i
1 WTWr*
,/t"
Grotere vrijheid op het gebied van de contingentering van de
lossere vormen van huurprijsbeheersing en huurbescherming en
intrekking woonruimtewet 1947»
woningbouw,
geleidelijke
Bijlage no- 166.
Leeuwarden, 27 mei 1966,
Aan de Gemeenteraad.
Be Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft zich
bij circulaire van 15 april j.l. via Gedeputeerde Staten van Vriesland tot
de raden der onderscheidene gemeenten in deze provincie gericht, waarbij hij
zijn voornemen uiteen zet om de totstandkoming te bevorderen van een aantal
maatregelen met betrekking tot de vrijlating van de particuliere woningbouw,
lossere vormen van huurprijsbeheersing en huurbescherming en geleidelijke
intrekking van de Woonruimtewet 1947? zulks met het doel naar meer normale
verhoudingen terug te keren- Mede gelet op artikel 28a, tweede lid, van de
Huurwet en artikel 31 van de Woonruimtewet 1947? krachtens welke bepalingen
het advies van de betrokken gemeenteraden moet worden ingewonnen alvorens
wordt overgegaan tot aanwijzing van gemeenten, waar de genoemde wetten geheel
of gedeeltelijk niet meer van toepassing zullen zijn, vraagt de Minister ook
aan Uw Raad zijn standpunt ten aanzien van de voorgenomen maatregelen te
bepalen en dit ter kennis te brengen van Gedeputeerde Staten- Een exemplaar
van de ministeriëlecirculaire doen wij U hierbij toekomen-
Be voorgenomen maatregelen kunnen als volgt worden samengevat:
a. opheffing van de contingentering van de gesubsidieerde en de ongesubsi
dieerde particuliere woningbouw- Met betrekking tot de laatstgenoemde
categorie woningen blijft echter een beperking bestaan en wel voorzoveel
betreft de bouw van zeer luxueuse woningen,van zogenaamde tweede woningen
en van weekendhuizen- Beze maatregel zou reeds medio 1966 kunnen ingaan.
Be bouw van woningwetwoningen wordt niet vrijgelaten,
b- opheffing van de huurprijsbeheersing en van de huurbescherming- Beze
maatregel houdt onder meer in, dat de huurprijzen in het algemeen worden
vrijgelaten- Hierop worden twee uitzonderingen gemaakt, namelijk ten
aanzien van de gesubsidieerde particuliere woningen, zolang in de exploi
tatie daarvan nog jaarlijkse bijdragen uit 's Rijks kas worden ontvangen
en ten aanzien van de woningwetleningen. In het, ter uitvoering van de
nieuwe Woningwet vastgestelde, Besluit geldelijke steun volkshuisvesting
is namelijk bepaald, dat ten aanzien van deze categorieën woningen over
heidstoezicht blijft gehandhaafd. Er is derhalve een waarborg aanwezig,
dat deze woningen zoveel mogelijk moeten worden verhuurd tegen huren, die
in overeenstemming zijn met de in het verkeer geldende huren van
gelijksoortige en gelijkwaardige woningen.
Wil er op het gebied van de huurprijzen vrijheid kunnen bestaan, dan
zal ook de huurbescherming moeten worden opgeheven. Be ene maatregel zou
zonder de andere weinig effect sorteren. Be Minister neemt zich dan ook
voor te bevorderen, dat het recht op huurbescherming vervallen wordt ver
klaard, zij het, dat daarvoor overeenkomstig de artikelen 28c tot 28h van
de Huurwet een nieuw regime van "ontruimingsbescherming" in de plaats
treedt. Het laatste komt er op neer, dat de verplichting tot ontruiming
voor de zittende gewezen huurder van rechtswege wordt geschorst. Beze
schorsing eindigt twee maanden na het tijdstip, waartegen do ontruiming
is aangezegd. Beze termijn kan door de kantonrechter worden verlengd tot
ten hoogste twee jaren voor woningen. Voor bedrijfspanden is deze termijn
in artikel 28e van de Huurwet gesteld op drie jaren. Be vergoeding, die
gedurende de termijn van opschorting der ontruiming voor het goed moet
worden betaald, kan volgens het laatstgenoemde artikel van de Huurwet door
de kantonrechter, na ingewonnen advies van de huuradviescommissie, worden
vastgesteld. Beze moet bedoelde huurvergoeding bepalen op een -gpzien
het huurpeil ter plaatse - redelijk te oordelen bedrag. Als datum van in
gang van deze lossere vorm'en van huurpri jsbeheersing en huurbescherming
denkt de Minister aan 1 april 1967 voor de gemeenten beneden 10.000 inwo
ners en 1 september 1967 voor de andere gemeenten.