Voorzitter. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wet boek. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Secretaris. Wijziging van de gemeentebegroting voor het,, dienstjaar 1.966. Bijlage no. 266. Leeuwarden, 22 augustus 1966. Aan de Gemeenteraad. Na de vaststelling van de gemeentebegroting en de begrotingen van de takken van dienst voor 1966 kon enige tijd met een sluitende begroting mor den gewerkt. De begroting was sluitend dank zij het ramen van verhoogde belastingopbrengsten (de overeenkomstig het z.g. dekkingsplan verhoogde straatbelasting en reinigingsrechten en een stelpost, groot 65O.OOO,-- voor de opbrengst van een in te voeren rioolbelasting). In verband met lastenstijgingenzoals hogere personeelslasten ten gevolg- van personeelsuitbreiding, verhoogde bijstandsuitkeringen, hogere kosten van vuilafvoer en enkele subsidiepostenis geleidelijk aan weer een begrotingstekort ontstaan, dat inmiddels is opgelopen tot 435.790,-- (na wijziging no10 van de gemeentebegroting) Nog niet in de begroting zijn verwerkt de hogere personeelslasten, die een gevolg zijn van de in 1966 ingevoerde algemeen geldende salarismaatre gelen. Evenmin zijn geraamd de hier tegenover staande verhogingen van de gemeentefondsuitkeringen. V/ij hebben met het doen van een voorstel tot het ramen van deze lasten en baten gewacht tot ook de ramingen van verschillen de andere lasten en baten zouden kunnen worden aangepast. V/ij hebben hier het oog op een reeds lang in uitzicht gestelde verhoging van de onderwijs- uitkeringen uit het gemeentefonds en op een herziening van de uit de bouw van de rioolwaterzuiveringsinstallatie voortvloeiende kapitaalslasten ten gevolge van het verlenen door het Rijk en de provincie Friesland van aan zienlijke investeringssubsidies voor dit werk. Aangezien thans voldoende gegevens beschikbaar zijn over de hoogte van de onderwijsuitkeringen en over de subsidiëring in de stichtingskosten van de rioolwaterzuiveringsinstalla tie, komt het ons wenselijk voor thans de gemeentebegroting aan te passen bij de huidige stand van zaken. Teneinde veel administratieve rompslomp te voorkomen menen wij, dat moet worden volstaan met het ramen van enkele grote correctieposten - die bij de eindwijziging van de begroting zullen worden geëlimineerd - en dat de functionele posten van de gemeentebegroting en van de bedrijfsbegrotingen voorlopig, voor zoveel het de invloed van de algemene loonstijging betreft, ongewijzigd kunnen blijven. Het verheugt ons, dat wij in staat zijn II voor te stellen de gemeente begroting opnieuw sluitend te maken. Dit moge blijken uit de hieronder op genomen specificaties. Personeelslasten In verband met de nog niet in de gemeentebegroting en in de bedrijfs- begrotingen geraamde kosten van algemeen geldende salarisverbeteringen dient een post te worden geraamd die wij globaal hebben becijferd op 1.530.000,- voor de algemene dienst en de bedrijven tezamen. In dit bedrag zijn de salarisverbeteringen van de politie en het onderwijzend personeel begrepen. Van het Rijk zal naar raming 620.000,wegens politiekostenuitkering en wegens uitkeringen voor de salarissen van onderwijzers en leraren worden terugontvangen. De voor de bedrijven geraamde extra personeelslasten betref fen alleen die van de z.g. onrendabele sectoren. Voor zoveel de hogere per soneelslasten der bedrijven betrekking hebben op de rendabel aan te merken sectoren van de gemeentehuishouding zijn de personeelslasten niet in de stelpost groot 1.530.000?-- begrepen. Buiten beschouwing zijn gebleven de hogere personeelslasten voor de rendabele sectoren van diverse bedrijven, zoals het slachthuis, het ziekenhuis, het grondbedrijf, het woningbedrijf de openbare werken (nieuwe werken), de dienst voor sociale werkvoorziening en de energiebedrijven. Een specificatie van het bedrag groot 1.530.000,-- ligt ter inzage.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 170