Secretaris.
- 2 -
b. 75$ van de studiekosten, gemaakt voor op het dienstvak, waarbij de j
ambtenaar werkzaam is, gerichte opleidingen en andere opleidingen,
welke voor de door de ambtenaar beklede functie van rechtstreeks
belang zijn?
c. 50$ van de studiekosten, gemaakt voor opleidingen - niet zijnde
opleidingen, als bedoeld onder cl - welke, hoewel niet vallende on- I
der de onder a en b genoemde, toch voor de Gemeente van belang zijnI
d. 25$ van de studiekosten, gemaakt voor niet op de gemeentedienst ge
richte algemene opleidingen en andere opleidingen, welke als een I
vooropleiding moeten worden beschouwd. I
2. Burgemeester en Wethouders kunnen in zeer bijzondere gevallen,!
te hunner beoordeling, de tegemoetkoming in de studiekosten, bedoeld
in het eerste lid, onder b, c en d, met ten hoogste 25$ verhogen.
Artikel 5.
Onder studiekosten, bedoeld in artikel 4werden verstaan;
a. cursus-, les-, of collegegelden;
b. reiskosten, gemaakt ten behoeve van het noodzakelijk buiten de
woonplaats volgen van de in artikel 4 bedoelde opleidingen, als
mede ten behoeve van het afleggen van examens, en berekend naar
de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar vervoermiddel;
c. de kosten van voor de opleiding voorgeschreven studieboeken of aaarI
mede gelijk te stellen studiemateriaal;
d. examen- en diplomagelden.
Artikel 6.
1De tegemoetkoming wordt toegekend voor een door Burgemeester
en Wethouders bij de toekenning te bepalen 'termijnwelke wordt. berekeJ
naar de naar hun oordeel voor het beha.len van een diploma normaal te
achten duur van de studie.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen de in het vorige lid bedoel
de termijn met ten hoogste één jaar verlengen.
5. De voor de toekenning ingevolge het eersz en tweede lid i
paalde termijn wordt geacht in elk geval te zijn verlopen cp het tijd-1
stip, waarop de dienstbetrekking van de ambtenaar eindigt.
4. Wanneer de ambtenaar als gevolg van aan hem zelf te wijten
omstandigheden niet geregeld of onvoldoende studeert en daardoor naarl
het oordeel van Burgemeester en Wethouders niet in staat kan worden
geacht de studie binnen de in het eerste lid bedoelde duur met goed I
gevolg te volbrengen, kunnen Burgemeester en Wethouders de uitkering
van de tegemoetkoming staken of beëindigen.
5. Wanneer na toepassing van het vorige lid de gestaakte uitkerk,
wordt hervat, zal het totaal der tegemoetkomingen tot aan de beëindi
ging der studie geen hoger bedrag mogen belopen dan het bedrag, dat zo I
zijn toegekend, indien de studio normale voortgang sou hebben gevonden I
tot aan het einde van de krachtens het eerste en tweede lid gestelde
t e rmij n
Artikel 7-
De ambtenaar, aan wie een tegemoetkoming is toegekend, is ver
plicht zich na het verstrijken van de in artikel 6 bedoelde termijn
aan het eerstvolgende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen
en de uitslag van dit examen onder overlegging van de hem verstrekte
puntenlijst ter kennis van Burgemeester en Wethouders te brengen.
- 5 -
De toekenning van de tegemoetkoming in de studiekosten zal niet
plaats vinden dan nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard, dat
hi j
a. de uit dien hoofde genoten bedragen zal terugbetalen indien hij;
1.. de hem ingevolge artikel 7 opgelegde verplichting niet nakomt;
2. de studie, waarvoor du tegemoetkoming is verleend beëindigt,
voordat de in artikel 6 bedoelde termijn is verstreken, zonder
dat de studie tot het behalen van het diploma heeft geleid;
b. zo hij binnen 5 jaren na de dag, waarop do opleiding met goed gevolg-
is voltooid of waarop voor de laatste maal een uitkering overeen
komstig artikel 10 heeft plaats gevonden, de gemeentedienst verlaat
anders dan met recht op wachtgeld, uitkering cp grond van de Uit
keringsverordening of onmiddellijk ingaand pensioen of anders dan
bij rechtstreekse overgang in dienst van een ander openbaar licnaam,
zal terugbetalen zoveel zesendertigste gedeelten van de genoten te
gemoetkoming, -voor zover deze meer dan 500, bedraagt, als er
volle maanden aan het tijdvak van drie jaren entbreken.
Artikel 9»
Burgemees-f er en Wethouders kunnen de ambtenaar op zijn verzoek
al dan niet tijdelijk ontheffen van de op hem ingevolge de in artikel
8 genoemde verklaring rustende verplichting tot /erugbetc-ling
Artikel 10.
De uitbetaling van de tegemoetkoming geschiedt na afloop van elk
kalenderkwartaal, nadat de ambtenaar de bewijsstukken bezreffende rijr
uitgaven wegens studiekosten bij Burgemeester en l.ethouders heei ing
diend. De bewijsstukken betreffende de in artikel 5* onder c, bedoelde
studiekosten, dienen door of vanwege de studielei ding voor d.v:.ooia <-•-
zijn getekend.
Artikel 11..
Met ingang van de dag van inwerkingtreding van dez.j /erorden-ing
vervalt de Verordening inzake tegemoetkoming in studiekosten (Gemeen
tebladen 1951, no,. 18; 1959 no. 19; 1960, no. 4 en 1962, no. Ui-
Artikel 1 2
Tegemoetkomingen in studiekosten, toegekend met toepassing v<a.n de
Verordening inzake tegemoetkoming in studiekosten (Gemeentebladen ijji
no. 18; 1959, no. 19; 1960, no. 4 en 1962, no. 1f), worden, gerekend
vanaf do dag van inwerkingtreding van de verordening geacht te zijn
toegekend met toepassing van deze verordening.
Artikel 15
1Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening inzake
tegemoetkoming in studiekosten 1966".
2. Zij treedt in werking met ingang van 1 april 1966.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.