Medewerking voor ophoging en bestrating van het plein met bijbehorende
grond en fietsenhokken bij de Chr. school te Wirdum.
Bijlage no. 109.
Leeuwarden, 14 april 1966.
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur der Yereniging tot Bevordering van Christelijk Nationaal
Schoolonderwijs te Wirdum, heeft bij een op 7 maart 1966 ingekomen aan
vrage verzocht, gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor opho
ging en bestrating van het plein met de bijbehorende grond en fietsenhokken
bij de Christelijke school voor gewoon lager onderwijs, aldaar.
Bij een ter plaatse ingesteld onderzoek is geconstateerd, dat het
terrein van de school 30 a 40 cm. is verzakt. Leze verzakking kan niet
worden gelijkgesteld met verzakkingeh, zoals die zich dikwijls rond nieuw
gebouwde scholen voordoen. 'Be ernstige verzakking bij de Christelijke school
te Wirdum moet. blijkbaar worden toegeschreven aan de bodemsituatie ter
plaatse en kan derhalve ook niet worden geweten aan een bij de aanleg ge
maakte constructiefout.
Als gevolg van deze verzakking verkeert het gehele terrein thans in
een zodanige onhoudbare toestand, dat een grondig herstel absoluut nood
zakelijk is. Hoewel het herstel van het terrein in zekere zin wellicht
kan, worden aangemerkt als onderhoud, zal haar onze mening in dit geval toch
een beroep kunnen worden gedaan op artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920.
Bit artikel biedt namelijk de mogelijkheid tot het verlenen van medewerking
voor "herstel, niet het gewone onderhoud betreffende". Bit herstel behoeft
dan niet betrekking te hebben op een constructiefout.
Gezien de situatie, waarin heb terrein van de school verkeert en reke
ning houdende met hetgeen bij andere scholen aan pleinverhoging pleegt te
worden besteed, kan in het onderhavige geval naar ons oordeel stellig
van abnormaal onderhoud worden gesproken. Het wil ons dan ook voorkomen,
dat de ophoging en bestrating van het schoolplein met de bijbehorende
grond en fietsenhokken bij de Christelijke school te Wirdum kan worden
gerangschikt onder de rubriek herstel, niet het gewone onderhoud betref
fende"
Boor de voorgenomen voorzieningen zullen naar onze mening de normale
eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet worden overschreden
Aangezien de aanvrage ook overigens voldoet aan de in artikel 75 der
wet gestelde eisen, dient de gevraagde medewerking te worden verleend.
Wij adviseren U daarom te besluiten overeenkomstig het hierna opge
nomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. Tiekstra
1-Burgemeester
de Jong
Secretaris