.#.4r - 2 ambtenaar te verplichten zich te doen onderwerpen aan een pensioenkeuring. Artikel 45. Buiten twijfel is gesteld, dat de ambtenaar, behoudens ontheffing, verplicht is zich te onderwerpen aan een vanwege de gemeente ingesteld röntgenologisch onderzoek. Artikel 45a.. Ingevoegd zijn nieuwe bepalingen voor het verlenen van een uitkering ingeval van invaliditeit in en door de dienst. De uitkeringsnormen zijn conform de regeling voor het rijkspersoneel. Artikel 46. Dit artikel, handelende over de aanvullende uitkering op een invalidi teitspensioen, wordt zodanig gewijzigd, dat het verschil tussen de gewezen ambtenaar met invaliditeitspensioen en de gewezen ambtenaar met een pen sioenvervangende uitkering, wordt weggenomen. Artikel 55. Om het nisverstand uit de weg te ruimen dat de zgn. hardheidsclausule slechts kan worden toegepast over ziektekosten, gemaakt in een kalender jaar, is dit artikel redactioneel enigszins gewijzigd. Artikel 54. Ten..aanzien van de verhindering om dienst te doen wegens zwangerschap wordt de ongehuwde ambtenares thans gelijkgesteld met de gehuwde ambtena res Artikel 61 Evenals bij ziekte is de ambtenaar ook in andere gevallen, waarin hij verhinderd is zijn dienst te verrichten, verplicht hiervan mededeling te doen. Artikel 62 Volgens de huidige redactie is de ambtenaar, behoudens ontheffing van Burgemeester en Wethouders, verplicht te wonen binnen de gemeente. In een aantal gemeenten doet zich de behoefte voor om het verplichte woongebied der ambtenaren, geheel of voor gedeelten, te kunnen uitbreiden tot buiten de grenzen der gemeente. Het Centraal Orgaan heeft overwogen, dat deze behoefte zou kunnen ontstaan uit bijzondere plaatselijke omstandigheden, welke bij handhaving van de huidige tekst van artikel 62, tot een veelvul- dig gebruik van de in dit artikel gelegen ontheffingsmogelijkheid zouden leiden. De mogelijkheid tot vorenbedoelde verruiming van het verplichte woongebied der ambtenaren is in de nieuwe tekst in het derde lid gegeven. Haar onze mening behoeft tegen de voorgestelde wijziging op zichzelf te bestaan. V/ij zien echter vooralsnog geen aanleiding gebruik algemeen verbindend voorschrift een ge- dan hetwelk wordt bepaald door de grenzen geen bezwaar te maken van onze bevoegdheid bij bied aan te wijzen, dat ruimer is der gemeente. Arbeidsovereenkomstenverordening. Artikel 19, achtste lid. Nu van het zgn. "doorplakken" van rentezegels geen sprake meer kan zijn als gevolg van een gedeeltelijke liquidatie van de verzekeringen, be doeld in de invaliditeitswetten, kan deze bepaling vervallen. Artikel 21, artikel 25 en artikel 26. Deze artikelen verwijzen naar enkele artikelen van het Algemeen Ambte narenreglement Artikel 14, eerste lid. 'Tot het onredelijk beëindigen van werkgeverszijde van de arbeidsover eenkomst, behoort ook ontslag tijdens vervulling van militaire dienstplicht van de werknemer. Teneinde dit duidelijk te stellen, wordt naast art. I639h, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, (ontslag tijdens ziekte), thans aangehaald art. I639h, derde lid van dit wetboek. Wachtgeldregeling. Artikel 19. In verband met het verdwijnen uit de nieuwe Pensioenwet van het ver vroegd ouderdomspensioen is een overgangsbepaling nodig, teneinde te voor komen dat degenen, die een zodanig pensioen genieten, in een gunstiger of ongunstiger positie zullen komen te verkeren. Artikel 21 Deze regeling zal voortaan worden aangeduid als "Wachtgeldverordening" Uitkeringsverordening. Hieuw artikelI9(ontwerp) Hiervoor wordt verwezen naar artikel 19 van de Wachtgeldregeling. Yerplaatsingskostenverordening. Artikelen 1, eerste lid, su/b i, 5, 7, eerste lid, 8 en 9. Het betreft hier redactionele verbeteringen. Artikelen 1, eerste lid, sub h, 2, derde lid, 3; tweede lid, 4a, eerste lid, 7, tweede en derde lid. Deze bepalingen zijn aangepast aan het nieuw ontworpen artikel 62 van het Algemeen Ambtenarenreglement. Artikel 4, tweede lid. Het minimum-vergoedingsbedrag voor zgn. inrichtingskosten, dat oor spronkelijk 500,-- was, kwam ongeveer overeen met het maximum maandbedrag van de salarisschaal, behorende bij de rang van adjunct-commies. In afwachting van de wijziging van de Verplaatsingskostenverordening en in navolging van de terzake door het Rijk getroffen maatregelen, hebben wij op 31 mei 1965 reeds besloten de vergoeding voor de zgn. inrichtingskosten gelijke tred te doen houden met de salarisbeweging. Voorts heeft het Centraal Orgaan ter plaatselijke keuze in het model- Verplaatsingskostenverordening een artikel 10a opgenomen betreffende een tegemoetkoming in de kosten van lokaal vervoer binnen het woongebied naar en van het werk, zulks naar aanleiding van een (voorlopige) Rijksregeling. Deze regeling gaat er vanuit, dat het vervoer van woning naar werk in prin cipe een aangelegenheid van de ambtenaar zelf is. Ingeval-.de vervoerskosten excessief hoog zijn, heeft de Rijksambtenaar aanspraak op reiskostenvergoe ding. Aangezien dergelijke omstandigheden zich in deze gemeente niet voor doen, voorziet de voorgestelde bepaling hier niet in een behoefte. Zij ware dan ook niet in de Verplaatsingskostenverordening op te nemen. V/ij stellen U voor te besluiten comform de hierbij gevoegde ontwerp besluiten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, Harmsma, Burgemeester. de Jong, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 355