II. de door de sub 3 genoemde adressant ingediende bezwaren ongegrond tc
verklaren;
III. vast te stellen het bestemmingsplan "Wirdum-Zuid"overeenkomstig
de bij dit besluit behorende plankaart en met inachtneming van de
volgende VOORSCHRIFTEN OMTRENT DE BESTEMMING EN HET GJ>
BRUIK VAN GRONDEN BEGREPEN IN HET BESTEMMING»
PLAN "WIRDUM-ZUID". I
HOOFDSTUK I. Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1
Begripsomschrijvingen.
In deze voorschriften moet worden verstaan onder:
ahet plan:
b. de plankaart:
c. bouwen:
d. bouwwerk:
e. gebouw:
_feengezinshuis
jg. bungalow:
h. vertrek
i_. goothoogte
_j_. bouwlaag:
k. winkel:
1. autobox:
m. nokrichting:
_n. bebouwings-
strook:
o_. bebouwings
profiel
_p. grenslijn der
bebouwing;
het bestemmingsplan "Wirdum-Zuid"bestaande uit de op
do plankaart weergegeven bestemmingen, benevens deze
voorschriften;
de als zodanig gewaarmerkte
stemmingsplan "Wirdum-Zuid"
het plaatsen, het geheel of
vernieuwen of veranderen en
bouwwerk;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal
tekening, waarin het bc
is vervat;
gedeeltelijk oprichten,
het vergroten van oen
of ander materiaal,
hetzij direct
hetzij direct
elk bouwwerk,
welke op de plaats van bestemming
of indirect met de grond verbonden is,
of indirect steun vindt in of op de grond;'
dat een voor mensen toegankelijke over
dekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten,
ruimte vormt;
een geheel of
bestaande uit
gedeeltelijk tot bewoning bestemd gebouw,
één woning;
een eengezinshuis, waarvan alle vertrekken op do begane
grond zijn gelegen;
elke besloten ruimte, welke
bestemd is voor hot verblijf
of de nacht
van de goot of van do druip-
van het aan-
van mensen gedurende de dag
de afstand van de bovenkant
lijn van het boeiboord tot de bovenkant
sluitende en afgewerkte terrein;
elke ruimte tussen twee vloeren van een gebouw waarin
voor bewoning bostemde ruimten zijn gelegen, dc- kelder
en de zolderverdieping daaronder niet begrepen;
een ruimte, welke door haar indeling en inrichting
kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt
als verkoopgelogenheid of toonzaal;
een besloten ruimte, kennelijk bestemd voor berging van
ten hoogste twee vierwielige motorrijtuigen in do zin
van de Wegenverkeerswet;
de richting van de nok van het dak van het gebouw;
de grondstrook, die op de plankaart is aangegeven door
getrokken lijnon, functionerend als de grenslijnen der
bebouwing;
de verticale doorsnede van de bebouwing, loodrecht op de
nokrichting;
de lijn, welke hij het bouwen niet mag worden overschre
den.
- 3 -
I-IOOFDSTUK II. Bebouwings voor schriften.
ARTIKEL 2.
Algemeen.
1Gronden, die blijkens de aanduidingen op de plankaart zijn bestemd
voor een bepaalde bebouwingsklasse, mogen, behoudens het bepaalde
in artikel 12, uitsluitend worden bebouwd met in die bebouwingsklasse
passende gebouwen, overeenkomstig de eventueel aangegeven bobouwings-
profielenmet in achtname van de op do plankaart aangegeven nokrichting
en hetgeen overigens in deze voorschriften is bepaald.
2. Allo op te richten gebouwen in de bobouwingsklasse I moeten met do
voorgevel worden geplaatst in de lijn aangevende de grens der bebouwing
aan de weg- of voetpadzijde
ARTIKEL 3.
BUNGALOWS
1. De minimum oppervlakte (zonder garage) van een bungalow bedraagt hot op
de kaart in of bij de desbetreffende bebouwingsstrook aangegeven aantal
m2
2. Een bungalow moet zijn voorzien van een pannendak mot naar twee zijden
hellende dakvlakken.
3. De maximum goothoogte bedraagt 3«20 m.
ARTIKEL 4-
Eengezinshuizen.
1. De minimum oppervlakte voor de bouwlagen, tezamen gemeten, bedraagt het
op de kaart in of bij do desbetreffende bobouwingsstrook^aangegeven aan
tal m2met dien verstande dat bij een dakhelling van 50 de zolderver
dieping als bouwlaag wordt gerekend.
De minimum breedte van een eengezinshuis in een blok bedraagt 6m.
2. Een eengezinshuis moet zijn voorzien van een pannendak met naar twee
zijden hellende dakvlakken.
3. De maximum goothoogte bedraagt 5«30 m.
4. Waar dit op de plankaart is aangegeven mag bij een eengezinshuis een
schuurtje worden gebouwd op de tot tuin en erf bestemde grond onder
voorwaarde, dat een dergelijk schuurtje geen grotere oppervlakte
beslaat dan 9 m2 en dc hoogte niet meer bedraagt dan 2.50 m.
ARTIKEL 5o
Verzorgcndbcdrijf
In deze bebouwingsklasse mogen slechts gebouwen worden gesticht van bedrij
ven met een overwegend plaatselijk verzorgend karakter, zoals werkplaatsen
voor een timmerman, smid, loodgieter, rijwielhersteller enz.
ARTIKEL 6-.
Openbare Diensten;
In deze bebouwingsklasse mogen slechts ge-bouwen worden gesticht ten dienste
van het openbaar nut, zoals transformatorhuizen, rioolgemaaltjes e.d.