- 2 -
Tenslotte ziet het bestuur de voorgestelde bungalow-bebouwing aan de weg ten
noorden van het sportveld liever plaats maken voor een speelterrein voor de
jeugd. Hierbij zou de geprojecteerde tweede brug over de Wirdumervaart naar de
mening van het bestuur kunnen vervallen.
Met betrekking tot de hiervoor gereleveerde punten merken wij op, dat de
bouw van een bejaardencentrum in V/irdum ons voorshands een bijzonder moeilijke
zaak lijkt. Het dorp is hiervoor, ook na de realisering van het thans aange
boden ontwerp-bestemmingsplan, te klein.
Wel komt het ons aanbevelingswaardig voor bij het ontwerpen van een volgend
bestemmingsplan voor de verdere uitbreiding van Virdum onder .ogen te zien of
een terrein moet worden aangewezen voor de bouw van een bejaardencentrum.
Ook de suggestie, om in het thans aangeboden plan alsnog een terrein aan
te wijzen voor de bouw van een aantal afzonderlijke bejaardenwoningen, kunnen
wij niet overnemen. Stedebouwkundig zou een tegemoetkoming aan dit verlangen
wellicht mogelijk zijn, doch wij zouden de bouw van dergelijke woninkjes zo
dicht mogelijk bij een bejaardencentrum verre prefereren. De bewoners van de
woninkjes kunnen dan immers veel gemakkelijker profiteren van de diensten van
het centrum. Wij denken daarbij aan verwarming, het A^erstrekken van warme maal
tijden enz. Het komt ons daarom gewenst voor. bij een volgend bestemmingsplan
met de, overigens alleszins reëele, suggestie van de Vereniging Plaatselijk
Belang rekening te houden. Het onderwerpelijke plan kan een zoda„nige mogelijk
heid niet bieden.
Ten aanzien van de bouw van een wijkvoorziening als een Groene Kruisgebouw
geldt in wezen hetzelfde als hiervoor is uiteengezet. Een dergelijke voorzie
ning zal voor Wirdum in de toekomst naar onze mening stellig mogelijk moeten
worden gemaakt, doch in het kader van het IJ thans aangeboden plan, dat slechts
in een vrij beperkte uitbreiding van het dorp wil voorzien, lijkt ons zulks
niet reëel.
Wat de voorgestelde verbetering van de bocht bij de Hervormde Kerk, in het
wegtracé Hof - Swichumerdyk, betreft, achten wij een verruiming van de situatie
ter plaatse bijzonder storend voor het dorpskarakter. Opvolging van deze sugges
tie is derbaLve uit stedebouwkundig oogpunt ongewenst. Verkeerstechnisch zou een
bochtverruiming overigens ook allerminst aantrekkelijk zijn. Daardoor zou im
mers het verkeer in zekere zin worden uitgenodigd zich sneller te bewegen, het
geen juist dient te worden tegengegaan, mede gelet op de breedte van het ver
volg van de route via het Hof. Het bezwaar tegen de op de plankaart getekende
situatie achten wij dan ook ongegrond. Wel merken wij hierbij nog op dat bij
de gronduitgifte bepalingen kunnen worden gesteld met betrekking tot de beplan
ting van het terrein, gelegen in de onderhavige bocht, zodat het uitzicht ter
plaatse zo ruim mogelijk wordt gehouden.
Juist omdat het plan mede beoogt het dorpskarakter te handhaven, achten
wij bebouwing, bestaande uit eengezinswoningen met een opgetrokken slaapverdie
ping op het terrein "Hartstra" uit stedebouwkundig oogpunt onaanvaardbaar.
Ten aanzien van de suggestie, het terrein ten noorden van het sportterrein
tot speelveld voor de jeugd te bestemmen, zijn wij van mening, dat het plan in
voldoende speelruimte voorziet. Wij wijzen U in dit verband op het geprojec
teerde speelterreintje aan de Theodorus Beekhuisstrjitte en het reeds bestaande
sportterrein. Ook laatstgenoemd terrein kan naar ons gevoelen bepaalde mogelijk
heden voor de jeugd als speelterrein bieden. Bovendien zal het vervallen van de
vijf bungalows, die op het onderwerpelijke terrein zijn geprojecteerd, de finan
ciele uitvoerbaarheid van het plan ten zeerste schaden. Dit financiële bezwaar
kan niet worden ondervangen. De brug kan voor een goede verbinding van het west
lijke met het oostelijke plangedeelte niet worden gemist; stedebouwkundig zou
dit bovendien tot een onaanvaardbare situatie leiden.
Op grond van het bovenstaande zijn wij van mening, dat het bezwaarschrift
van het bestuur van de Vereniging Plaatselijk Belang Wirdum /Swichum ongegrond
zal moeten worden verklaard.
Onder verwijzing naar de voor ter inzage gelegde stukken en onder
mededeling dat de Commissie voor Openbare Werken zich met het plan kan
verenigen, stellen wij U voor te besluiten als in concept hierbij is aan
gegeven.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. Tiekstra, looo-Burgemeester
de Jong 5 Secretaris.