- 4 - Artikel 11. Tussentijdse inschrijving. Yoor eenleerling, die in de loop van het heffingstijdvak wordt in geschreven, is van het bedrag van het lesgeld zoveel maal één/twaalfde verschuldigd als er - de vakanties inbegrepen '- na de inschrijving in het heffingstijdvak kalendermaanden over zijn. De maand, waa,rin de inschrijving is geschied wordt daarbij medegeteld. Artikel 12. Ontheffing. 1Indien een leerling in de loop van het heffingstijdvak overlijdt of het Gemeentelijk Muziekinstituut verlaat, wordt ontheffing van het lesgeld verleend ten aanzien van zoveel maal één/twaalfde van het be drag daarvan, als er nadien nog volle kalendermaanden in net heffings tijdvak overblijven. Ontheffing van het lesgeld wordt niet verleend; a. indien de ontheffing wegens het verlaten van het Muziekinstituut, op niet meer dan twee kalendermaanden betrekking zou hebben; b. over het gedeelte van het heffingstijdvak, aanvangende met de ka lendermaand, waarin de leerling een examen heeft afgelegd. 2. Indieneen leerling wegens ziekte het Muziekinstituut gedurende langer dan drie kalendermaanden achtereen niet heeft kunnen bezoeken, wordt 1 ontheffing van het lesgeld over zoveel volle kalendermaanden verleend, als hij het Muziekinstituut niet heeft bezocht. 3. Indien een leerling wegens het sluiten van het Muziekinstituut dit gedurende langer dan drie kalendermaanden achtereen niet heeft kunnen bezoeken, wordt ambtshalve ontheffing van het lesgeld verleend over zoveel volle kalendermaanden, als het Muziekinstituut gesloten is geweest. 4= Ter verkrijging van de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde ontheffingen moet een daartoe strekkend verzoekschrift worden ingediend bij de Controleur der Gemeentebelastingen binnen twee maanden, nadat de leerling is overleden, of het Muziekinstituut heeft verlatenonderscheidenlijk binnen vijf maanden, nadat het bezoek aan het Muziekinstituut wegens ziekte is gestaakt. Artikel 13» Vermindering. Onjuist vastgestelde aanslagen kunnen binnen drie jaren na het einde van het heffingstijdvak door de Controleur dor Gemeentebelastingen ambts halve worden verlaagd of vernietigd. Artikel 14. Af s c hri j vi ng 1Indien een lesgeldschuldige niet in staat is anders dan met buiten gewoon bezwaar hot lesgeld of het volle lesgeld te betalen, kan het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk worden afgeschreven» 2. De aanvrage tot afschrijving wordt door de lesgeldschuldige schrifte lijk bij Burgemeester en Mothouders ingediend; op de aanvrage wordt niet beslisu, dan nadat de ontvanger der gemeente is gehoord» Artikel 15» Delegatie Ingevolge het bepaalde bij artikel van de Gemeentewet '.reedt voor de toepassing van de artikelen 297 299 en 300 dier wet in do plaats van de Gemeenteraad, van Burgemeester en Wethouders en van de Burgemeester, de Controleur der Gemeentebelastingen. Artikel 16. Kohier 1» De directeur van het Gemeentelijk Muziekinstituut zendt zo spoedig mogelijk na de aanvang van het heffingstijdvak, in ieder geval voor 1 oktober, aan de Controleur der Gemeentebelastingen een opgave, eer- meldende in affabetisch.lexicografische volgorde de namen en voorna men der leerlingen, die tot de lessen zijn toegelaten, met vermelding van geboortedata, woonplaatsen en eventuele beroepen, alsmede de namen, voornamen, geboortedata, beroepen, woonplaatsen en adressen van hen, die voor deze leerlingen lesgeldplichtig zijn» De opgave dient tevens te vermelden welke lessen door de leerlingen worden gevolgd. 2. Voor de leerlingen, die in de loop van het heffingstijdvak worden in geschreven, het Muziekinstituut verlaten of die overlijden, zendt de directeur voor de 10e van iedere maand, op de wijze als in het eerste lid van dit artikel is aangegeven, suppletoire opgaven over de afge lopen kalendermaand in, onder vermelding van de dag van inschrijving, vertrek of overlijden. Artikel 17° 1Aan de hand van de in artikel 16 bedoelde opgaven maakt de controleur der Gemeentebelastingen, zo spoedig mogelijk, van het verschuldigde lesgeld een kohier op. 2. De kohieren worden binnen veertien dagen na de vaststelling aan de Gemeente-ontvanger ter invordering gezonden. Artikel 18. Invordering. De Gemeente-ontvanger zendt binnen veertien dagen na ontvangst van een kohier, als bedoeld in artikel 17, aan iedere aangeslagene een gedag tekend aanslagbiljet, waarvan het model door de Controleur der Gemeente belastingen wordt vastgesteld. Artikel 19° 1. Het lesgeld is verschuldigd in zoveel gelijke termijnen, als er na de maand, vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden van het heffingstijdvak overblijven. Op de laatste dag van elk van die maanden vervalt een termijn. 2» Vermeldt de dagtekening van het aanslagbiljet een latere maand dan de zevende van het heffingptijdvak, dan is de aanslag invorderbaar in vijf gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslag biljet is vermeld, de tweede een maand later en zo vervolgens.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 332