x Sint Jacobsstraat 35 Tuinen 15 Tuinen 21 Tuinen 4 Tuinen 40 x Tweebaksmarkt 15 (Ritske Boelema Gasthuis)abusievelijk op de lijst vermeld onderTurfmarkt 15 Tweebaksmarkt 25 (poortje) Uniabuurt 1 x het Vliet Voorstreek 72 (preekstoel Bonifatiuskerk) - Wissesdwinger 3 brugwachterswoning) Zwitserswaltje 10. Vóór de 5 objecten, die voor de realisering voor het binnenstadsplan niet gehandhaafd kunnen worden, hebben wij een kruisje gezet» De monumentale waarde van de in bovenstaand staatje vermelde objecten acht de Minister van die aard, dat plaatsing op de definitieve monumentenlijst j gewettigd is» Artikel 26 van de Monumentenwet opent de mogelijkheid van.een ministeriële beslissing binnen twee maanden na de datum van verzending van de beslissing bij Hare Majesteit de Koningin in beroep te komen. Wij hebben nagegaan of van deze beroepsmogelijkheid gebruik moet worden ge-J maakt. Met betrekking tot het merendeel van de bovengenoemde objecten zijn wij tot de conclusie gekomen, dat van het instellen van beroep kan worden afgezien. Tegenover het min of meer subjectieve inzicht van de Minister staat immers het eveneens subjectieve inzicht van Uw Raad. Niet ontkend kan worden, dat deze panden in één of ander opzicht inderdaad van enig monumentaal belang zijn. Dit j belang kan door de ene instantie zwaarder of lichter worden gewogen dan door de ander. Er zijn daarvoor geen criteria omschreven. Aangezien in de zoeven door ons bedoelde gevallen geen zwaarwegende belangen aanwezig zijn, die handhaving op de monumentenlijst bepaald ongewenst maken, achten wij het verantwoord in de beslissing van de Minister te berusten. In dit verband menen wij er goed aan te doen U te wijzen op de artikelen 14 en volgende van de Monumentenwet, waarin de mogelijkheid is geschapen vergun-1 ning van de Minister te verkrijgen om ondermeer een beschermd monument af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen. Tegen een dergelijke beslissing van de Minister kan beroep worden ingesteld. Plaatsing op de Monumen tenlijst, behoeft derhalve niet te betekenen, dat een bestaande situatie niet kal worden gewijzigd. Wij moeten echter een ander standpunt innemen ten aanzien van de panden Gouverneursplein 445 Sint Jacobsstraat 35 en Tweebaksmarkt 15Toegegeven moet worden, dat ook deze panden een aantal elementen bevatten, die een monumentaal karakter hebben. Wij menen echter, dat deze elementen niet van zodanige monumen tale waarde zijn, dat daardoor het gehele pand als een monument moet worden aan gemerkt. Mede met het oog op de grote belangen, die door handhaving op do lijst in het gedrang komen n.l. de verbetering van de structuur van de binnenstad, ach ten wij het gewenst, dat tegen plaatsing van deze panden op de lijst beroep bij de Kroon wordt ingesteld. Het bovenstaande geldt eveneens ten aanzien van het pand Kleine Hoogstraat 1. Bovendien heeft amovering van dit pand nog een ander aspect. Ter verbetering van de toetreding van licht en lucht tot het pand Gouverneursplein 35 - zelf oen monument, dat naar U bekend is ten behoeve van de secretarie wordt verbouwd - is het nodig, dat de panden Kleine Hoogstraat 1 en 3 wordt afgebroken. Wanneer het laatstgenoemde pand, dat niet op de Monumentenlijst is opgenomen, wordt goamoveaj zal het andere geheel los komen te staan; er naast komt dan in de straatwand een gat. Weliswaar heeft het pand Kleine Hoogstraat 1 oudheidkundige x^aardo, maar eerj - zeker na sloping van no. 3 - noodzakelijke restauratie zal bijzonder grote bc^ dragen vergen. Het onderhavige pand verkeert in een zeer vervallen staat en het zal niet dan met ontstellend hoge kosten voor algehele ondergang kunnen worden behoed. Een dergelijke investering achten x-iij, mede gelet op de ongunstige gevol gen daarvan voor het aangrenzende monument Gouverneursplein 35, niet verantwoord. Ook ten aanzien van het Yliet verschillen wij met de Minister van mening. In dit verband mogen wij verwijzen naar ons voorstel van 30 augustus 1965 (bijlage no. 277) inzake de demping van dit water, waarin wij duidelijk onze mening kenbaar hebben gemaakt omtrent de bezwaren, die de Bond Heemschut en het Friesch Genootschap tegen de demping hadden aangevoerd. Wij handhaven ons destijds ingenomen standpunt onverkort en achten hot daarom gewenst, dat tegen do plaatsing van dit water op de monumentenlijst eveneens beroep wordt inge steld» Wij hebben de objecten, tegen de plaatsing waarvan op de Honumentenlijst naar onze mening beroep moet worden ingesteld, op do kaart van het structuur plan voor de binnenstad in rood aangegeven» Deze kaart ligt bij do stukken ter inzage Tenslotte herinneren wij U er aan, dat U conform bijlage C van de raads- brief van 17 mei 1965s hebt besloten de Minister te attenderen op een aantal objecten, die wellicht voor plaatsing op de monumentenlijst in aanmerking zou den kunnen komen. De Minister heeft Uw advies in deze gedeeltelijk opgevolgd. De panden, aangegeven op de hierbij gevoegde staat I, acht de Minister niet van zodanige kwaliteit, dat het openemen daarvan op de monumentenlijst gewettigd is. Het overgrote deel van deze panden is veelal van een eenvoudige doch harmoni sche architectuur of vertoont enige specifieke kenmerken, die plaatsing op de lijst misschien zouden tcunnen rechtvaardigen. Duidelijk monumentale panden zijn het niet. Mede omdat in deze geen beroepsmogelijkheid bestaat dient de mening van de Minister in deze voor kennisgeving te worden aangenomen. Eventueel zou in een gemeentelijke monumentenverordening ten aanzien van deze panden nog een regeling kunnen worden getroffen. Wij zullen ons daarover nader beraden. Resumerende geven wij U in overweging te besluiten beroep bij Hare Majesteit de Koningin in te stellen-tegen het besluit van de Minister van Guituur, Recreatie en Maatschappelijk Werk d.d. 12 september 1966, no.129.455? voorzoveel betreft de plaatsing van de panden Gouverneursplein 44? Kleine Hoogstraat 1, Sint Jacobsstraat 35 en Tweebaksmarkt 15 en van het Vliet op de lijst van monumenten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden Harmsma Burgemeester. de Jong Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 294