- 6 - b. Hij zorgt, zowel door bijwoning, van lessen als door andere gepaste middelen, dat het onderwijs volgens de leerplannen en zoveel mogelijk met inachtneming van de lesroosters gegeven wordt en doet zich, zo dikwijls als hij zulks nodig acht, door de leraren verslag uitbren gen van de toestand van het hun opgedragen onderwijs en de vorderingen der leerlingen. c. Hij adviseert Burgemeester en Wethouders en de commissie van toezicht en brengt hun verslag uit, zo dikwijls zij dit noodzakelijk achten, over alle zaken het instituut rakende 2. De adjunct-directeur is in hot bijzonder belast met de zorg voor de gang van zaken bij de amateuropleiding, alsmede met het geven van een in de Rechtstoestandverordening onderwij zend personeel Gemeentelijk Muziekinstituut te bepalen aan tal wekelijkse lessen. artikel 25 1. Burgemeester en Wethouders benoemen en ontslaan de leraren. 2. De benoeming geschiedt aan de hand van een aanbeveling van zo mogelijk drie personen, opgemaakt door de commissie van toezicht, de directeur gehoord en, voor zover hc-t betreft leraren aan de vakopleiding, na overleg met de inspecteur. 3. Ontslag van de leraren, anders dan overeenkomstig eigen ver zoek, geschiedt niet dan nadat de commissie van toezicht is gehoord Artikel 24. Voor het verrichten van andere taken dan het geven van onder wijs, kan, naast de in dit hoofdstuk genoemde functionarissen, personeel ten behoeve van het instituut in diénst worden genomen. jtrtikel 23. Omtrent de onderwerpen, genoemd in het eerste lid van artikel 125 van de ambtenarenwet 1929, worden bij afzonderlijke veror dening voorschriften vastgesteld. Hoofdstuk V LEERLINGEN Artikel 26 1De toelating van leerlingen tot het instituut heeft als re gel plaats bij de aanvang van een cursusjaar. 2. Dc directeur beslist, met inachtneming van hetgeen is gesteld in het eerste lid, omtrent de toelating van leerlingen, onverminderd hot bepaalde bij artikel 14, eerste lid. 5. De directeur kan, ten aanzien van een leerling, die wordt aangemeld voor de individuele lessen of voor de lessen in groepsverband en die de leeftijd van tien jaar nog niet heeft bereikt, het bezit eisen van een getuigschrift, als bedoeld in artikel 5- - 7 - Artikel Bij kennelijk, g mils aan voldoende ijver en/of aanleg van een leerling kan de commissie van toezicht, op voorstel van de direc teur, te allen tijde beslissen, dat het onderwijs aan de leer ling niet zal worden voortgezet. Artikel 28 1Leerlingen, die door wangedrag de goede gang van het onder wijs verstoren, kunnen door de directeur voor ten hoogste twee weken van het instituut worden verwijderd. De directeur meldt oen geval van verwijdering van een leerling, als be doeld in dit lid, onverwijld aan de commissie van toezicht. 2. Tot verwijdering voor langere tijd besluit de commissie van toezicht op voorstel van de directeur. Dc commissie van toe zicht meldt een geval van verwijdering van een leerling, als bedoeld in dit lid, onverwijld aan Burgemeester en Wethouders. 3. De directeur deelt elk geval van verwijdering van een minder jarige leerling zo spoedig mogelijk schriftelijk mede, aan degene, die verplicht is tot betaling van het lesgeld. Ingeval van meerderjarigheid van de leerling wordt deze ken nisgeving aan hemzelf toegezonden. Artikel 29 Alle schade door een leerling in of aan het schoolgebouw of aan de inventaris of dc instrumenten van het instituut toegebracht, wordt op kosten van de leerling of, bij zijn minderjarigheid, van degene, die verplicht is tot betaling van het lesgeld, her steld. Artikel 30 Aan degene, die verplicht is tot betaling van het lesgeld voor de minderjarige leerling, doet de directeur .drie maal per jaar een rapport toekomen over de vorderingen en de ijver van die leerling. Bij meerderjarigheid van de leerling worden de rapporten aan hemzelf verstrekt. Artikel 31 De directeur doet van in- of afschrijving van een leerling opgave aan Burgemeester en Wethouders onder overlegging van dc betref fende schriftelijke mededeling van de leerling, c.q. bij minder jarigheid van degene, die verplicht is tot betaling van het les geld. Hoofdstuk VI LESGELDEN Artikel 32. 1Voor hot ontvangen van onderwijs aan het instituut wordt les geld geheven. 2. De heffing en de invordering van het lesgeld worden bij af zonderlijke verordening geregeld. Hoofdstuk VII COMMISSIE VAU TOEZICHT Artikel 35 Er i& een va. te commissie, aan welke is opgedragen Burgemeester en Wethouders van advies te dienen omtrent en bij te staan in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 328