No. 8055a-,
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 16 juni
1966 (bijlage no, 167);
gezien de brieven van het Centraal Orgaan inzake gemeenschappe
lijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden d.d,
27 september 1965» no, 508 en 24 februari 1966, no. 121;
B E S L U I T 2
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging van het Algemeen
Ambtenarenreglement
Artikel I.
De navolgende artikelen worden gelezen of gewijzigd als volgt;
Artikel 8, zesde lid
Een aanstelling in tijdelijke dienst, als bedoeld in het vierde
lid, onder b en c, duurt niet langer dan twee jaren. Hetzelfde geldt
ton aanzien van een aanstelling in tijdelijke dienst van personen
als bedoeld in het vierde lid, onder e, indien zij ambtenaar zouden
zijn in de sin van de Algemene burgerlijke pensioenwet. De termijn van
twee jaren kan in bijzondere gevallen met een jaar worden verlengd.
Artikel 15, tweede lid
Sub c vervalt.
Sub e vervalt
Sub d wordt sub c.
Artikel 15, eerste lid
De bevordering geschiedt door het gezag, dat bevoegd is tot
aanstelling in het ambt, waartoe bevorderd wordt.
Ten aanzien van het besluit tot bevordering is van overeenkomstige
toepassing het bepaalde in het eerste lid en in het tweede lid, onder
c, van artikel 1J,
Artikel 16, eerste lid
De bezoldiging der ambtenaren wordt bij afzonderlijke verordening
geregeld.
De bezoldiging omvat het salaris, de in die verordening omschreven
emolumenten en toelagen, alsmede - ingeval daarin bij of krachtens
vorenbedoelde verordening is voorzien - de aan de ambtenaar toegekende
prestatiebeloning.
Onder salaris wordt verstaan het voor de ambtenaar per maand
geldende bedrag uit de schaal van vorenbedoelde verordening waarin de
amutenaar is ingedeeld dan wel het bedrag dat voor zijn ambt afzonder
lijk in de vorenbedoelde verordening is vastgesteld.