dat reclamant Kimsma voorts bezwaren heeft tegen de in het plan gedachte garageboxen op het hem in eigendom toebehorende terrein, om dat daardoor het achterrein van zijn bedrijf moeilijker bereikbaar zal worden en de uitbreidingsmogelijkheden van zijn bedrijf zullen worden] beperkt overwegende ten aanzien van de eerstgenoemde bezwaren, dat niet valt in te zien dat de, op plm. 50 nu afstand, achter de woningen van reclamanten in het plan geprojecteerde strook eengezinshuizen de be woonbaarheid van hun panden als zodanig in belangrijke mate nadelig zal beïnvloeden; dat uit de in het plan aangegeven, relatief gunstige, situering van de bestaande woningen duidelijk blijkt dat met de belangen van reclamanten rekening is gehouden; dat aan het verzoek van reclamanten om de geprojecteerde strook eengezinshuizen te laten vervallen dan ook niet kan worden voldaan, te meer niet omdat zulks een ernstige inbreuk op de planologische vormgeving van het plan als geheel zou betekenen; dat ten aanzien van de geprojecteerde verbreding van de Buorren gesteld dient te worden dat een weg, waaraan mag worden gebouwd en did tevens is bestemd voor doorgaand verkeer, ten minste een rijbreedte van 7 o.met aan weerszijden een trottoir van 2 m.moet hebben; dat voor een juiste uitvoering van de in het plan neergelegde straatverbreding een plm. 2 nu brede strook van de voortuinen van reclamanten niet kan worden genist; dat met de belangen van reclamanten in dezen bij a,ankoop of ont eigening van bedoelde strook voldoende rekening kan worden gehouden; dat de vrees van reclamanten, dat- hun woningen tengevolge van de realisering van het geprojecteerde garagebedrijf een belangrijke waardevermindering zullen ondergaan, ongegrond moet worden geacht, omdat daarbij kennelijk uit het oog is verloren dat ter plaatse momen-| teel een veehouderij is gevestigd, wat voor de bewoonbaarheid van de onderhavige woningen ongetwijfeld grotere bezwaren zal opleveren; overwegende ten aanzien van de bezwaren van Kimsma, dat de af stand tussen het meest zuidelijke punt van zijn werkplaats en de geprojecteerde garageboxen plm» 4 bedraagtwaardoor ook grote vrachtwagens voldoende ruimte houden om het achterterrein van zijn bedrijf te bereiken; dat aan het aangevoerde bezwaar, dat de te bouwen garageboxen een uitbreiding van zijn bedrijf in de weg staan, voorbij kan worden ge gaar. omdat een meer dan bescheiden uitbreiding van dit bedrijf in deze woonbuurt uit stedebouwkundig oogpunt onaanvaardbaar is te achten; dat voorts met de belangen van reclamant Kimsma bij aankoop of onteigening van een gedeelte van zijn perceel voldoende rekening kan worden gehouden; dat dit bezwaarschrift op grond van bovenstaande overwegingen ongegrond moet worden verklaard; C o ter Horst ea. eigenaren-bewonersvan de woningen aan de noordkant van de Buorren, die als bezwaren aanvoeren dat het plan leidt tot onmiddellijke vermindering van hun woongenot,en daarmede tot verminde ring van hun levensvreugde, en tot waardevermindering van hun woningen, overwegende dat reclamanten deze bezwaren nader adstrueren door te wijzen 'op de naar hun mening te grote bebouwingsdichtheid van het planwaardoor het dorp Goutum tot een stadswijk zal worden gemaakt, het verloren gaan van hun achteruitzicht tengevolge van de realisering van een achter hun woningen geprojecteerde strook eengezinswoningen, e de wijziging die hot straatbeeld van de z.g, Singel tengevolge van de realisering van het plan zal ondergaan* overwegende ten aanzien van deze bezwaren, dat de bebouwings dichtheid van het plan plm, 16 woningen per ha bedraagt, hetgeen nog niet de helft is van de bebouwingsdichtheid van een normale stads wijk; dat met name het open karakter van de gedachte randbebouwing in het plan duidelijk accentueert dat het plan voorziet in een landelijke woon kern bij een stedelijk gebied; dat daarbij uiteraard niet valt te ontkomen, zoals reeds hiervoor is gesteld, aan een wijziging van het bestaande ruimtebeeld, ook ten aanzien van de z.g. Singel; dat met betrekking tot de aangevoerde bezwaren inzake het toekomsti ge verlies van het achteruitzicht van de woningen van reclamanten geldt wat hiervoor is overwogen ten aanzien van soortgelijke bezwa.ren in het bezwaarschrift genoemd onder 3; dat dit bezwaarschrift derhalve ongegrond moet worden geacht; n 5c. het bestuur van Dorpsbelang Goutum en het bestuur van de Stichting voor taal en Cultureel Vlerk te Gzutum, gericht tegen het it, dat het bestaande dorpshuis en de aanwezige ijsbaan tengevolge van de realisering van het plan zullen moeten verdwijnen; overwegende ten aanzien hiervan, dat de huidige plaats van het dorpshuis, in de onmiddellijke omgeving van de provinciale weg, uit stedebouwkundige overwegingen niet aanvaardbaar is te achten en derhalve niet gehandhaafd kan worden; dat bij het projecteren van de in het plan voorkomende "bestemmin gen "bijzondere bebouwing" met de bestaande behoefte aan een nieuw dorps huis rekening is gehouden; dat het terrein van de ijsbaan is bestemd voor de bouw van bunga lows, waardoor een verplaatsing van de ijsbs,an onvermijdelijk is en de in het bezwaarschrift omschreven relatie tussen dorpshuis en ijsbaan in de toekomst niet gehandhaafd zal kunnen worden; dat de gelegde bungalowbestemming een wezenlijk onderdeel van het plan als geheel vormt, zodat het niet mogelijk is aan dit bezwaar tege moet te komen zonder aan de opzet van het plan in onevenredige mate afbreuk te doen; dat dit bezwaarschrift op grond van het bovenstaande ongegrond moet worden verklaard; 6. de Kerkvoogden van de Hervormde Gemeente te Goutum, die bezwaar ...n tegen het feit, dat in het plan geen grond is aangewezen voer uitbreiding van het bestaande kerkhof, waarbij zij wijzen op een naar hun mening, mogelijke uitbreiding in noordelijke richting door de aldaax- geprojec teerde v/eg te' verleggen; overwegende ten aanzien van dit bezwaarschrift, dat de bestaande begraafplaats een capaciteit heeft van plm. 350 graven, waarvan nog ongeveer honderd graven beschikbaar zijn; dat de door de Kerkvoogden voorgestelde vergroting van de begraaf plaats, aangepast aan de door het plan beoogde ontwikkeling van het dorp, betekent dat de hiervoor genoemde capaciteit zeer belangrijk zou moe ten v/orden vergroot; dat een dergelijk grote begraafplaats in de toekomstige woonkern Goutum naar de huidige stedebouwkundige inzichten onaanvaardbaar moet v/orden geacht dat er daarom naar gestreefd moet worden voor de in de toekomst be nodigde grafruimten een nieuwe begraafplaats te stichten buiten de kom van het dorp; dat de plaatsbepaling van deze begraafplaats binnen het raam van het structuurplan voor deze gemeente nader zal worden bestudeerd; dat dit bezwaarschrift dan ook ongegrond moet worden geacht?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 278