10. 11 12. 13 - d - bij niet-naluving van één der verplichtingen of verboden, bedoeld onder 4 en verbeurt de nalatige, c.q. overtreder aan de gemeente V°f iSdere nie t-^koming of overtreding een boete van J^ü.au,--; deze boete is verschuldigd door het enkele feit der niët-nalevmg, zonder dab enige uitdrukkelijke ingebrekestelling behoeft plaats te vinden; de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van overdracht; indien de akte van overdracht door toedoen van de koper niet nota rieel wordt verleden binnen één maand nadat dit raadsbesluit de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Friesland heeft verkregen, is koper vanaf de datum, vallende één maand na de datum van goed-' reuring van het raadsbesluit tot de dag, waarop de akte wordt ver leden, aan de gemeente Leeuwarden over de koopsom een rente ver schuldigd, berekend naar 6 per jaar; het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan geheven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de levering voor rekening van do koper; de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot üie wegens uitwinning; partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1p02 en 1303 van het Burgerlijk Wet-"' boek de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt en verleden voor een door koper aan te wijzen notaris to Leeuwarden; de te stichten opstallen dienen to worden ontworpen onder super visie van de architect der gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in do openbare vergadering van Voorzitter. 9 o Huurverhoging bedrijf spanden, Bijlage no. 17 Leeuwarden, 20 januari 1966. Aan de Gemeenteraad. Krachtens de per 1 januari 1966 gewijzigde huurvoorschriften zijn de huurprijzen van bedrijfspanden, welke tot stand zijn gekomen met financiële steun van het Rijk, in het algemeen met 1 Qf/o verhoogd. De huurprijzen van dergelijke panden, welke zonder Rijkssteun tot stand kwamen, zijn vrij en kun nen, indien daartoe aanleiding bestaat, worden verhoogd. De mogelijk geworden huurverhoging van eerstbedoelde categorie bedrijfs panden is voor ons aanleiding geweest te onderzoeken of en zo ja, in hoe verre een huurverhoging dient te worden toegepast op aan de lemeenme in eigendom toebehorende bedrijfspanden, tot stand gekomen zonder financiële steun van het Rijk. Het bovengenoemde onderzoek heeft tot resultaat gehad, dat naar onze mening de huurprijs van een aantal bedrijfspanden die niet in het Woningbe drijf zijn ondergebracht dient te worden herzien. Daarbij zijn wij er van uit gegaan, dat de huurverhoging gelijk moet zijn aan die van de met Rijkssteun tot stand gekomen bedrijfspanden en derhalve 1070 moet bedragen. De huren van de overige bedrijfspanden der gemeente, welke zijn ondergebracht in het Woningbedrijf, zullen eveneens met dit percentage kunnen worden verhoogd. Wij hebben ons dan ook met de huurders van de betreffende panden, waarvoor on grond van de met hen gesloten huurovereenkomsten een huurver hoging mogelijk is, in verbinding gesteld. Deze huurdershebben geen be zwaar gemaakt tegen een verhoging van 10°/o van de huurprijs met ingang van de dag, waarop zulks krachtens de lopende huurovereenkomst mogelijk is. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen Burgemeester, de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 23