- 4 - 7 en 7a. de Kerkvoogden en de predikant van de Hervormde Gemeente teGou- tum, die bezwaren hebben tegen het feit, dat in het plan ter plaatse van de bestaande pastorie twee eengezinshuizen zijn ge projecteerd en die voorts opponeren tegen de in het plan aange geven zuidelijke grens van de bij de pastorie behorende tuin, omdat deze in strijd is met de bestaande begrenzing: - 5 - overwegende ten aanzien van deze bezwaren, dat alleen langs de weg van gehele dan wel gedeeltelijke aankoop of onteigening van pastorie en tuin tot uitvoering van het plan op de door re clamanten gewraakte punten kan worden overgegaan ardoc zij verzekerd kunnen zijn van een redelijke behandeling van hun be langen; dat dit bezwaarschrift, (dat niet zozeer de bestemmingen als zodanig dan wel de uitvoering van het plan betreft), onge grond moet worden verklaard; 8. D.J. Kramer te Goutumeigenaar-bewoner van de boerderij, plaats! lijk gemerkt Vergeasterdyk 31 clie bezwaar maakt omdat in het plan niet is voorzien in een toegang tot zijn erf en omdat hij vreest tengevolge van de realisering van het plan niet genoeg swaairuimte op zijn erf te houden voor in- en "uitrijdende vracht auto's, terwijl hij voorts er de aandacht op vestigt, dat een tweetal, op de grens van zijn erf staande, eikenbomen aan de uitvoering van het plan ten offer dreigen te vallen; overwegende ten aanzien van deze bezwaren, dat langs de boerderij, deels over de bestaande oprit, een verbindingsweg met de Wergeasterdyk is geprojecteerd, terwijl de ontworpen water partij aan de zuidrand van het plan eindigt in de bestaande gracht om de boerderij; dat, hoewel daarbij een toegang tot de boerderij niet op de plankaart is aangegeven, het uiteraard niet in de bedoeling ligt (kan liggen) aan de boerderij met terzijdestelling van het be paalde in artikel 715 van het Burgerlijk Wetboek iedere toegang tot de openbare weg te ontnemen; dat deze toegang, met de benodigde zwaairuimte voor in- en uitrijd vrachtauto's, - tij de, voor de realisering van het nde plan noodzakelijke, definitieve uitmeting, waarbij met d.e be staande terreinsituatie, zoals de eventuele aanwezigheid van boombestand, ten volle rekening zal worden gehouden nader raoet worden bepaald* dat dit bezwaarschrift dan oo.k, als zijnde niet gericht tegen de in het plan neergelegde bestemmingen als zodanig, ongegrej moet worden verklaard; 9 en 10het bestuur van de IJsclub Goutum en het bestuur van de korfbal vereniging "V/os Warber"die hun bezwaren richten tegen hot feit, dat de bestaande ijsbaan tengevolge van de realisering van het plan te zijner tijd van zijn huidige centrale plaats zal moeten verdwijnen, waardoor de relatie ijsbaan - dorpshuis verleren zal gaan en het tegenwoordige terrein ook niet meer voor de korfbal sport zal kunnen worden gebruikt overwegende ten aanzien van deze bezwaren, dat de gronden die momenteel als sportterrein c.ci. ijsbaan in gebruik zijn in het plan zijn bestemd voor de bouw van bungalows; dat de gelegde bungalowbestemming een wezenlijk onderdeel van het plan als geheel vormt, zodat deze bestemming niet kan worden gemist zonder aan het plan in onevenredige mate afbreuk te doen; dat voorzover het niet mogelijk mocht blijken de tot sport terrein bestemde gronden in het noordelijk plangedeelte in de Winter als ijsbaan te gebruiken, een oplossing kan worden gevonden door de aanleg van een polderijsbaan buiten de grenzen van het pi- dat bij het bestemmen van de gronden langs do noordelijke be grenzing van het plan tot sportterrein rekening is gehouden mot een nieuw korfbalveld; dat dit bezwaarschrift dan ook ongegrond moet worden verklaard; 11. R.Wybenga te Goutum, die als eigenaar van het kadastrale perceel nr. 404 en als pachter van de percelen no's 79»80,466 en 4^7» waarop hij zijn veehoudersbedrijf uitoefent bezwaar heeft tegen het feit dat zijn bedrijf in verband met de realisering van de op voormelde per celen gelegde bestemmingen zal moeten verdwijnen; overwegende ten aanzien hiervan, dat de handhaving van het be drijf van roclama.nt uit stcdobouwkundige overwegingen niet mogelijk is dat bij aankoop of onteigening voldoende rekening kan worden ge houden met do financiële belangen van betrokkene; dat dit bezwaarschrift derhalve ongegrond moet worden verklaard; 12. J.3.Singc-lsma, eigenaar-bewoner van het pand Buorren 2, die bezwaar maakt omdat hij ten behoeve van de realisering van het plan een ge deelte, groot plm. 850 m2van het bij genoemd pand behorend erf zal moeten afstaan, terwijl hij voorts een aanzienlijke waardever mindering verwacht van dit pand en van de daarnaast gelegen, hem eveneens in eigendom toebehorende, boerderij, en tesslotte zijn plannen een orchideënkwekerij te stichten doorkruist ziet door de in het plan gelegde bestemmingen; overwegende ten aanzien van deze bezwaren, dat hoewel de woning Buorren 2 in het plan als woning is gehandhaafd, een gedeelte van de daarbijbehorende tuin deels is bestemd voor de bouw van eengezins huizen en deels is bestemd voor de bouw van garageboxen; dat de vorenbedoelde boerderij uit stedebcuwkundige overwegin gen niet zal zijn te handhaven; dat met de financiële belangen van reclamant bij aankoop of onteige ning voldoende rekening kan worden gehouden; dat dit bezwaarschrift derhalve ongegrond dient te worden verklaard voorts overwegende, dat na de termijn van de terinzagelegging, te weten op 4 mei 1966, nog een bezwaarschrift is ingediend door de Gewestelijke Raad voor Friesland van het Landbouwschap; dat dit bezwaarschrift wegens overschrijding van de voor het in dienen van bezwaarschriften in do Vet gestelde termijn niet-ontvanke- lijk dient te worden verklaard; overwegende ten aanzien van de bij het plan behorende bestem- mings- en gebruiksvoorschriften, zoals deze eveneens in ontwerp ter inzage hebben gelegen, dat daarin onder artikel 10 een opsomming is gegeven van de werkzaamheden welke slechts met vergunning van Burgemeester en Wethouders (aaniegvergunning) mogen worden uitgevoerd; dat het wenselijk is de hiervoor bedoelde werkzaamheden nader te begrenzen, op de wijze zoals in de hierna volgende, gewijzigde redactie van voormeld artikel 10 is aangegeven; gelezen hot voorstel van Burgemeester en Wethouders G.d. 27 oktober 1966 (bijlage no.321 gelet op artikel 10 e.v. van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; BESLUIT;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 279