Medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 voor de aan schaffing van leermiddelen ten "behoeve van de Willem de Zwijgerschool. Bijlage no. 315 Leeuwarden, 6 oktober i960. Aan de Gemeenteraad. Van het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden is op 1 juli 1966 een verzoek ingekomen om gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van de school voor gewoon lager onderwijs aan de J.H. Knoopstraat 3 te Leeuwarden, de Willem de Zwijgerschool. Door de aanzienlijke stijging van het aantal leerlingen sinds de opening van bovengenoemde school in 1960 was het, ten gevolge van ruimte gebrek in het schoolgebouw aan de J.H. Knoopstraat 3? noodzakelijk enkele klassen onder te brengen in noodlokaliteiten, o.a. het Gereformeerd Wijk centrum "Het Knooppunt" en het gebouw van de Speeltuinvereniging "Achter de Hoven". In deze lokaliteiten is echter geen opbergruimte voor leer middelen aanwezig, zodat het schoolbestuur gedwongen was de leerlingen de boeken mee naar huis te laten nemen. Het behoeft geen nadere toelichting dat hierdoor de leermiddelen aan meer dan normale slijtage onderhevig waren Een deel van deze leermiddelen dient dan ook te worden vervangen, waartoe het schoolbestuur de onderhavige aanvraag heeft ingediend. Na de voltooi ing van de in aanbouw zijnde uitbreiding van de school sullen bovengenoemde moeilijkheden zich waarschijnlijk niet weer voordoen. Op grond van artikel 75? tweede lid, der lager-onderwijswet 1920 dient de medewerking te ;^orden geweigerd indien de aanvraag strekt tot ver vanging van leer- en hulpmiddelen die door langdurig gebruik niet meer ge bruikt -kunnen worden. Hoewel in dit geval sprake is van vervanging van versleten leermiddelen kan echter niet worden gespróken van langdurig gebruik, aangezien de leer middelen slechts zes jaar in gebruik zijn, terwijl de normale levensduur on ongeveer 10 jaar kan worden gesteld. «ij zijn dan ook van mening, dat het bepaalde in artikel 75? tweede lid der Lager-onderwijswet 1920 in dit geval geen reden is de gevraagde mede- icrking te weigeren Het komt ons echter juist voor, dat slechts medewerking wordt verleend voor een gedeelte van de kosten, evenredig aan het aantal jaren, waarmede de normale levensduur van de leermiddelen door de bijzondere omstandigheden is verkort» zodat 4/10 deel van de vervangingskosten van de versleten leer middelen voor vergoeding in aanmerking komt. Aangezien de aanvraag voldoet aan de in artikel 73 der Lager-onderwijs- wet 1920 gestelde eisen en door het verlenen van gedeeltelijke medewerking de normale eisen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden, geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, Harmsna Burgemeester. de Jong Secretary

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 267