van om- en herscholingscursussen van ambtenaren, die moeten wor
den herplaatst wegens reorganisatie van de dienst of wegens invali
diteit als rechtstreeks gevolg van de uitoefening van de functie;
Art. 5b.de bepaling betreffende vergoeding van reiskosten voor het noodza
kelijk volgen van lessen buiten de woonplaats, is uitgebreid met
een mogelijkheid van vergoeding van reiskosten naac het examen;
Art. 5c.de tegemoetkoming in de aanschaf van voorgeschreven studieboeken
is niet meer gebonden aan een maximum;
Art. 5d.tot nu toe vielen de examengelden wel, de diplomagelden niet onder
het begrip studiekosten. Er is geen gegronde reden de diplomagelden
van een tegemoetkoming uit te zonderen;
Art. 6 vijfde lid: deze aanvullende bepaling is noodzakelijk teneinde te
voorkomen, dat een ambtenaar, die 0:11 een of andere reden
zijn studie heeft gestaakt en deze op een later tijdstip
heeft hervat, een hogere tegemoetkoming zou ontvangen dan
bij een afdoening der studie binnen de normale termijn;
Art. 8b.overeenkomstig de rijksregeling zal de tegemoetkoming worden terug
gevorderd, voorzover het genoten bedrag de 380.00 overschrijdt;
Art. 9aangezien da mogelijkheden van tegemoetkoming in studiekosten worden
uitgebreid tot studies die niet rechtstreeks voor de gemeente van
belang zijn en het bovendien steeds meer gebruik is gaan worden van
andere overheidslichamen om niet terug te vorderen bij overgang naar
een ander overheidslichaam, heeft het opnieuw opnemen van het zgn.
wederkerigheidsbeginsel (ontheffing van verplichting tot terugbe
taling bij overgang naar een ander overheidslichaam, dat bij ontslag
ouder gelijke omstandigheden terugvordering achterwege laat) weinig
zin meer;
Art. 12.doze bepaling is wenselijk teneinde aan degenen, die reeds op grond
van de bestaande verordening een tegemoetkoming ontvangen, de rech-