No. 1?274„ DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van I?' november 1966 (bijlage no. 342); BESLUIT: I. aan te kopen van G. de Heij, van Loonstraat 9O5 alhier, het op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven perceel grond, gelegen ten noorden van de van Loonstraat, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie A, nummer 1962, groot 310 ni2, tegen een prijs, bere kend naar f.2.per m2 en voorts onder de volgende voorwaarden: 1. de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwe zig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur en hypotheek; 2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van overdracht; 3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van het over te dragen perceel geheven worden, voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 4. de verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wet boek; 6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden II. het onder I bedoelde perceel onder te brengen in het Grondbedrijf. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Uitkering-ineens i.v.m. nacalculatie "trend" 1966 Bijlage no. 343. Leeuwarden, 17 november 1966. Aan do Gemeenteraad. In verband met de algemene salarisverhoging van 5/J Pcr "l januari 1966 voor het overheidspersoneel heeft Uw Raad in de vergadering van 16 maart 1966 een overeenkomstig besluit genomen. Inmiddels is evenwel gebleken, dat genoemde procentuele verhoging is achtergebleven bij de loonontwikkeling in het bedrijfsleven. Over het gehele jaar 1966 gerekend bedraagt deze achterstand 2.95^ van het reeds met 57° verhoogde salaris. In verband hiermede heeft de Regering besloten het rijkspersoneel over het jaar 1966 in aanmer king te brengen voor een uitkering van deze grootte. De Minister van Binnen landse Zaken heeft ons verzocht t.L.v. het daarvoor in aanmerking komende gemeentepersoneel het treffen van een zelfde voorziening te bevorderen. Op voet van de rijksrichtlijnen, opgenomen in de circulaire van 26 oktober 1966, no. AB 66/U 2250, van de Minister van Binnenlandse Zaken aan zijn ambtgenoten, heeft de bedoelde uitkering reeds bij wijze van voorschot op 16 november 1966 aan het daarvoor in aanmerking komende gemeentepersoneel plaats gehad. Voor het rijkspersoneel is de uitkering-ineens nog niet definitief gere geld. Naar onze mening kan voor het gemeentepersoneel echter zonder bezwaar tot definitieve regeling worden overgegaan. Wij hebben hiertoe een verordening ontworpen, waarbij aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren in vaste en tijdelijke dienst, ingedeeld in de bijlagen van de Bezoldigingsverordening 1960, aanspraak op de uitkering-ineens wordt toegekend met inachtneming van de voor het burgerlijk rijkspersoneel geldende ministeriële richtlijnen. Deze verorde ning kan dan ook worden toegepast op de daarvoor in aanmerking komende werknemers in de zin van de Arbeidsovereenkomstenverordening, wier loon is vastgesteld met toepassing van het bepaalde' in artikel 11 van die verordening. Het ontwerp van de opgestelde verordening is hierna afgedrukt. Onder mededeling, dat de in het Centraal Orgaan vertegenwoordigde organi saties van overheidspersoneel overeenkomstige toepassing van de rijksricht lijnen t.a.v. de nacalculatie 1966 aanbevelen, zodat plaatselijk overleg daar omtrent achterwege kan worden gelaten, stellen wij Uw Raad voor te besluiten tot vaststelling van eerdergenoemd ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.Tiekstra, 1-Burgemeester de Jong, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1966 | | pagina 342