No. 17360.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN 5
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 november
1966 (bijlage no. 356);
BESLUIT:
tot 31 december 2030 aan H. Hoving, wonende Hemmemastraat 99 "te Beetgum,
in erfpacht af te staan een perceel bouwterrein ter oppervlakte van plm.
500 m2, gelegen ten zuiden van de Hempenserweg en ten oosten van en aan de
Wirdumervaart, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente
Huizum, sectie G, no. 147? welk in erfpacht uit te geven perceel op de bij
dit besluit behorende tekening roodomlijnd is aangegeven, tegen een erf-
pachtscanon berekend naar een grondwaarde van f.14.300.en een rentevoet
van 6^ per jaar en verder onder de volgende bedingen:
1de begrenzing van het terrein zal door de dienst der Openbare Werken
van de gemeente Leeuwarden ter plaatse worden uitgezet, waarna de
landmeetkundig ambtenaar van deze dienst de oppervlakte zal berekenen;
over- of ondermaat tengevolge van daarna ambtshalve plaats vindende
kadastrale opmeting kan geen aanleiding geven tot verhoging of verla
ging van de grondwaarde;
2. belanghebbende stort ten kantore van de Gemeente-ontvanger van Leeuwarden
een waarborgsom van f.858.
3. de erfpachtscanon is verschuldigd vanaf de dag van het verlijden van de
erfpachtsakte; deze akte zal worden verleden op of omstreeks de datum,
waarop het terrein als bouwrijp terrein zal worden opgeleverd;
4. voor het overige zijn op de erfpachtsuitgifte van toepassing de "Algeme
ne Erfpachtsbepalingen Leeuwarden 1965" vastgesteld bij besluit van de
Gemeenteraad van 20 oktober 1965s no. 15606, goedgekeurd door Gedeputeerd
de Staten van Eriesland bij besluit van 18 april 1966, no. 4328, en
overgeschreven ten hypotheekkantore te Leeuwarden op yO juni 1966, in
deel 3086, nummer 9?
5. aan de erfpachter wordt het recht toegekend om gedurende de erfpachts
termijn het in erfpacht verkregen terrein van de gemeente Leeuwarden te
kopen, gedurende de eerste vijf jaren na de datum van erfpachtsuitgifte
tegen een prijs, welke gelijk is aan de grondwaarde, welke gold voor de
berekening van de erfpachtscanon en gedurende de daarop volgende jaren
tegen een nader door de Gemeenteraad te goeder trouw te bepalen bedrag
en verder onder de voor verkoop van grond gebruikelijke bedingen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Ontbinding huurovereenkomst t.a.v. perceel Hempenserweg 10-12.
Bijlage no. 357. Leeuwarden, 17 november 1966.
Aan de Gemeenteraad.
In 1959 werd de voormalige boerderij "Dyxtra-state"staande aan de zuid
zijde van de Hempenserweg en ten oosten van de Wirdumervaart, door de gemeente
verhuurd aan het rietdekkersbedrijf Firma Gebroeders Hoekstra, gevestigd te
Oenkerk. Op grond van de bepalingen van de betreffende huurovereenkomst
kan deze eerst met ingang van 1 februari 1970 worden beëindigd.
Het perceel, waarop de genoemde boerderij staat, maakt deel uit van het
gebied, dat in het bestemmingsplan "'t Aldlan" bestemd is voor de bouw van
ééngezinswoningen en van een aantal autoboxen. Een tweetal van de voor de
bouw van ééngezinswoningen bestemde terreinen en één terrein voor een auto
box zijn reeds verkocht, echter onder bepaling, dat de gemeente de grond
eerst kan leveren nadat de boerderij "Dyxtra-state" is afgebroken en de op
dit terrein geprojecteerde weg is aangelegd. De aanbesteding van deze weg,
waarvoor aan de directeur der Openbare Werken reeds een machtiging is ver
leend, heeft tot dusver niet plaats gehad, omdat de bovenbedoelde boerderij
nog niet kon worden geamoveerd.
Uit het vorenstaande blijkt, dat het voor de gemeente van belang is, dat
de boerderij op korte termijn wordt afgebroken. Hiervoor is het echter nood
zakelijk, dat de op deze boerderij betrekking hebbende huurovereenkomst
wordt ontbonden.
Na terzake gevoerde onderhandelingen heeft de huurster zich bereid ver
klaard aan een beëindiging van de huurovereenkomst per 1 januari 1967
medewerking te verlenen, indien de door haar te maken kosten voor het naar
elders overbrengen van het op en in het gehuurde opgeslagen riet door de
gemeente Leeuwarden aan haar worden vergoed. Deze kosten zijn begroot op
f.11 .000.
Wij menen, dat de door de huurster bedongen voorwaarde tot vergoeding
van de door haar te maken kosten redelijk is. Het bedrag van deze vergoeding
is, mede gelet op het belang dat wordt gediend met een spoedige ontruiming
van het gehuurde naar onze mening voor de gemeente aanvaardbaar. De ontbinding
van de huurovereenkomst kan overigens onder de gebruikelijke voorwaarden ge
schieden.
Onder verwijzing naar het vorenstaande geven wij U in overweging te
besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. Tiekstra, 1.-Burgemeester.
de Jong, Secretaris.