4*5; - 14 - Artikel 50. 1. Hij die op 31 december 1962 recht heeft zowel op pensioen krach tens de in artikel 57 vierde lid, bedoelde verordening als op bodempensioen, bedoeld in het vierde lid, en aan wie op 1 januari 1963 krachtens de dan geldende bepalingen een lager bedrag aan overheidspensioon, omschreven in het tweede lid toekomt dan hem aan overheidspensioon, omschreven in het derde lid zou toekomen indien de op 31 december 1962 geldende bepalingen van kracht waren gebleven, heeft recht op een overgangstoeslag ten bedrage van het verschil 2. Onder overheidspensioon, het eerst bedoeld in het vorige lid, wordt verstaan: het herziene pensioen, dat belanghebbende toekomt krachtens deze verordening, na vermindering van het bedrag dat gerekend wordt deel uit te maken van het pensioenbedrag krachtens de artikelen 17 tot en mot 24 en 35 "kot en met 41 3. Onder overheidspensioon, nader bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan: het pensioen dat belanghebbende toekomt krachtens de "Uitkerings- en pensioenverordening l/ethouders 1957% niet inbegrip van de op dit pensioen verleende toeslagen, verhogingen en aanvullingen. 4. Onder bodempensioen, bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan: a. een pensioen, als bedoeld in de Algemene Ouderdomswet; b. een weduwenpensioen, een tijdelijke weduwenuitkering en een we zenpensioen, als bedoeld in de Algemene Weduwen- en Wezenwet. 5. Met ingang van de dag waarop voor belanghebbende na 31 december 1962 recht op een lager bedrag aan bodempensioen ontstaat, wordt de overgangstoeslag op zodanig lager bedrag vastgesteld, alsof de omstandigheid die tot wijziging leidde reeds op 31 december 1962 aanwezig was geweest. 6. De overgangstoeslag wordt naar boven afgerond tot volle guldens. 7. Pensioen en overgangstoeslag worden als een oenheid beschouwd voor de toepassing van de artikelen 12 c-n 30 van deze verordening. 8. De toekenning van de overgangstoeslag geschiedt ambtshalve. Artikel 51 De premie die ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene We duwen- en Wezenwet van oen wethouder wordt geheven tor zake van in komsten uit dat ambt, wordt voor hom voldaan door de Gemeente. Artikel 52. Voor zover van een rechthebbende op een pensioen krachtens deze veror dening terzake van dat pensioen premie wordt geheven ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet, wordt hem voor rekening van de Gemeente een vergoeding verleend van 5 >&c/o van het bedrag, waarover krachtens genoemde wetten maximaal premie wordt geheven. Artikel 55 In afwijking van de artikelen 10, 25 cn 26 kunnen degenen, die vóór 1 september 1956 hebben opgehouden wethouder te zijr, alsmede hun we duwen en wezen, geen aanspraak op pensioen ontlenen aan een wethouder schap, dat korter dan vier jaren is bekleed. - 15 - Artikel 54. Indien over het tijdvak, gelegen tussen 51 december 1962 en het tijd stip waarop het pensioen voor de eerste maal overeenkomstig deze verordening is vastgesteld, hot bedrag dat aan de belanghebbende bij wijze van voorschot is betaald tot het bedrag, we.erop krachtens de ze verordening over dat tijdvak aanspraak bestaat, laatstbedoeld be drag overtreft, wordt het meerdere niet teruggaverdera Artikel 55. In bijzondere gevallen, waarin de toepassing van leze verordening tot een, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, onredelijke uitkomst leidt, kan ten gunste van belanghebbende een beslissing wor den genomen die met do strekking van deze verorde ïing overeenkomt. Artikel 5b, 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Ui xerings- en ;usi- oenverordening Wethouders 1963% 2. Behoudens het bepaalde in het volgende lid wordt zij geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 jaxruiri 1963 - 3. Met ingang van 1 januari 1964 wordt geacht: a. artikel 11, tweede lid, te zijn vervallen; b. het in artikel 47 genoemde percentage to ziin v.rvangen door c. artikel 51 in werking te zijn getreden. 4. Voor'zover in deze verordening niet anders is bepaald vindt de TJitkerings- en pensioenverordening Wethouders 1957 over tijdvak ken, gelegen na 31 december 1962, geen toepassing meer. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 59