No. 5517 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen een op 3 januari 1966 ingekomen aanvrage van het bestuur der Vereniging voor Christelijk Schoolonderwijs alhier, van gelden uit de gemeentekas, te mogen ontvangen voor het aanbrengen van een naad loze vloerbedekking in de scholen voor gewoon lager onderwijs aan de Fonteinstraat, de Koningin Wilhelminaschool en aan de Robert Kochstraa de Juliana van Stolbergschoolalsmede in het schoolgebouw aan de Mar- garetha de Heerstraat, waarin een dependance van de school voor voort gezet gewoon lager onderwijs, de Marnixschool, is gevestigd; overwegende, dat de aanvrage voldoet aan de in artikel 73 óer Lager-onderwijswet 1920 gestelde eisen; dat door inwilliging van de aanvrage de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden; gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 14 april 1966 (bijlage no. 118); BESLUIT de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Op 29 september 1965 sprak Uw Raad zich in beginsel uit voor vestiging van het bodecentrum op het oostelijke gedeelte van het parkeerterrein, ge legen ten oosten van de Heliconweg en tussen de Harlingertrekweg en de TesselschadestraatBij brief van 1-i oktober 1965 deelde- het bestuur van de vereniging "Coöperatief Bodehuis Leeuwarden GA" mede, met de aangewezen plaats zeer ingenomen te zijn. Nu do bouw van de provinciale bibliotheek zijn voltooiing nadert cn Uw Raad op 23 februari j.l. het plan voor de herindeling van het Oldc-hoofstar kerkhof heeft vastgesteld, dient de verplaatsing van het bodecentrum zo spoedig mogelijk zijn beslag te krijgen. Het is U bekend, dat het "Coöperatief Bode-huis Leeuwarden G.A." op het Oldehoofsterkerkhof is gehuisvest in een tijdelijke loods. Deze is niet alleen te klein, maar biedt ook te weinig mogelijkheden voor een vlotte aan- en afvoer der goederen. De ontwikkeling van plannen voer een meer de finitieve en betere accommodatie is een aantal jaren vertraagd door de on zekerheid over de plaats waar het bodecentrum zou worden gevestigd. Nu daaromtrent overeenstemming bestaat, heeft het bestuur van het "Coöperatief Bodehuis Leeuwarden GA" oen architect opdracht gegeven, plannen uit t;. wer ken voor de bouw van een goederenloods, enkele kantoren, een kantine en twee woningen, oen en ander overeenkomstig het schetsplan, dat bij de stukken voor U ter inzage is gelegd. De vooruitzichten omtrent het tijdstip van realisering van het nieuwe bodecentrum zijn momentcel zodanig, dat nog dit jaar met de bouw kan worden begonnen. Het lag oorspronkelijk in de bedoeling het Oldehoofsterkerkhof vóór 1 september 1966 door de bodediensten te doen ontruimen, zulks in verband motde voorgenomen herindeling van het plein en de ingebruikneming van de provinciale bibliotheek. Aan het provinciaal bestuur waren toezeggingen in deze geest gedaan Aangezien realisering van hot definitieve plan vóór 1 september 1966 niet mogelijk is, nebben wij ons tot het Provinciaal Bestuur van Friesland gewend met het verzoek er mee in te stemmen, dat de bodediensten op het Oldehoofsterkerkhof blijven gehuisvest tot hét tijdstip waarop de nieuwe goederenloods op de nieuwe vestigingsplaats in gebruik kan worden genomen. Op grond van gevoerde besprekingen verwachten wij dat het College van Ge deputeerde Staten zich hiermee accoord zal verklaren. Onzerzijds zal worden gezorgd dat de trottoiraanlog en de straatverbetering zoals bedoeld in Uw besluit van 23 februari voornoemd, in de omgeving van het bibliotheekge bouw ten tijde van de officiële ingebruikneming gereed zal zijn. Voor het overige deel van het plein sullen deze werkzaamheden uitgesteld worden tot na de ontruiming van het plein, derhalve totdat het bodecentrum is overge bracht naar het nieuwe terrein. De realisering van de plannen is voor het bestuur van het"Coöperatief Bodehuis Leeuwarden Ga" geen eenvoudige zaak, vooral met het oog op de financiering van het project, dat naar raming rond 1.000.000,-- zal gaan kosten. Reeds in de eerdergenoemde brief van 11 oktober 1965 heeft het bestuur van het "Coöperatief Bodehuis Leeuwarden GA" een beroep op de gemeente ge daan om de vereniging tegemoet te komen in de kosten van de verplaatsing van het bodecentrum. De vereniging' kan terzake geen juridische aanspraken doen gelden, doch verkeert feitelijk wel in een situatie, die vergelijkbaar is met die van een ander bedrijf, dat tengevolge van stedebouwkundige maatre gelen van vestigingsplaats moet véranderen. Mede gelet op het grote belang van oen goed funktionerend bodecentrum voor d- economische aktivitciten in onze gemeente, hebben wij ons dan ook bereid verklaard, Uw Raad voor te stel-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 238