- 8 -
3. Indien negens een zelfde sterfgeval voor een weduwe recht ontstaat,
zowel op een weduwenpensioen op de voet van deze verordening als op
een pensioen als weduwe van een wethouder of gewezen wethouder van
een andere 8 encente of als weduwe van een lid dan wel gewezen lid
van Gedeputeerde Staten van een provincie, of op een woduwonpen-
sioen krachtens hoofdstuk I van de wet van 1 augustus 1956 (Stb.
455) of krachtens de wet van y1 juli 1957 (Stb.324)? wordt tijd,
welke voor de regeling van meer dan één dier pensioenen medetelt
en niet daadwerkelijk gelijktijdig in de verschillende ambten is
doorgebracht, slechts medegeteld voor de regeling van het pensioen,
waarbij die tijd het hoogste bedrag oplevert.
Artikel 28.
1. Het pensioen van de wezen bedraagt!
a. voor elk kind, welks moeder aan het overlijden van de vader aan
spraak op pensioen ontleent l/p van het bedrag van dat weduwen-
pensioen j
b. voor elk ander kind 2/5 van het op de voet van het bepaalde in
artikel 27 berekende weduwenpensioen.
2. Het wezenpensioen wordt ambtshalve gebracht van 1/5 op 2/5 van het
bedrag, v;aarvan het is afgeleid, als het weduwenpensioen van de moe
der is geëindigd.
Artikel 29.
net gezamenlijk bedrag aan weduwen- en wezenpensioen of aan wezenpen
sioen gaat het bedrag van het pensioen, waarop de overleden echtgenoot
aanspraak had of uitzicht zou hebben gehad indien hij niet was overle
den, niet te boven, indien in verband net dit voorschrift do pensioenen
een vermindering moeten ondergaan, geschiedt deze in evenredigheid van
de bedragen dier pensioenen.
Artikel 50»
1Indien wegens eenzelfde sterfgeval voor de weduwe aanspraak bestaat
op een weduwenpensioen zowel krachtens deze verordening als krach
tens een andere regeling, als bedoeld in het tweede lid, en het to
taal van die pensioenen neer zou bedragen dan het in het dorde lid
bedoelde grensbedrag, wordt eerstbedoeld pensioen beperkt tot een
zodanig gedeelte van dat grensbedrag als evenredig is aan de verhou
ding, waarin dat pensioen staat tot het totaal van die pensioenen.
2. Onder een weduwenpensioen krachtens een andere regeling wordt in
dit artikel verstaan een weduwenpensioen ten laste van de Ilederland-
se Schatkist - anders dan ingevolge wettelijke garanties of ingevol
ge overneming van de verplichting tot betaling ten laste van Su
riname, van de Hederlandse Antillen, van voormalig Iïederlands kieuw-
Guinea, van eon publiekrechtelijk lichaam in iïederland of in een der
evengenoeiade gebieden, dan wel ton laste van een door hot openbaar
gezag in Iïederland of in één van die gebieden ingesteld fonds.
3. Het in het eerste lid bedoelde grensbedrag is gelijk aan het bedrag,
dat, berekend naar de maximaal in aanmerking komende diensttijd,
aan weduwenpensioen sou zijn toegekend, met dien verstande, dat het
niet minder bedraagt dan f.11.562.--.
4. Indien het bedrag van het weduwenpensioen, bedoeld in het tweede lid,
dan wel het hoogste bedrag, "waarop dat pensioen berekend naar de
maximaal in aanmerking komende diensttijd, kan worden toegekend,
- 9 -
meer bedraagt dan het grensbedrag, treedt dat hogere bedrag voor
de toepassing van hot eerste lid in do plaats van hot grensbedrag.
5. Hot bepaalde in de voorgaande loden is van overeenkomstige toepas
sing ten aanzien van het wezenpensioen, met dien verstande, dat in
plaats van f.11.562.-- wordt gelezen ten aanzien van een kind, als
bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder a, f.2.313»-- Gn 6on aan
zien van een kind, als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder b,
f.4.625.--.
6. Het bepaalde in hot vierde lid van artikel 12 vindt overeenkomstige
toepassing.
Artikel 31
Het weduwen- en wezenpensioen gaat in met de dag, volgende op die van
het overlijden van hem, aan wie het werd ontleend; het eindigt met de
laatste dag van het kwartaal, waarin de rechthebbende overlijdt. Eet
wezenpensioen eindigt bovendien met de laatste dag van het kwartaal
in de loop waarvan de rechthebbende meerderjarig is geworden.
Artikel 32.
1liet weduwenpensioen eindigt voorts bij een volgend huwelijk en wel
mot do laatste dag van het kwartaal, in de loop waarvan het huwe
lijk heeft plaatsgehad.
2. Hordt dat huwelijk, anders dan door opvolgend huwelijk net rechter
lijk verlof, ontbonden, dan wordt aan dc vrouw op haar schrifte
lijke aanvrage haar oude pensioen weder toegekend. Zou haar ter za
ke van het latere huwelijk eveneens pensioen toekonen, hetzij op de
voet van deze verordening, hetzij als weduwe van een wethouder of
gewezen wethouder van een andere Gemeente of als weduwe van een lid
dan wel gewezen lid van Gedeputeerde Staten van een Provincie, dan
wel krachtens hoofdstuk I van de wot van 1 augustus 1/56 (Stb.455)
of krachtens do wet van 31 juli 1957 (Stb.324)> dan komen door de
toekenning op haar verzoek van één dezer pensioenen do overige
rechten op pensioen te vervallen.
Artikel 33.
Het pensioen bedoeld in do eerste volzin van artikel 32, tweede lid,
gaat in net de dag volgende op die van do ontbinding van het huwelijk,
mits aan Burgemeester en Wethouders desverlangd.het schriftelijk be
wijs van die ontbinding wordt overgelegd.
Artikel 34.
Hot bepaalde in de artikelen 14? 15? onder b en 16 is van overeenkom
stige toepassing ten aanzien van do in dit hoofdstuk bedoelde pensioe
nen.
Hoofdstuk V.
Par.1.Het verband tussen het pensioen en pensioen krachtens de Algeme
ne Oudordomswet