kV
No. 1259 "b
DE RAAD DER GHUH31TTE LEEÜV."ARDEN;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 januari
1966 (bijlage no. 33);
L U
vast te stellen de volgende
VEHCRDEiïliJG tot toekenning van een uitkerirg
en een pensioen aan gewezen wethouders der
Gemeente, zomede van een pensioen aan hun
weduwen en wezen.
Hoofdstuk 1
Do uitkering.
Artikel 1
Hij, die ophoudt wethouder te zijn, heeft, tenzij hij zonder onderbre
king weer als zodanig optreedt, net ingang van de dag van aftreding,
indien hij alsdan niet de leeftijd van 65 jaren heeft bereikt, recht
op een uitkering ten laste van de Gemeente op de voet van het bepaalde
in de volgende artikelen.
Artikel 2.
1. De uitkering wordt toegekend voor een periode, gelijk aan het tijd
vak, waarin belanghebbende laatstelijk zonder wezenlijke onderbre
king wethouder is geweest, doch ten minste voor de duur van twee
jaren en ten hoogste voor de duur van zes jarc-n.
2. In geval van tussentijds vervallen van de uitkering krachtens arti
kel 7tweede lid, wordt de volgende uitkering toegekend ten minste
tot het tijdstip, waarop eerstgenoemde uitkering, indien zij niet
was vervallen, sou zijn geëindigd.
5. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en ".Wethouders bepalen,
dat de uitkering zal worden voortgezet voor een, met inachtneming;
van het bepaalde in artikel 7? vast te stellen termijn, welke op de
zelfde wijze kan worden verlengd.
Van iedere voortzetting en verlenging doen zij mededeling aan de
Raad in zijn eerstvolgende vergadering.
Artikel 3
De uitkering bedraagt gedurende het eerste jaar 80 ten honderd, gedu
rende het tweede jaar 63 ten honderd en vervolgens 50 "ten honderd van
de voor het ambt vastgestelde jaarwedde, waaronder worden begrepen de
toelagen welke in de pensioensgrondslag zouden zijn opgenomen, indien
de wethouder als zodanig ambtenaar in do zin van de Pensioenwet 1922
(Stb.240) zou zijn geweest, zomede voor de toepassing van dit hoofdstuk
de eventuele kindertoelage op de voet van de Kindertoelageregeling 0-
verheidspersoneelwelke de belanghebbende zou hebben genoten, indien
hij wethouder was gebleven.