- 10 -
Artikel 35
1 Yoor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder;
a. een algeneen ouderdomspensioen; een pensioen, als bedoeld in
de Algemene Ouderdomswet;
b. een pensioen; een woduwenpensioen toegekend krachtens deze
verordening
2. Indien naast oen pensioen recht bestaat op een eigen pensioen
krachtens deze verordening wordt onder een pensioen ook bedoeld ei
gen pensioen verstaan.
Artikel 36.
1Voor oen belanghebbende die tevens recht op een algemeen ouderdoms
pensioen heeft, wordt daarvan hot bedrag dat geacht kan worden be
trekking to hebben op oen tijd, overeenkomende met de diensttijd
waarnaar haar pensioen geacht wordt te zijn berekend, gerekend
deel uit te maken van hot bedrag van haar pensioen.
2. Ten aanzien van haar die op hot tijdstip net ingang waarvan voor
haar recht op algemeen ouderdomspensioen ontstaat, reeds recht op
pensioen heeft, vindt het vorige lid toepassing met ingang van de
eerste van de maand waarin het recht op algemeen ouderdomspensioen
is ontstaan, of zoveel lator als het pensioen is ingegaan,
Artikel 37.
Voor de toepassing van artikel 36 geldt het volgende;
1e Indien het pensioen is afgeleid van een eigen pensioen wordt als
diensttijd, waarnaar het pensioen geacht wordt to zijn berekend,
aangemerkt dc diensttijd, tot een maximum van 20 jaren, waarnaar
evenbedoeld eigen pensioen is berekend, met overeenkomstige toe
passing van artikel 19»
2e Indien het pensioen, niet zijnde een eigen pensioen bedoeld in ar
tikel 355 tweede lid, niet is afgeleid van een eigen pensioen, wordt
het pensioen geacht te zijn berekend naar een diensttijd van 4.O
jaar, met overeenkomstige toepassing van artikel 19»
3e De artikelen 18, derde lid, 19, onder 1e, 20, 22, derde lid, 23 en
24 vinden overeenkomstige toepassing net dien verstande, dat voor
de toepassing van artikel 19, onder 1e, onder belanghebbende wordt
verstaan degene aan wiens overlijden het recht op pensioen wordt
ontleend
Par.2.Hot verband tussen het pensioen en pensioen of uitkering krach
tens dc Algemene oduwen- cn Wezenwet.
Artikel 38.
Voor de toepassing van doze paragraaf wordt verst; an onder:
a. een algemeen weduwenpensicon: een woduwenpensioen en een tijdelijke
woöuwonuitkeringals bedoeld in de Algemene "Aeduwen- en \7czonwet;
b. een algemeen wezenpensioen: oen wezenpensioen, als bedoeld in even-
genoemde wet;
c. een pensioen: een woduwenpensioen of oen wezenpensioen toegekend
krachtens deze verordening.
- 11 -
Artikel 39.
1Voor een belanghebbende die tevens recht op een algemeen weduwen-
pensioen of een algemeen wezenpensioen heeft, wordt daarvan het
bedrag dat geacht kan worden betrekking te hebben op eon tijd, 0-
vercenkomende mot de diensttijd, waarnaar het pensioen geacht
wordt te zijn berekend, gerekend deel. uit te maken van het bedrag
van 1 aat s tbedoeld pensioen.
2. Ten aanzien van hem die op een tijdstip met ingang waarvan voor
hem recht op algemeen woduwenpensioen of algemeen wezenpensioen
ontstaat, reeds recht op pensioen heeft, vindt het vorige lid
toepassing met ingang van de eerste van de maand waarin het recht
op algemeen weduwen- of wezenpensioen is ontstaan, of zoveel later
als het pensioen is ingegaan.
Artikel 40»
Voor do toepassing van artikel 39 geldt het volgende:
1e Het algemeen woduwenpensioen en het algemeen wezenpensioen worden
geacht betrekking te hebben op het tijdvak, liggende tussen de
tijdstippen, waarop degene aan wiens overlijden het recht op pen
sioen wordt ontlcc-nd, de leeftijd van 15 jaar heeft bc-rcikt en die
van 65 jaar heeft of z:u hebben bereikt.
2e Indien een weduwe recht hooft op algemeen weduwenpensioen op grond
van artikel 8, eerste lid, onder a, van de Algemene Weduwen- en
Wezenwet, doch geen van de in ovengenoemde bepaling bedoelde kin
deren recht heeft op een pensioen, wordt uitgegaan van het bedrag
van het algemeen woduwenpensioen, dat geldt voor degenen op wie
artikel 19, eerste lid, van genoemde wet toepassing vindt.
3e Indien het pensioen rechtstreeks of middellijk is afgeleid van oen
eigen pensioen, wordt als diensttijd, waarnaar eerstbedoeld pen
sioen geacht wordt te zijn berekend, aangemerkt de diensttijd, tot
een maximum van 20- jaren, waarnaar evenbedoeld eigen pensioen is
berekend, mot overeenkomstige toepassing van artikel 19.
4e Indien het pensioen niet is afgeleid van een eigen pensioen, wordt
het pensioen geacht tc zijn berekend naar een diensttijd van 40
jaar, met overeenkomstige toepassing van artikel 19-
5e De artikelen 18, derde lid, 20, 22, derde lid, 23 en 24 vinden 0-
vereenkomstige toepassing.
Artikel 41
1. Op schriftelijk verzoek van de weduwe, die aantoont, dat oen rente
of uitkering als bedoeld in artikel 19, onder 2e, dor Ongevallenwet
1921, artikel 40? onder 2e, der Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922
onderscheidenlijk artikel 2, tweede lid, der Zeoongevallonwot 1919?
daaronder begrepen do daarop verleende toe- en bijslagen anders
dan ingevolge de Wet compensatie premie Algemene Ouderdomswet
Ongevallenrentetrekkers, is beperkt uit hoofde van haar recht op
algemeen woduwenpensioen, wordt hot bedrag van dio beperking in
mindering ge bracht cp het bedrog van hot algemeen woduwenpensioen dat in
gevolge artikel 39 gerekend wordt deel uit to maken van het be
drag van hot weduwenpensioen.
2. Indien op do dag waarop hot verzoek, bedoeld in het vorige lid, bij
Burgemeester en Wethouders is ingekomen, meer dan een jaar is ver
streken nadat do omstandigheid, bedoeld in hot vorige lid, is op
getreden, gaat do in dat lid bedoelde vermindering oerst in op do
aangegeven dag.