Koninklijke marinereserve on hot reserve-personeel der landmacht
1923 ai daarmede overeenkomende artikelen van wetten, wc-lke van kracht
zijn geweest vóór de totstandkoming van genoemde rotten.
Artikel 13»
Het pensioen gaat in net de dag, waarop het recht op pensioen is ont
staan; het eindigt net do laatste dag van het kwartaal, waarin de ge
wezen wethouder overlijdt.
Artikel IA.
Het pensioen wordt naar hoven in guldens afgerond. Het wordt per kwar
taal uitbetaald. De kwartaalbedragen, welke niet binnen twee jaren na
de eerste dag, waarop zij geïnd hadden kunnen worden, zijn ingevor
derd of net betrekking tot welke niet binnen twee jaren, nadat het
kwartaal is verschonen, een bewijs van in leven zijn aan Burgemeester
en ïïothouders is ingezonden, worden niet meer betaald.
Artikel 15.
Het pensioen vervalt:
a. met ingang van de dag, waarop de gewezen wethouder weer als wet
houder dezer Gemeente optreedt;
b. indien gedurende vijf achtereenvolgende jaren na de eerste dag,
waarop het geïnd had kunnen worden, iedere invordering achterwege
is gebleven of indien gc-durcnde genoemd tijdvak geen bewijs van in
leven zijn aan Burgemeester en Wethouders is ingezonden.
Artikel 16.
1Toekenning van pensioen geschiedt op schriftelijke aanvrage door
of vanwege de belanghebbende aan Burgemeester n Wethouders en na
overlegging van de door hen voor do regeling van het pensioen no
dig geoordeelde stukken.
2. Artikel 9, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk III.
Het verband tussen hot pensioen cn pensioen krachtens de Algc-nc-no
Ouderdomswet
Artikel 17
1Voor do toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. een algemeen ouderdomspensioen: een pensioen als bedoeld in de
Algemene Ouderdomswet
b. een pensioen: oen pensioen aan een gewezen wethouder toegekend
krachtens deze verordening.
2. Indien naast een pensioen recht bestaat op een weduwenpensioen
krachtens deze verordening, is eerstbedoeld pensioen niet een pen
sioen in de zin van dit hoofdstuk.
Artikel 18.
Voor een belanghebbende die tevens recht op een algemeen ouderdoms
pensioen heeft, wordt daarvan het bedrag dat geacht kan worden be
trekking te hebben op een tijd overeenkomende net de diensttijd,
tot een maximum van 20 jaren, waarnaar zijn pensioen is berekend,
gerekend deel uit te maken van het bedrag van zijn pensioen.
2. Ten aanzien van hen die op het tijdstip net ingang waarvan voor hem
recht op algeneen ouderdomspensioen ontstaat, reeds recht op pen
sioen heeft, vindt het vorige lid toepassing met ingang van de
eerste van de maand waarin het recht op algemeen ouderdomspensioen
is ontstaan of zoveel later als het pensioen is ingegaan.
3. Het bedrag van het algemeen ouderdomspensioen, dat ingevolge het
eerste lid gerekend wordt deel uit te maken van het bedrag van het
pensioen, overschrijdt niet het bedrag van het algemeen ouderdoms
pensioen, dat geacht kan.worden betrekking te hebben op het tijd
vak, liggende tussen de aanvang en het einde van de diensttijd,
waarnaar het pensioen is berekend.
Artikel 19.
Voor de toepassing van artikel 16 geldt het volgende:
1e. Het algeneen ouderdonspensioen wordt geacht betrekking te hebben
op het tijdvak liggende tussen de tijdstippen waarop belanghebben
de de leeftijd van 15 jaar en die van 65 jaar heeft bereikt.
2e. Als diensttijd wordt uitsluitend in aanmerking genomen de dienst
tijd gelegen voor het tijdstip, waarop de leeftijd van 65 jaar is
bereikt
Artikel 20.
Indien het bedrag dat tot grondslag heeft gestrekt voor de berekening
van het pensioen, nadat daarop artikel 42, tweede lid, is toegepast,
lager is dan f.5.000.--, wordt het met toepassing van de vorige arti
kelen berekende bedrag van het algemeen ouderdomspensioen dat ingevol
ge artikel 18 gerekend wordt deel uit te maken van het bedrag van het
pensioen, vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller is eerst
bedoeld bedrag en waarvan de noemer is f.5.000.De uitkomst van de
ze vermenigvuldiging vormt in dat geval het bedrag, dat krachtens ar
tikel 18 gerekend wordt deel uit te maken van het bedrag van het pen
sioen.
Artikel 21
1. Indien een pensioen is toegekend aan een gehuwde vrouw, die geen
zelfstandig recht hooft op een algemeen ouderdomspensioen noch
duurzaam gescheiden van haar echtgenoot leeft, wordt eerstbedoeld
pensioen, mits zij 65 jaar of ouder is, voor de toepassing van dit
hoofdstuk geacht aan haar echtgenoot te zijn toegekend.
2. In het geval bedoeld in het vorige lid, wordt voor de toepassing
van artikel 18 uitgegaan van het algemeen ouderdomspensioen, be
doeld in artiicel 0, eerste lid, van do Algemene Ouderdomswet, tenzij
en voor zover het volgend* artikel toepassing vindt.
Artikel 22.
1Indien in het geval, bedoeld in artikel 21eerste lid, aan de echt
genoot tevens een pensioen als bedoeld in artikel 17, eerste lid,
onder 0, is toegekend en de diensttijd waarnaar de pensioenen zijn
berekend geheel of gedeeltelijk samenvalt, overschrijdt het totaal
van dc volgens de voorgaande artikelen voor elk pensioen berekende
bedragen van het algemeen ouderdomspensioen - voor zover dit geacht