No. 14900.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Ge Les c.u oen op 1 juli 1966 ingekomen verzoek van hoi bestuur der
vereemging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden om gelden
uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de aanschaffing van leer
middelen ten behoove van de school voor gewoon lager onderwijs aan de
J.H. itnoop.siraat 9 te Leeuwarden, do Willem de Zwijgex'school;
overwegendedat de aanvraag strekt tot vervanging van versleten
leermiddelen
uat echter de bovenmatige slijtage van ie leermiddelen niet een ge
volg is van langdurig gebruik, maar te wijten is aan bijzondere ometan-
ligheden;
dat derhalve het bepaalde in artikel 75? tweede lid, der Lager-cnde
wij3vet 1920 geen reden is do gevraagde medewerking te weigeren;
dat de leermiddelen, die zes jaar in gebruik zijn en thans dienen
r.e worden vervangen, onder normale omstandigheden oen levensduur van
ongeveer 10 jaar hebben;
dat door het verlenen van madewerking voor oen gedeelte, evenredig
aan liet aantal jaren, waarmede de normale levensduur van de leermiddels
door do bijzondere omstandigheden is verkort, de normale eisen, aan het
geven van lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden;
cLat de aanvraag voldoet aan de in artikel 73 der Lager-onderwijswet
IfAO gestelde eisen;
gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. oktober
^966 (bijlage 110. 315);
BESLUIT:
de gevraagde medewerking te verlenen, met dien verstande, dat slechts
eoj. j-/ 10 gedeelte van do vervangingskosten van do versleten leermiddel
gelden uit de gemeentekas beschikbaar zullen werden gestold.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Verhoging kostenbedrag art. 32, lid 1, en 34, lid 2a, van het Besluit
buitengewoon lager onderwijs 1949 en toekenning aanvullende voorschotten
op de exploitatievergoeding aan bijzondere scholen voor b.l.o. over 19&5-
Bijlage no. 516. Leeuwarden, 6 oktober 1966.
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 32, lid 1, en 34, lid 2a,
van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 heeft bij Uw besluit
van 10 februari 1965no. 1628, vastgesteld het bedrag, hetwelk voor het
•jaar 191; per leerling van elke in enze gemeente voorkomende soort van
openbaar buitengewoon lager onderwijs werd beschikbaar gestold ter bestrij
ding van de z.g. exploitatiekosten'. Op basis van ditzelfde bedrag hebben
de besturen van de bijzondere scholen voor het doen van hun exploitatie-
ui t g av0n voorschotten cntv angen.
Achteraf is gebleken, dat de werkelijke kosten van hot openbaar on
derwijs aanzienlijk meer hebben belopen (o.rn. als gevolg van de steeds
stijgende loonkosten) dan de beschikbaar gestelde bedragen, hetgeen blijkt
uit ons voorstel van lieden (bijlage no. 318).
Hierin vindon wij dan ook aanleiding U voor to stollen mot toepassing
van artikel 52, 4e lid, van genoemd Besluit, het kostenbedrag alsnog to
verhogen en de schoolbesturen aanvullende voorschotten over 19->5 "toe te
kennen. Terhoging tot de werkelijke kosten achten wij niet verantwoord,
aangezien de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat in één of neer van de
resterende jaren van het lopende vijfjaarlijkse tijdvak, n.l. 1963 tot
en met 1967minder zal worden uitgegeven dan beschikbaar is gesteld en
verlaging van hot kostenbedrag wettelijk niet toelaatbaar is. Blijkt na
afloop van genoemd tijdvak, dat voor het openbaar onderwijs neer is uit
gegeven dan beschikbaar was gesteld, dan zal alsnog oen verrekening met
de schoolbesturen moeten plaats hebben.
Op grond van hot vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
narmsnu
Burgenoester
de Jong
Secretaris.
