- 2 - "Iq Hot ontwerp-bosluit no. 1259 is vrijwel gc-heol afgestemd op eerder genoemd model van Gedeputeerde Staten. Enkele wijzigingen ten opzichte van dit model en ten op zichte van de bestaande verordening lichten wij hier onder nader toe. Op enkele punten was afwijking van hot model nodig als gevolg van do totstandkoming van de reeds eerder genoemde wet van 14 juli 1965? S. 551» Deze wet geeft per 1 januari 1963 con betere regeling van hot weduwen- en wezenpensioen. Volgons de oude regeling bedroeg het weduwenpensioen de helft van het pensioen als wethouder, dat per dienstjaar (mot een maximum van 20 dienstjaren), 3'W° van de laatstelijk alszodanig genoten wedde be draagt. Volgens do nieuwe regeling, zoals deze thans is neergelegd in arti kel 27 van laatstbedoeld ontwerp-besluitbedraagt het weduwenpensioen .2,2^0 per dienstjaar van de laatstgenoten wedde. Dit betekent automatisch een verhoging van hot wezenpensioen, dat bij halve wezen l/5 on bij volle wezen 2/5 deel van het weduwenpensioen bedraagt. Ten aanzien van onderstaande artikelen zijn wij afgeweken van de thans bestaande verordening of van het model van Gedeputeerde Staten. 1° Artikel 2, derde lid. Een aan een gewezen wethouder toegekende uitkering, kan na afloop van de hiervoor gestelde termijnen worden voortgezet. Do bevoegdheid om hier toe to besluiten wordt toegekend aan Burgemeester en Wethouders, Wanneer zij van deze bevoegdheid gebruik maken, doen zij hiervan in de eerstvolgen de raadsvergadering mededeling. In de bestaande verordening kan slechts de Raad tot voortzetting van do uitkering besluiten, zulks op schriftelijk verzoek van de belanghebbende; 2° Artikel 5. In tegenstelling tot de bestaande verordening is in hot model van Gedeputeerde Staten geen bepaling opgenomen betreffende eventueel toe te kennen kindertoelage boven de uitkering. In het ontwerp is hiermede uiter aard wel rekening gehouden; 3° Artikel 4. De uitkering zal maandelijks, in plaats van zoals tot dusver, drie maandelijks plaats vinden. In het model van Gedeputeerde Staten is oen bepaling opgenomen, dat de aanspraak op pensioen van reeds verschonen pensioentermijnen vervalt bij niet-invordoring binnen twee jaren. Deze bepaling is in het model niet opgenomen voor de eventueel toe te kennen uitkering. Het lijkt ons evenwel logisch en bovendien in overeenstemming met de bestaande verordening, welke de invorderingsmogelijkheid echter beperkt tot een jaar, de aan spraak op uitkering eveneens te doen vervallen bij niot-invordering binnen twee jaren; 4° Artikel 5. De uitkering van een gewezen wethouder, die inkomsten gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen op of na de dag, waarop hij heeft opgehouden wethouder te zijn, wordt met het bedrag dier inkomsten verminderd. ïïij achten het noodzakelijk artikel 5 van eerderge noemd model aan te vullen met oen tweede en derde lid, zoals deze leden ook zijn opgenomen in de bestaande verordening. Het tweede lid stolt dat de betrekking, waarvan de bekleding heeft geleid tot vervallenverklaring van het wethouderschap, geacht wordt tor hand te zijn genomen op de dag waarop hot wethouderschap is beëindigd. Het derde lid bepaalt dat de uit kering vervallen kan worden verklaard, indien de gewezen wethouder niet behoorlijk de gegevens verstrekt, welke nodig zijn voor toepassing van een eventuele vermindering der uitkering in verband met nieuw genoten inkomsten; 5° Artikel 8. De bepaling, dat de Raad kan besluiten de paragraaf betreffende de uitkering niet van toepassing te verklaren te'n aanzien van de gewezen wet houder, die hoeft opgehouden wethouder te zijn ingevolge do artikelen 8Ja of 95 der gemeentewet, de artikelen W1 of ÏÏ8 dor Kieswet, dan wol artikel 28 van het Wetboek van Strafrecht, is niet in het model opgenomen. Het verdient naar onze mening aanbeveling deze bepaling toch te handhaven; 6° Artikel 9» ha het model ontbreekt oen bepaling, dat toekenning van de uitkering geschiedt door Burgemeester en Wethouders op schriftelijke aanvrage door of vanwege de belanghebbende. Wij zijn van oordeel, dat het aanbeveling verdient deze bepaling alsnog op te nomen, alsmede een bepaling, dat als een aanvrage niet binnen twee jaren (bestaande verordening één jaar) na de dag, waarop het recht op uitkering is ontstaan, is ingediend, de uit kering eerst ingaat op do dag, waarop do aanvraag is ingediend; 7° Artikel 14» Ook in deze bepaling is de invorderingstermijn verruimd van een tot twee jaar; 8° Artikel 15. Hot pensioen vervalt indien gedurende vijf achtereenvolgende jaren iedere invordering achterwege is gebleven. Tot nu toe was deze tormijn drie jaren; 9° Artikel 16, twoedo lid. Het komt ons wenselijk voor, evenals zulks in de bestaande verorde ning het geval was, een bepaling op te nemen, inhoudende, dat het pensioen bij aanvrage 11a twee jaar (bestaande verordening? één jaar) eerst ingaat op de dag waarop de aanvraag is ingediend. Ook deze bepaling is in het model niet opgenomen; 10° Artikel 42, tweede lid en artikel 44, tweede lid. De reeds eerder vermelde vormenigvuldigingsgotallen worden voor de eerste maal door Uw Raad en vervolgens bij iedere algemene wijziging in do bezoldiging van het rijkspersoneel door ons Collogo vastgesteld; 11° Artikel 48. Het opnemen van deze overgangsbepaling is noodzakelijk, teneinde be staande rechten te waarborgen. Deze bepaling komt overeen met artikel 33 van de bestaande verordening; 12° Artikel 55. Deze overgangsbepaling, welke ook in de bestaande verordening is op genomen, is naar ons oordeel noodzakelijk. Onder mededeling, dat wij in verband mot noodzakelijke aanpassing van het ontwerp "Uitkering- en ponsioenverordening Wethouders 1963" o,an de nieuwe Algemene burgerlijke pensioenwet per 1 januari 1966, U binnenkort opnieuw een ontwerp van wijziging zullen aanbieden, geven wij U in over weging over te gaan tot vaststelling van de hierna afgedrukte ontworp-be- sluiten Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M.van der Heulen Burgemeester. do Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 48