- cMT
No. 5625.
DE RAAD DER GI
5ENTE LEEUWARDEN
Gelezen hot voorstel van Burgemeester en ïïethouders van 15 april
1966 (bijlage no. 127);
SLUIT:
5.
6
met P. Eisma, wonende Badweg 3 alhier (gehuwd met H. Oljans) en
met J. Eisma, wonende Badweg 5t> alhier (gehuwd met Z. Veltman)
samen handelende onder de naam "Firma J. Eisma en Zonen", ge
vestigd te Leeuwarden, een overeenkomst van grondruil aan te gaan,
waarbij
do gemeente Leeuwarden van P. en JEisma, voornoemd, in eigendom
overneemt de op de bij dit besluit behorende tekening, gemerkt I,
roodomlijnde percelen grond gelegen ten noorden van do Badweg,
kadastraal bekend; gemeente Huizum, sectie F, nummer 392, groot
3895 m2, met de daarop staande woning en; gemeente Huizum, sectie
F, nummer 16, groot 235 m.2met de daarop staande woning, alsmede
de op deze percelen staande vruchtbomen, bessenstruiken en ge
bouwen, doch met uitzondering van de glasopstanden cum annexis en
het platglas, de plaatijzeren hokken en de houten en betonnen
bakken voor platglas, zomede de centrale vorwarmingsinstallatie
en de rogenwaterbakken;
de gemeente Leeuwarden aan P. on J. Eisma, voornoemd, in eigendom
overdraagt het op de mode bij dit besluit behorende tekening, ge
merkt II, blauwomlijnde perceel weiland, gelegen aan do Techumor-
dyk onder Goutum, deel uitmakende van het perceel, kadastraal be
kend; gemeente Huizum, sectie F, nummer 109, ter grootte van onge
veer 848O m2, een en ander onder de volgende bedingen;
de ruiling van de onder a. en b. bedoelde eigendommen geschiedt
onder bijbetaling van een toegift, groot f. 103.810,-- door de
gemeente Leeuwarden;
de te ruilen eigendommen worden overgedragen met alle daarop rus
tende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan verbonden rechten,
doch vrij van huur en hypotheek;
do levering en de betaling van de toegift geschieden op de dag van
het verlijden van de akte van overdracht;
van de levering af komen allo zakelijke lasten en belastingen,
welke van de over te dragen goederen -worden geheven, voor rekening
van de verkrijgers;
de vervreemders zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk ïïot-
bock
de schade welke voor de hiervoor genoemde personen zal ontstaan,
doordat door hen in de toekomst te derven inkomen, begrepen in do
vorengenoemde toegift, aan hen als een bedrag ineens wordt uitge
keerd en van dit bedrag een hogere som aan inkomstenbelasting
wordt geheven dan van de gezamenlijke bedragen, welke hen zouden
toekomen, indien de schade hen van jaar tot jaar sou worden be-
W' wüt