- 4 - Na deze wijziging resteert op deze post nog een bedrag van 7.700, Onder verwijzing naar het advies van de financiële -Commissie, dat bij ±e ïstukk ter inzage iigt, stellen wij U voor de Gemeente-begroting en de begrotingen van het Grondbedrijf, het Woningbedrijf en de Dienst voor Sport en Recreatie voor het dienstjaar 1966 te wijzigen overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-rbe sluiten Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, Harmsma, Burgemeester. de Jong, Secretaris Voorstel tot overneming van de muziekschool van de Stichting "De Leeuwarder Muziekschool" en tot het exploiteren van deze instelling als Gemeentelijk Muziekinstituut Bijlage no. 339» Leeuwarden, 17 november 1966. Aan de Gemeenteraad. In zijn vergadering van 26 mei 1965 heeft Uw Raad besloten het voormalige gemeentehuis van Leeuwarderadeel te bestemmen voor de huisvesting van de mu ziekschool en de nodige kredieten beschikbaar te stellen voor de verbouwing en inrichting van dat pand. Reeds in februari van dit jaar kwam een gedeelte van het gebouw ter beschikking en thans is het schoolgebouw gereed en, zoals U bekend is, intussen ook reeds officieel in gebruik genomen. Het voortbe staan van de school wordt dus thans niet meer bedreigd door het-- ontbreken van een geschikte huisvesting. Is hiermede de taak van het stichtingsbestuur enigermate verlicht, de vele beleidsproblemen, voortkomende uit een gestage toeneming van het aantal leer lingen, de daarmede gepaard gaande uitbreiding van het aantal vakken waarin les gegeven wordt en het daarvoor aantrekken van bevoegde leerkrachten, zijn blijven bestaan. Met name ten aanzien van de voorziening in de behoefte aan vakbekwame leer krachten, die verantwoord muziekonderwijs op goed niveau kunnen garanderen, doet zich in toenemende mate het bezwaar gevoelen, dat de particuliere stich ting, waarvan de school thans uitgaat, niet in staat is die leerkrachten een bevredigende rechtspositie te bieden. Het bestuur wordt hierdoor ernstig belem merd in zijn pogingen gediplomeerde leerkrachten aan de school te verbinden, een situatie, die de "ontwikkeling van de school nadelig beïnvloedt. Het is in het bijzonder om deze reden, dat het bestuur van de stichting zich bij schrijven van 11 december 1964 tot ons heeft gewend met het verzoek te wil len bevorderen, dat de huidige status van de school zal worden gewijzigd in die van gemeentelijk instituut voor muziekonderwijs. Het bestuur zag zich bo vendien gaarne ontheven van zijn verantwoordelijke taak, waarvan de zwaarte de laatste jaren door vele beheersmoeilijkheden aanzienlijk is toegenomen. V/ij hebben grote waardering voor de wijze, waarop het bestuur van de school zijn moeilijke taak in de achter ons liggende periode heeft vervuld. Ook wij zien het belang in van een goed functionerend instituut voor muziek(vak)- onderwijs voor gemeente en provincie en wij zijn met het bestuur van mening, dat een overgang van particuliere stichting naar gemeentelijke instelling daartoe veel kan bijdragen. Op grond van bovenstaande overwegingen achten wij het verantwoord Uw Raad thans voor te stellen de school door de gemeente te doen overnemen en deze te gaan exploiteren als gemeentelijk muziekinstituut. Waarom wij daarbij de voorkeur geven aan deze vorm, zullen wij hieronder nader toelichten, terwijl wij voorts aandacht zullen besteden aan de maatregelen, die een wijziging van de status van de instelling vereist. I_. Status Allereerst is de vraag naar voren gekomen, of de school zou moeten voort bestaan als gemeentelijke stichting dan wel als gemeentelijke (of stedelijke) muziekschool; dit laatste wil dus zeggen rechtstreeks uitgaande van de Gemeente, eventueel gegoten in de vorm van een afzonderlijke tak van dienst. Bij het overgrote deel der muziekscholen in Nederland is in de jaren na de oorlog de organisatie van een overheidsstichting gekozen. Niet alleen om redenen van praktische aard, maar ook om de mogelijkheid te openen belang stellende en zo mogelijk deskundige leden van de burgerij bij het beheer in te schakelen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 321