- 2 - 6. Desgewenst dienen de verenigingen inzage te geven in de ledenadmini- stiatie en de boekhouding aan een door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar, die met de controle is belast. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Verdeling subsidie voor het jeugdwerk. Bijlage no. 134 Leeuwarden, 6 mei 1966. Aan de Gemeenteraad. Ten behoeve van de subsidiëring van het jeugdwerk wordt in de gemeen tebegroting sedert 1963 elk jaar een bedrag van 6.000,-- geraamd. Voor de verdeling van dat bedrag moet door Uw Raad nog een regeling worden vast gesteld. Dezelfde oorzaken, als die, welke wij hebben aangegeven in ons voor stel inzake de verdeling van het jeugdsportsubsidie (bijlage no.133)? hebben er toe geleid dat ook het ontwerpen van een regeling voor de ver deling;: van het jeugdwerksubsidie aanzienlijk is vertraagd. Ook voor de verdeling van de beschikbare bedragen voor subsidiëring van het jeugdwerk moeten wi'j volstaan met het aanbieden van een ontwerp voor een voorlopige regeling, geldende voor de jaren 1963 t/m 196b. Bij het ontwerpen van deze regeling is er naar gestreefd reeds de grondslagen te leggen voor de toekomstige definitieve subsidie-regeling. Aangezien bij het ontwerpen van een subsidieregeling voor het jeugd werk zich soortgelijke problemen hebben voorgedaan als bij het ontwerpen van de subsidieregeling voor de jeugdsport, hebben wij er naar gestreefd de ontwerp-subsidieregelingen voor de jeugdsport en voor het jeugdwerk zoveel mogelijk met elkaar in overeenstemming te doen zijn. Vij hebben daarom in eerste aanleg onderzocht of de eenvoudige methode van subsidië ring naar een bepaald percentage van de contributieopbrengsten de aange wezen weg zou zijn. Bij alle verschillen in aard en organisatievorm der jeugdverenigingen lijkt de contributieopbrengst een vastomlijnde en cveral voorkomende post te zijn. Bij de grote verscheidenheid van jeugd organisaties gaat dit echter niet geheel op, Sr zijn namelijk ook organi saties, die geen contributies heffen, omdat zij slechts overkoepelende organen zijn voor een aantal clubs. Deze clubs heffen wel contributies van hun leden. Ka verkregen inlichtingen over de door de clubs geheven contri butiebedragen per lid hebben wij in deze gevallen een o.i. aanvaardbare raming gemaakt, van de aan de overkoepelende organisaties uit te keren subsidies. Een verdeling over de clubs naar rato van de contributieop brengsten kan dan wel aan de overkoepelende organisaties worden overgelaten. Omdat de gegevens niet geheel exact zijn en bij de veelsoortige or ganisatievormen en financiële regelingen mogelijk nog andere niet aan het licht getreden onvolledigheden invloed kunnen uitoefenen, verdient het aanbeveling naast de contributieopbrengst nog een tweede subsidiegrond slag te kiezen, om de invloed van eventuele onvolkomenheden die uit toe- pa. sing van de eerste grondslag voortvloeien te matigen. Als tweede grondslag is eigenlijk alleen het aantal leden geschikt. De hiorov r verstrekte gegevens zijn redelijk betrouwbaar. Voor andere gegevens, b.v. inzake gemaakte kosten, blijken geheel verschillende ru briceren Sf.:. ethoden te zijn gevolgd, waardoor deze gegevens niet goed bruik- baar zijn. Uit aann van een beschikbaar bedrag van f 6.000,-- per jaar zou

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 278